Psychologie
Hoofdstuk 1 Gedrag
Psychologie is de wetenschap die het gedrag bestudeerd maar ook de mentale processen die daar
vooraf gaan. (emoties, waarden, gedachtes, overtuigingen). En de factoren die invloed hebben op
gedrag.
meer als echt psycholoog/therapie
Sociale psychologie: de psychologie die de wisselwerking tussen het individu en zijn sociale omgeving
bestudeert.
meer alledaags, gedragsbeïnvloeding, valt communicatie onder
sociologie, bestudeerd het gedrag van hele grote groepen mensen zoals cultuur of gemeenschappen.
Doel: kennis opdoen van relevante psychologische theorieën over gedrag van mensen/doelgroepen
en de toepassing daarvan in het communicatievak
kennis veranderen
houding veranderen
iets anders gaan doen (gedrag)
Houding (attitude) en gedrag is vooral bij psychologie
Gedrag zijn waarneembare activiteiten
Gedragswetenschap:
feiten verzamelen
beschrijven
mogelijke oorzaken
theorie
toetsing
systematiek: betrouwbare verklaringen en voorspellingen
, Fysieke
factoren: lichamelijke omstandigheden (genen, pijn, ziekte, honger, etc.)
Psychische factoren: persoonlijkheidskenmerken (wel of niet enthousiast), zelfbeleving, drijfveren,
attitudes
Sociale factoren: invloed door mensen, mensen om je heen, primair; familie etc. secundair; je klas of
collega’s. Imitatiemodel: we doen mensen graag na, baby’s vroeger al. We kunnen dan ergens
bijhoren, creëert veiligheid. Identificatiemodel: We identificeren ons graag met mensen.
Culturele en spirituele factoren: opvattingen, waarden, normen, cultuur. God, Boeddha, Allah,
geesten, edelstenen etc.
Fysische en geografische factoren: Klimaat, strom (corrie), jaargetijde.
Psychologische visies blz 22/23:
1. Psychoanalyse (Freud), gaat uit van dat we driften hebben, de 3 aannames, rond 1900. Freud
vond het heel belangrijk dat je over vroeger gaat praten, eerste 6 jaar van je leven heel
belangrijk hoe je later wordt.
2. Behaviourisme (Watson), niet allemaal bepaald in de eerste jaren maar juist allemaal dingen
aan kunnen leren. Heel makkelijk mensen conditioneren
3. Humanistische psychologie (Maslow): Behoeftes van die piramide. Je kan zelf keuzes maken.
4. Cognitieve psychologie (Beck en Ellis): Heel belangrijk dat mensen zelf kritisch kunnen
denken.
recente stromingen:
positieve psychologie, waar licht je kracht, focussen op het subjectieve welbevinden, geluk.
Neuropsychologie, op welke manier kun je in de hersenen kijken, welk gebied licht op als je
iets ziet of ergens aan denkt. Welke emotie hangt aan welk plaatje. Begeerte gebied is
positief. Werkt ook met eye tracking.
, Evolutionaire psychologie: richt zich op neuroplasititeit, hersenen groeien en passen zich aan,
kan ook zelf door je hersenen te trainen.
Hoofdstuk 2 Persoonlijkheid
Persoonlijkheid is niet makkelijk te veranderen, beschrijft je karakter.
De persoonlijkheid is de verzameling van duurzame (niet te veranderen) eigenschappen die iemand
kenmerken. Die eigenschappen bepalen hoe iemand denkt, voelt en zich gedraagt.
Big Five blz 34
Trekkentheorie: het beschrijven van persoonlijkheid
1. Extraversie vs introversie (biologische basis)
2. Vriendelijk vs onvriendelijk
3. zorgvuldigheid vs nonchalance
4. emotionele stabiliteit vs neuroticisme
5. openheid voor ervaring vs conventionaliteit
Socialisatie, deel uitmaken van...
Socialisatie is het overnemen van waarden, normen, opvattingen en gedragsregels van mensen
binnen een bepaalde groep.
Door identificatie en imitatie
Psychoanalyse
Freud
Aannames:
de mens is een conflictwezen: we hebben 3 instanties in ons, id, ego en superego. Id is er sinds de
geboorte, is impulsief. ego moet het gedrag vertonen. superego is heel net. Deze 3 hebben altijd
conflict.
De mens is een driftwezen. Zit ook in de
id. We worden gedreven door primaire
behoeftes.
De mens is psychologisch gedetermineerd,
de eerste 6 jaar zijn het belangrijkst.
De id is onbewust. Het superego is wel
bewust