Welkom bij mijn samenvatting van privaatrecht voor vastgoed. Mijn samenvatting heeft mij naast de demotoetsen van SVNIVO erg op weg geholpen. Ik heb elk hoofdstuk van mijn studieboek samengevat.
Hopelijk heb jij er ook wat aan!
Privaatrecht
Inhoud
Hoofdstuk 1: inleiding ......................................................................................................................... 2
Hoofdstuk 2: inleiding vermogensrecht .............................................................................................. 4
Hoofdstuk 3: rechtshandeling ............................................................................................................. 5
Hoofdstuk 4: vertegenwoordiging....................................................................................................... 6
Hoofdstuk 5: houderschap – bezit – eigendom, verkrijging en verlies van goederen ........................ 7
Hoofdstuk 6: gemeenschap en vruchtgebruik .................................................................................... 8
Hoofdstuk 7: zakenrecht ..................................................................................................................... 9
Hoofdstuk 8: verhaalsrechten op goederen, pand en hypotheek en rechtsvorderingen ................. 12
Hoofdstuk 9: algemeen deel verbintenissenrecht ............................................................................ 14
Hoofdstuk 10: nakoming en niet-nakoming van verbintenissen ...................................................... 15
Hoofdstuk 11: de overeenkomst ....................................................................................................... 17
Hoofdstuk 12: verbintenissen uit de wet .......................................................................................... 18
Hoofdstuk 13: schadevergoeding ...................................................................................................... 20
Hoofdstuk 14: koop en ruil ................................................................................................................ 20
Hoofdstuk 15: huur: algemeen.......................................................................................................... 22
Hoofdstuk 16: huur: woonruimte ..................................................................................................... 23
Hoofdstuk 17: Huur: 290-bedrijfsruimte en 230a-ruimte ................................................................. 25
Hoofdstuk 18: huurkoop onroerende zaken ..................................................................................... 26
Hoofdstuk 19: pacht .......................................................................................................................... 26
Hoofdstuk 20: overeenkomst van opdracht...................................................................................... 28
Hoofdstuk 21: aanneming van werk ................................................................................................. 28
Hoofdstuk 22: ondernemingsvormen zonder rechtspersoonlijkheid ............................................... 28
Hoofdstuk 23: rechtspersonen .......................................................................................................... 30
Hoofdstuk 24: personen- en familierecht ......................................................................................... 31
Hoofdstuk 25: erfrecht ...................................................................................................................... 33
Hoofdstuk 26: hoofdzaken procesrecht ............................................................................................ 34
Hoofdstuk 27: Beslag en executie ..................................................................................................... 35
Hoofdstuk 28: Faillissement .............................................................................................................. 36
Hoofdstuk 29: Notariaat .................................................................................................................... 36
Hoofdstuk 30: Kadaster en openbare registers................................................................................. 38
1
,Hoofdstuk 1: inleiding
Privaatrecht = hetgeen dat zich afspeelt tussen de burgers onderling, het burgerlijke recht, oftewel,
privaat recht of civiel recht.
Regelt de betrekking tussen personen (burgers en bedrijven)
Dus regelt relaties tussen: 1. Burgers onderling, 2. Bedrijven onderling. 3. Bedrijven en burgers
Privaatrecht is een horizontale verhouding, alle partijen zijn principieel gelijk.
Dwingend recht = je moet je altijd aan bepaalde regels houden, je kan niet van een rechtsregel
afwijken. Er is dwingend voorschreven hoe je dient te handelen. Publieksrecht is een dwingend recht
Semi dwingend recht = met goedkeuring van beide partijen binnen nauwe grenzen mag er van de
regels worden afgeweken. Dit moet schriftelijk gebeuren. Er mag niet in het nadele van de huurder
worden afgeweken, wel in het voordeel.
Driekwart dwingend recht = tussen dwingend en aanvullend, maar dichter tegen dwingend recht
aan. Er kan uitsluitend van een cao worden afgeweken.
Privaatrecht is over het algemeen een regelend of aanvullend recht. Je mag van de regel afwijken.
Het kan dus een dwingend recht zijn, denk aan huurrecht, arbeidsrecht, overdracht van eigendom.
Recht dat van toepassing is voor zover partijen niet anders zijn overeengekomen.
Bij overdracht van eigendom: transportakte voor bij de notaris = dwingend recht. Ook inschrijving
van die akte in het kadaster.
Consumentenrecht = Het consumentenrecht omvat wetten en regels die de consumenten
beschermen bij aankoop van producten
Huurrecht = Het huurrecht is het onderdeel van het burgerlijk recht dat zich bezighoudt met de
huurovereenkomst
Arbeidsrecht = Arbeidsrecht regelt de juridische verhoudingen tussen een werkgever en een
werknemer
Rechtsbronnen:
• De wet
• De jurisprudentie
• De gewoonte
• Verdrag
2
,Verdrag = overeenkomst tussen staten onderling
Jurisprudentie = verzamelterm voor uitspraken van rechters. Een uitspraak van een rechter bindt alle
partijen.
