Personen- en familierecht - boek
Hoofdstuk 1
In boek 1 zijn de meeste wettelijke regels terug te vinden.
Belangrijke schakelbepalingen:
- 3:15
- 3:59
- 3:78
- 3:326
- 6:216
Het personen- en familierecht omvat tevens het huwelijksvermogensrecht, wat de
vermogensrechtelijke gevolgen van het huwelijk regelt (titels 1.6 t/m 1.8).
Art. 1:80b huwelijksvermogensrecht is in beginsel ook vermogensrecht ter zake van GP.
Met uitzondering van het bepaalde scheiding van tafel en bed.
Erfrecht is geregeld in boek 4.
Familievermogensrecht
Personen-en familierecht Erfrecht
Relatievermogensrecht
(Boek 1 m.u.v. titels 6 - 8) (Boek 4)
Partnerschapsvermogensrecht Huwelijksvermogensrecht Samenlevingsvermogensrecht
(art. 1:80b i.v.m. titels 6-8) (Titels 6-8) (boeken 3, 5 en 6)
EVRM + Verdrag van Rome:
Het EVRM en het Verdrag van Rome zijn belangrijke verdragen voor het PFR.
HR Marckx: Hof oordeelde dat het onderscheid tussen wettige en natuurlijke kinderen en dat
tussen gehuwde en ongehuwde moeders in het belgische recht discriminatoir zijn. Hierbij
gaat het over art. 8 en 14 EVRM. Het EVRM heeft direct werkende bepalingen, dus dit was
ook voor NL belangrijk.
Tevens is art. 12 EVRM van belang.
Positief aan het EVRM =
Wanneer de Nederlandse wetgeving door maatschappelijke ontwikkelingen is achterhaald
kan er wel tot een oplossing komen door de toepassing van art. 8 EVRM i.c.m. art. 14
EVRM.
Negatief aan het EVRM =
Door de abstractie van sommige begrippen is er al snel sprake van rechtsonzekerheid.
,Personen- en familierecht - boek
Belangrijke artikelen uit het Handvest: 7, 9, 21, 23, 24, 25, 26 en 33.
IVBPR:
Staat voor Internationaal verdrag inzake burgerrechten en politieke rechten, ook wel he VN
verdrag van New York genoemd. De artikelen 2, 17, 23, 24 en 26 komen overeen met de
artikelen 8, 12 en 14 van het EVRM.
Bijzondere wetten:
- Pleegkinderenwet,
- De Wet opneming buitenlandse kinderen ter adoptie
- De Jeugdwet
- De Wet verevening pensioenrechten bij scheiding
- Wet zorg en dwang psychogeriatrische en verstandelijk gehandicapte cliënten
- Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg
- De Wet donorgegevens kunstmatige bevruchting
- De Embryowet
Familieprocesrecht:
Geregeld in wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (art. 798-828).
Verzoekschriftprocedures in eerste aanleg geregeld in art. 261-291.
Hoger beroep in verzoekschriftprocedures is geregeld in art. 358-362.
Beroep in cassatie in verzoekschriftprocedures is geregeld in art. 426-429.
,Personen- en familierecht - boek
Hoofdstuk 2
Rechtsbevoegdheid:
Iedereen die zich in Nederland bevind zijn vrij en bevoegd tot het genot van burgerlijke
rechten.
Handelingsbevoegdheid (art. 3:43): de bevoegdheid tot het zelfstandig verrichten van
rechtshandelingen.
Handelingsonbekwaamheid: hiervan is alleen sprake bij minderjarigen die zonder
toestemming van hun wettelijke vertegenwoordiger handelen, welke toestemming evenmin
mag worden verondersteld (art. 1:234), alsmede onder curatele gestelde mensen (art. 1:381
lid 2).
Ongeboren kind:
Staat geregeld in art. 1:2.
Bloed- en aanverwantschappen:
Staat geregeld in art. 1:3.
In veel rechtsgebieden is het van belang om te weten of er sprake is van bloed- of
aanverwantschappen:
- Huwelijksrecht: nauwe bloedverwanten mogen niet trouwen met elkaar (art. 1:41)
- GP: geregistreerde partners mogen ook geen nauwe bloedverwanten zijn van elkaar
(art. 1:80a lid 5 i.v.m. art. 1:41).
- Alimentatierecht: bepaalde bloedverwanten zijn gehouden tot het verstrekken van
levensonderhoud (art. 1:392).
- Curatele: kan niet alleen worden verzocht door de betrokken persoon, een
echtgenoot/echtgenote, GP, dan wel andere levensgezel, maar ook door
bloedverwanten in rechte lijn en in de zijlijn t/m de 4e graad (art. 1:379).
- Voor onderbewindstelling van een gedeelte van het vermogen van een minderjarige
(art. 1:432 lid 1) en mentorschap ten behoeve van een meerderjarige (art. 1:451 lid 1)
geldt hetzelfde als bij curatele.
- Erfrecht: bij versterf (art. 4:8, 4:10 en 4:53)
- Burgerlijk procesrecht: getuigen van bloed- en aanverwanten (art. 165 en 177 Rv) en
getuigen bij strafzaken (art. 217 en 219 Sv), als bij het onderzoek ter terechtzitting
(art. 290 lid 5 Sv).
Juridische en biologische bloedverwantschap: graad
Een kind, zijn ouders en hun bloedverwanten staan in familierechtelijke betrekking tot elkaar
(art. 1:197).
Adoptanten zijn geen bloedverwanten van de geadopteerde, maar wel diens juridische
bloedverwanten (art. 1:229 lid 1).
De graad van de bloedverwanten wordt bepaald door het getal der geboorten die de
bloedverwanten hebben veroorzaakt.
Erkenning, een gerechtelijke vaststelling van het ouderschap of een adoptie tellen als
geboorte (art. 1:3 lid 1 i.v.m. 1:203-206, 207-208 en 22-232).
Bloedverwanten in recht opgaande lijn = ascendenten
Bloedverwanten in recht neerdalende lijn (afstammelingen) = descendenten
Bloedverwanten in de zijlijn = zijverwanten
Aanverwantschap:
Geregeld in art. 1:3.
Ontstaat door huwelijk of GP.
, Personen- en familierecht - boek
Bij het eindigen van het huwelijk of GP wordt de aanverwantschap niet opgeheven (art. 1:3
lid 3).