Inleiding publiekrecht
Wetten met betrekking tot het strafrecht 1.3
Kenmerkend voor dit deel van het recht is dat de staat dmv OM actief optreedt om sancties te eisen
anders namelijk, als een burger geen actie onderneemt voor een schadevergoeding bijv, zal de staat
zich daar verder niet mee bemoeien.
Bij het strafrecht bezit de staat een monopoliepositie, eigenrichting wordt daarbij voorkomen. Alleen
het OM kan tot vervolging van strafbare feiten overgaan.
Strafrecht en privaatrecht kunnen in sommige gevallen ook met elkaar in verbinding staan. Zo het
geval bij een ongeluk waar de een geen voorrang verleend aan de ander, vanuit privaatrecht moet de
een schadevergoeding betalen. Maar vanuit het strafrecht moet er een boete betaald worden omdat
de een geen voorrang heeft verleend.
Bereik van het strafrecht 11.1
Verschillende voorbeelden waarbij strafrecht optreedt zijn, het plegen van milieudelicten, zoals het
lozen van chemisch afval, computercriminaliteit, het plegen van een overval, diefstal etc.
Misdrijf en overtredingen 11.3
Strafbare delicten kunnen worden verdeeld in misdrijven en overtredingen.
1. In het wetboek van strafrecht staan in het tweede boek de misdrijven (art. 92-423) en in het
derde boek de overtredingen (art. 424-475)
2. In alle andere wetten die door de nationale wetgever worden uitgevaardigd wordt precies
aangegeven welke strafbare feiten, welke misdrijven en welke overtredingen zijn.
3. De lagere overheden (provincie, gemeente) kunnen alleen overtredingen uitvaardigen.
Alleen de wetgever in formele zin kan dus misdrijven formuleren.
Verschillen tussen misdrijven en overtredingen. Overtredingen worden door de kantonrechter
behandeld, misdrijven door de rechtbank.
De verjaringstermijn is voor overtredingen korter (namelijk 3 jaar) dan voor misdrijven (ten minste 6
jaar)
De maximale straffen zijn bij misdrijven veel hoger dan bij overtredingen. Het plegen van een misdrijf
kan leiden tot maximale levenslang o dertig jaar gevangenisstraf. Voor overtredingen is de maximale
straf 1 jaar en vier maanden gevangenis. De geldboete kan zowel bij misdrijven als bij overtredingen
alleen de hoogte verschilt. Bij misdrijven is de geldboete vaak van hogere categorie.
Bijna alle misdrijven worden geregistreerd op grond van de wet justitiele en strafvorderlijke
gegevens. De plegers krijgen dan een strafblad. Door deze registratie kan je sommige functies niet
meer uitoefenen. Overtredingen worden niet geregistreerd.
Legaliteitsbeginsel 11.6
Straf kan enkel volgen wanneer een bepaald feit strafbaar is gesteld in de wet. Het feit moet eerst als
strafbaar feit in de wet zijn gekomen voordat de straf kan worden opgelegd. Het is een van de
basisregels van een rechtsstaat.
,Door dit beginsel is het niet toegestaan om als strafrechter naar analogie te redeneren. Dat betekent
dat een rechter een geval als wettelijke regel laat gelden terwijl dit geval er niet onder valt.
De onderdelen van het strafrechterlijke legaliteitsbeginsel
Een feit is slechts strafbaar op grond van voorafgaande wettelijke strafbepalingen
Strafbaarheid moet zijn gebaseerd op geschreven strafbepalingen. Strafbaarheid op grond
van ongeschreven recht (zoals gewoonterecht) is niet mogelijk. Dit noemt men ook wel het
lex scripta-beginsel;
Het verbod van terugwerkende kracht van strafbepalingen;
Het verbod van analogie (We spreken van een redenering naar analogie wanneer een
rechtsregel voor een wel in de wet geregeld geval wordt toegepast op een geval dat niet
onder de letter van de wet valt, maar daar wel sterk op lijkt. Denk hierbij aan het voorbeeld
van ‘Ansje’ dat getoond wordt tijdens werkcollege 1);
De wetgever mag geen vage of onduidelijke bepalingen maken. Dit noemt men het lex certa-
beginsel of bepaaldheidsgebod.
Een strafbepaling mag niet zo vaag zijn dat het voor de burger niet meer duidelijk is wat er wel en
niet strafbaar is. Maar aan de andere kant kan je ook niet TE duidelijk zijn, zoals. mishandeling wordt
gestraft met gevangenisstraf van drie jaren of geldboete van de vierde categorie” wat valt er onder
mishandeling en zijn dan voor alle soorten mishandelingen dezelfde straffen.
