Hoofdstuk 19 stratigrafie
Tijd is verdeeld in geochronologische eenheden. Geochronologie = tijd eenheden
Chronostatigrafie = stratigrafische eenheden
Geochronologie:
- Eons: Archaean, Proterozoic en Phanerozoic
- Eras: delen van Phanerozoic: Paleozoic, Mesozoic en Cenozoic
- Period/ system (rocks): e.g. in Mesozoic: Trias, Jura, Krijt
- Epochs: early, mid, late / series (rocks): lower, middle, upper
- ages/stages
Stratigrafische chart is gemaakt door stratigrafische relaties en bio-events en later door
radiometrische datering. Aan de hand van biostratigrafie, magnetostratigrafie en radiometrische
datering. Aan de hand van Golden spikes GSSP zijn ouderdommen aan de basis van gesteente
gekoppeld. Vaak gebeurd dit bij locaties met fossielen.
De ouderdom van een gesteente kan op verschillende manieren bepaald worden:
- lithostratigrafie
- biostratigrafie (fossielen)
- chronostratigrafie
- magnetostratigrafie
- allostratigrafie (positie tov unconformity of andere correlatie surfaces) = sequentie stratigrafie
Lithostratigrafie: aan de hand van lithologische kenmerken en stratigrafische positie.
Stratigrafische relaties:
- superpositie: hoger gelegen gesteente zijn jonger
- Uncoformity: mist duidelijk tijd. Angular unconformity vormt als lagen zijn gereformeerd of
geërodeerd door de afzetting van de jongeren bedden. Disconformity: geen deformatie in de
ondergelegen strata.
- cross cutting relationship: Elke eenheid die andere strata doorsnijdt, moet jonger zijn
- included fragments: De fragmenten in een klastisch gesteente moeten gemaakt zijn van een
gesteente dat ouder is.
- way up indicators: indicators die laten zien in welke richting het sediment jonger wordt (pagina
304)
, Lithostratigrafische eenheden: supergroep- groep- formatie- member - bed
Het omschrijven van lithostratigrafische eenheden: lithologie, eigenschappen (sedimentaire
structuren, petrografie en fossielen), definitie top en basis, type sectie (locatie) en dikte.
De lithostratigrafie kan gebruikt worden bij het maken van kaarten, iets te zeggen over de
afzettingsomgeving en verplaatsing en correleren met tijd (samen met biostratigrafie etc).
Hiaten zijn gaten in de tijd. Unconformities zijn langere periodes.
Hoofdstuk 20: biostratigrafie
Fossielen zijn indicatoren van processen en afzettingsmileu en voor evolutie.
Ancient life: Paleozoic
Middleife: Mesozoic
Recent life: cenezoic
Species: groepen die kunnen reproduceren
Taxon: kingdom-phylum-class-order-family- genius-species
Fossielen soorten kun je niet van zien of ze kunnen reproduceren daarom word daarvan gekeken
naar de overeenkomsten en verschillen in de morfologie.
Holotype= single representative specimen against which other potential representatives of the
species can be compared.
Fossielen worden complexer als je dichterbij nu komt door evolutie. Door isolatie op bijvoorbeeld
een eiland kan een soort andere eigenschappen ontwikkelen door zijn habitat dan dezelfde soort op
andere plekken en kan er een nieuwe soort ontstaan. Een nieuwe soort kan ook ontstaan doordat de
oude soort veranderd in een nieuwe soort. Hierbij komt er echter geen soort bij maar veranderd de
oude. Door extinctie verdwijnen ook oude soorten.
Er zijn twee theorieën over evolutie: 1) soorten gaat langzaam in elkaar over =gradualism en 2) er zijn
korte periodes van verandering waardoor soorten veranderen.
Welke correct is, is niet bepaald want sedimentatie kan stoppen, er kunnen hiaten zijn in het
sediment, soorten kunnen verplaatst zijn naar andere plekken en maar een klein deel wordt
gefossiliseerd.
Biozones zijn zones waarin fossielen voorkomen. Ze zijn onafhankelijk van de lithostratigrafie maar
kunnen samenhangen.
Assemblage biozones: 3 verschillende taxa die gerelateerd kunnen zijn of niet
Acme biozones: hoge proportie van taxon ipv FO en LO
Soorten komen vaak in specifieke omgevingen voor. Het milieu en sedimentatiesnelheid zijn
belangrijk voor het fossiliseren.
Planktonic: free floating en nektonic: free swimming, Bentic: zeebodem
Kleine fossielen zijn meer veel voorkomend
Alleen de harde delen worden gefossiliseerd dus als een dier dan niet heeft wordt het geen fossiel en
dieren kunnen worden opgegeten voordat ze worden gefossiliseerd.
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper zitaswagten. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €5,99. Je zit daarna nergens aan vast.