Samenvatting LF2
Thema 1: Basiscursus Voeding
Goede voeding:
Kent de componenten van de schijf van vijf
- Groente en fruit (groen) - Smeer en bereidingsvetten (geel) - Vis, peulvruchten, vlees, ei,
noten en zuivel (roze) – Brood, graanproducten en aardappelen (oranje) – Dranken (blauw)
Kent de aanbevelingen voor inname van voeding voor een gemiddelde man en vrouw
Aanbevelingen Vrouw Aanbevelingen Man
250 gram groente 250 gram groente
2 Porties Fruit 2 Porties Fruit
4-5 sneetjes volkorenbrood 6-8 sneetjes volkorenbrood
1 eetlepel bak, braad en frituurproducten 1 eetlepel bak, braad en frituurproducten
5g halvarine per snee 5g halvarine per snee
40g Kaas 40g Kaas
2-3 porties zuivel 2-3 porties zuivel
1 Portie Vlees, vis en peulvruchten 1 Portie Vlees, vis en peulvruchten
1 handje Ongezouten noten 1 handje ongezouten noten
1,5-2 Liter drinken 1,5 – 2 liter drinken
Kent de wetenschappelijke onderbouwing de aanbevelingen voor inname van voeding
- 15 Richtlijnen goede voeding
1. Eet dagelijks tenminste 250 gram groente en ten minste 200 gram fruit
2. Eet dagelijks ten minste 90 gram bruin brood, volkorenbrood of andere
volkorenproducten
3. Eet wekelijkse peulvruchten
4. Eet tenminste 15 gram ongezouten noten per dag
5. Neem enkele porties zuivel per dag, waaronder melk of yoghurt
6. Eet een keer per week vis, bij voorkeur vette vis
7. Drink dagelijks drie koppen thee
8. Vervang geraffineerde graanproducten door volkorenproducten
9. Vervang boter, harde margarine en bak- en braadvetten door zachte margarine, vloeibaar
bak- en braadvet en plantaardige oliën
10. Vervang ongefilterde door gefilterde koffie
11. Beperk de consumptie van rood vlees en met name bewerkt vlees
12. Drink zo min mogelijk suikerhoudende dranken
13. Beperk de inname van keukenzout tot maximaal 6 gram per dag
14. Het gebruik van voedingstofsupplementen is niet nodig, behalve voor mensen die tot
een specifieke groep behoren waarvoor een suppletieadvies geldt
Eet volgens een meer plantaardig en minder dierlijk voedingspatroon de bovenstaande
richtlijnen
,Ziekten risicofactoren waarop de richtlijnen goede voeding zijn gebaseerd
- Coronaire hartziekten, beroerte, hartfalen, Diabetes type 2, Longziekten, Borstkanker,
Darmkanker, Longkanker, Dementie, Depressie & Bloeddruk, LDL-cholestrol,
Lichaamsgewicht
Verschillende relaties tussen voeding en ziekten waarop de richtlijnen zijn gebaseerd
- Voedingsstoffen zoals eiwitten, vetten, koolhydraten
Voedingsmiddelen zoals groenten, zuivel, granen en vis
Voedingspatronen zoals mediterraan en vegetarisch
Ondervoeding
Benoemen wat onder de macronutriënten en wat onder de micronutriënten valt
- Macronutriënten zijn eiwitten, vetten, koolhydraten, alcohol en water. Op water na
leveren de macronutriënten een bepaalde hoeveelheid calorieën of energie per gram
- Micronutriënten zijn vitaminen, mineralen en sporenelementen. We hebben er maar
kleine hoeveelheden van nodig op een dag, maar ze zijn onmisbaar voor een goede werking
en weerstand van het lichaam
Benoemen welke voedingsstoffen energie leveren en hoeveel
- eiwitten, koolhydraten, vetten en alcohol.
1 gram koolhydraat levert gemiddeld 4kcal energie
1 gram eiwit levert gemiddeld 4kcal energie
1 gram vet levert gemiddeld 9kcal energie
1 gram alcohol levert gemiddeld 7kcal energie
1 gram voedingsvezel levert gemiddeld 2kcal energie
Beschrijven welke factoren invloed hebben op energiebehoefte van een zorgvrager
= geslacht, lichaamssamenstelling, leeftijd, lichaamsoppervlak, koorts, stress, cafeïne,
nicotine, genetische factoren, menstruatie en voedingstoestand (ondervoeding en
overvoeding)
Schatten hoeveel energie iemand nodig heeft
- Rustmetabolisme*Pal = Totaal energieverbruik
Zeer inactieve personen = 1.2 Pal
Zeer actieve personen = 2.4 Pal
Een grove maat van energiebehoefte is (schatting) is 30-35 kcal per kg ideaal
lichaamsgewicht
Benoemen waar je energie voor nodig hebt
= Op peil houden lichaamstempratuur, lichamelijke en geestelijke arbeid, alle
stofwisselingsprocessen, opbouw en herstel weefsels en deel gaat verloren als warmte
,Beschrijven wat de relatie is tussen ketoacidose en energiestofwisseling
Ketaocidose betekent verzuring van je bloed. Ketoacidose ontstaat als er te weinig insuline is
om de glucose in je bloed om te zetten in brandstof voor je lichaam. Het lichaam gaat dan
andere energiebronnen aanspreken. Dit zijn vetten die zijn opgeslagen in je lichaam. Bij
verbranding van die vetten komen ketonen vrij. Ketonen verzuren het bloed.