Om een strafbepaling pas echt te begrijpen zal deze geïnterpreteerd moeten worden (een betekenis
aan de tekst geven) hier zijn verschillende interpretatiemethoden voor.
Grammaticale interpretatie, wetshistorische interpretatie, rechtshistorische interpretatie,
teleologische interpretatie en systematische interpretatie.
Met strafvordering wordt bedoeld opsporing, vervolging en berechting van strafbare feiten en de
tenuitvoerlegging van straffen.
Formeel en materieel strafrecht
Als formeel strafrecht vormt het de tegenhanger van het materieel strafrecht. Het geeft aan welke
procedure gevolgd moet worden als iemand het materiële strafrecht heeft overtreden terwijl het
materiële strafrecht bepaalt wat wel en niet strafbaar is.
Interpretatiemogelijkheden
Grammaticale interpretatie, hierbij wordt zoveel mogelijk aansluiting gezocht bij de betekenis die
een woord heeft in het normale spraakgebruik
Wetshistorische interpretatie, hierbij wordt voor de uitleg van een term gekeken naar de
totstandkoming van een bepaalde wet of artikel.
Rechtshistorische interpretatie, hierbij wordt gekeken naar de ontwikkeling die het recht met
betrekking tot een bepaald vraagstuk heeft doorgemaakt. Er wordt gekeken naar eerdere wetten op
hetzelfde terrein.
Teleologische interpretatie, hierbij wordt gekeken naar de bedoeling, het maatschappelijk doel van
de wet en niet zozeer de woorden.
, Systematische interpretatie, hierbij wordt een wetsbepaling in verband met andere wetsbepalingen
toegepast en uitgelegd, waarbij ook wordt gekeken in welk deel van de wet deze bepaling staat. Dan
wordt er verwezen naar de titel waarin een bepaalde strafbepaling staat of naar de onderlinge
samenhang van wetten.
Opsporing 11.2
De opsporing van strafbare feiten wordt uitgevoerd door opsporingsambtenaren (politie) die onder
leiding zijn van de officier van justitie die dan weer deel uitmaakt van het OM.
Een verdachte is iemand tegen wie een redelijk vermoeden van schuld bestaat dat hij een strafbaar
feit begaan. Alleen dan mag de politie iemand staande houden.
Bij aanhouding door de politie wordt de verdachte meegenomen naar het politiebureau om te
worden verhoord. Als je iemand op heterdaad betrapt (dus als je iemand iets ziet doen dat strafbaar
Buiten dan mag echt alleen de politie mensen aanhouden.
Vroegverdachte, de persoon tegen wie de verdenking bestaat dat hij betrokken is bij het plegen van
misdrijven een redelijk vermoeden van schuld bevat.
De verdachte mag na aanhouding ten hoogste 9 uur worden verhoord, tijdens het verhoor heeft de
verdachte recht op juridische bijstand door een advocaat en recht op zwijgrecht. Als de verdachte
geen advocaat inschakelt wordt deze aan hem toegevoegd. Daar hoeft de verdachte niets voor te
doen. Tijdens het verhoor wordt de mededeling gegeven dat de verdachte niets hoeft te zeggen,
deze mededeling is de cautie. Als het van belang is voor het onderzoek dat de verdachte niet op vrije
voeten komt kan hij in verzekering worden gesteld. Hierbij moet het wel echt gaan om een ernstig
strafbaar feit anders mag het niet. Dit gebeuren kan max 3x 24 uur zijn en kan worden verlengd met
een max van 6 dagen.
Wordt er een overtreding/licht misdrijf begaan dan wordt er proces-verbaal opgemaakt.
Politiewerk
De politie heeft tot taak met de geldende rechtsregels te zorgen voor daadwerkelijke handhaving van
de rechtsorde en het verlenen van hulp aan hen die deze behoeven.
Met handhaven van de rechtsorde bedoelen we het in stand houden van maatschappelijke
verhoudingen. Dit wordt gedaan dmv twee invalshoeken
1. het handhaven van de wet of strafrechtelijke handhaving van de rechtsorde
2. handhaven van de maatschappelijke orde/openbare orde
deze invalshoeken zijn te onderscheiden maar niet van elkaar te scheiden, soms handhaaft de politie
de wet en tegelijk de maatschappelijke orde. Zoals met het bekeuren van een wegpiraat, de wet is
gevolg en de maatschappij is geholpen door een gevaarlijke wegpiraat van de weg te halen. Soms
handhaaft de politie alleen de maatschappelijke orde bijvoorbeeld bij het thuisbrengen van een
dronken persoon.
Er moet een soort evenwicht ontstaan tussen de wetshandhaving en de maatschappelijke orde, zoals
bij demonstraties.