Energiestofwisseling oftewel katabole reacties
De energie die het lichaam nodig heeft komt vrij door de afbraak van koolhydraten, eiwitten
en vetten. De reacties vinden plaats in de cel en worden katabole reacties genoemd. Het
lichaam breekt niet alleen moleculen af, maar bouwt ook grotere moleculen op,
bijvoorbeeld lichaamseiwit uit aminozuren, vet uit vetzuren en glycerol, en glycogeen uit
glucose. Dit zijn anabole reacties. Ze kosten energie. Katabole en anabole reacties worden de
stofwisseling of het metabolisme genoemd.
Nog even naar kijken
De body mass index berekenen en zorgvragers classificeren in een BMI-categorie
Lichaamsgewicht gedeeld door de lichaamslengte.
(Berekenen met rekenmachine is bijv. 64/ (1.67 x 1.67) = BMI
BMI lager dan 18,5 = ondergewicht
BMI vanaf 18,5 tot 25 = gezond gewicht
BMI vanaf 25 tot 30 = Overgewicht
BMI vanaf 30 en hoger = Ernstig overgewicht (obesitas)
BMI vanaf 70 jaar
BMI lager dan 22 = ondergewicht
BMI vanaf 22 tot 28 = gezond gewicht
BMI vanaf 28 tot 30 = overgewicht
BMI vanaf 30 en hoger = Ernstig overgewicht
Verschillen tussen drie verschillende bariatrische operaties beschrijven
Onder bariatrische chirurgie worden alle operaties verstaan die tot doel hebben om het
gewicht te verminderen.
Gastric Bypass tijdens deze operatie wordt de maag verkleind en het spijsverteringskanaal
gedeeltelijk omgeleid. Hierdoor kan er minder gegeten worden omdat de maag definitief
verkleind wordt. Een deel van de dunne darm wordt uitgeschakeld en je krijgt minder
vitamines binnen.
Gastric Sleeve bij deze operatie verwijdert de chirurg een groot deel van de maag. De in en
uitgang van de maag blijven hetzelfde en ook het spijsverteringskanaal blijft hetzelfde.
Doordat de maag een stuk kleiner is, is er sneller een vol gevoel. Deze operatie wordt
gedaan bij een BMI van hoger dan 50.
Gastric Band heet ook wel een maagband. Via een kijkoperatie plaatst de chirurg een
siliconenbandje rond de maag, net onder de slokdarm. Dit bandje verdeeld de maag in 2
delen, een kleine voormaag en een grotere restmaag. Doordat de voormaag kleiner is zit je
sneller vol.
, Ondervoeding en eiwitten
Oorzaken en gevolgen van ondervoeding beschrijven
Ondervoeding is een voedingstoestand waarbij sprake is van een tekort of disbalans van
energie, eiwit en andere voedingsstoffen die leidt tot meetbare nadelige effecten op de
lichaamsomvang en de lichaam samenstelling, op het functioneren en op klinische
resultaten.
Oorzaken
- Geringe voedselopname door slechte eetlust, lusteloosheid, depressiviteit, malaise, angst,
ziekte, dementie, beperkingen (handicaps), drugs- en of alcoholgebruik, kauw-en
slikproblemen.
Gevolgen
- Ondervoeding ondermijnt de conditie van de patiënt. Er is sprake van vermoeidheid en bij
ernstige ondervoeding zelfs van totale uitputting en apathie. Het herstel verloopt trager.
Daarnaast kunnen ongemakken ontstaan, zoals schimmelinfecties in de mond, wondjes op
de huid die slecht genezen of gaan infecteren. Verdere complicaties zijn ernstige infecties
(bijv. longontsteking) of decubitus. Dit past de kwaliteit van leven aan.
Chronische ondervoeding en acute ondervoeding beschrijven
- Chronische ondervoeding: Het meest duidelijke beeld dat we hebben van chronische
ondervoeding is van mensen die in hongerstaking gaan. Het gaat hierbij meestal om
gezonde mensen.
- Acute ondervoeding ontstaat bij ernstig zieke patiënten door fysieke stress: Na een
zwaar trauma of grote operatie, bij ernstige infectie of sepsis. Deze ondervoeding
ontstaat dus door ziekte.
Verschillen tussen anorexia nervosa, boulimia nervosa en binge eating disorder benoemen
Anorexia nervosa hierbij legt de patiënt zichzelf op heel weinig te eten ondanks de
hongergevoelens. Patiënten hebben een extreem mager uiterlijk, ze vertonen verschijnselen
van ondervoeding, soms zelfs zo erg dat ze eraan overlijden.
Boulimia nervosa zorgt voor periodieke eet aanvallen, waarbij enorme hoeveelheden
gemakkelijk eetbaar voedsel met hoge energetische waarde in korte tijd (minder dan 2 uur)
naar binnen wordt gewerkt. Om gewichtstoename te voorkomen compenseert men de
eetbuien door braken, laxantia etc. Deze patiënten vallen niet op door een afwijkend
uiterlijk, ze schamen zich erg dus de eet aanvallen worden verborgen gehouden.
Binge eating disorder Is eigenlijk hetzelfde als boulimia nervosa alleen is er hierbij geen
compensatiegedrag zoals braken etc. Deze patiënten hebben meestal overgewicht dat
moeilijk te behandelen is.