Van hoog naar laag:
Uitspraak hoge raad (arrest)
Uitspraak van het gerechtshof (arrest)
Uitspraak rechtbank (vonnis)
Gewoonterecht = voorbeeld ongeschreven recht
Formeel = hoe, of via welke procedure, een bepaald recht juridisch kan worden afgedwongen. Wijze
van totstandkoming:
Komt tot stand door samenwerking van de regering en staten generaal. Regels staan in het wetboek
van burgerlijke rechtsvorderingen
Materieel= regelt de inhoud, dus de recht zelf. Meeste regels in het burgerlijke wetboek zijn
materieel recht
Rechtssubject= en (rechts) persoon die drager is van rechten en verplichtingen
Rechtsobject= goederen waarover rechten en verplichtingen kunnen bestaan maar zelf nooit drager
van rechten en verplichtingen. Denk aan goederen, diensten en producten
Rechtsfeit= een feit met een rechtsgevolg
Andere feiten = feiten zonder rechtsgevolg
Bloot rechtsfeit= er is sprake van een gebeurtenis, een toestand of een tijdsverloop. Bijv. Geboorte,
meerderjarig worden, overlijden
Rechtshandelingen= handelingen met een beoogd en bereikt rechtsgevolg. Bijv. Het sluiten van een
overeenkomst
Feitelijke handelingen= concrete dagelijkse voorkomende handelingen. Ze hebben geen
rechtsgevolg. Bestaat uit rechtmatige en onrechtmatige daad
Verbintenis= een juridische relatie tussen twee of meer (rechts)personen waarbij de 1 verplicht is tot
een bepaalde prestatie tegenover een ander.
Terstond = onmiddellijk
Met onverwijld= iets meer tijd dan terstond
Bij bekwame tijd/spoed= langer dan terstond om te overleggen of onderzoek uit te voeren
Uit een overeenkomst vloeien één of meer verbintenissen voort. Dit kan eenzijdig of wederkerig zijn
Privaatrecht: samenvatting - YouTube
3
, Hoofdstuk 2: inleiding vermogensrecht
Vermogensrecht = regelt de rechten en plichten die onderdeel zijn van iemands vermogen.
Bestaat uit 2 rechtsgebieden:
1. Goederenrecht = gaat over rechtsverhouding tussen rechtssubjecten en goederen. Is
hoofdzakelijk dwingend recht
2. Verbintenissenrecht = gaat over rechtsverhouding tussen rechtssubjecten onderling. Is
voornamelijk regelend recht
Iedere zaak is een goed, maar niet elke goed is een zaak.
Vermogensrecht is een goed maar geen zaak.
Eigenaar heeft goederenrecht
Rechthebbende heeft vermogensrecht
Crediteur (schuldeiser) heeft vorderingsrecht
Debiteur (schuldenaar) moet betalen
Beperkt gerechtigde = Rechthebbende heeft recht op een beperkt recht
Onroerende zaken = woningen, bedrijfsgebouwen, boom, ijzer en steenkool
Natrekking= Natrekking is een vorm van eigendomsverkrijging. Simpel gezegd: gebouwen, werken en
planten of bomen (onroerende zaken) zijn eigendom van de eigenaar van de grond waarop het staat
Registergoed= inschrijving in het openbaar register is nodig. Bijv. Roerende zaken, te boek gestelde
schepen of luchtvaartuigen, aandelen in registergoed, beperkte rechten op registergoed
Objectieve recht= alle geschreven en ongeschreven rechtsregels, vloeien voort uit wetten,
rechtspraak en gewoonte
Subjectieve recht= een recht dat een persoon in het concrete geval aan het objectieve recht ontleent
Ze moeten voldoen aan de volgende criteria:
- Afzonderlijk of samen met een ander recht overdraagbaar zijn
- Bedoeld zijn om de rechthebbende stoffelijk voordeel te geven
- Verkregen zijn in ruil voor of in het vooruitzicht gesteld stoffelijk voordeel
Volledige rechten = bestaat uit drie groepen
1. Eigendomsrecht = meest omvattende recht dat een persoon op een zaak heeft
2. Vorderingsrecht = geeft recht op prestatie
3. Rechten op de voortbrengselen van de geest = auteursrecht, octrooirecht,
merkenrecht
Objectief v subjectief recht - Bing video
Vruchtgebruik, pand en hypotheek kunnen op goederen rusten. Dus zaken en vermogensrechten
Erfdienstbaarheid, erfpacht en opstal kunnen alleen op zaken rusten.
Persoonlijke rechten = vorderingsrecht, het is een aanspraak op een schuldenaar
Afhankelijke rechten/accessoire rechten = 2 rechten zijn zo nauw verbonden dat ze niet zonder
elkaar kunnen
Absoluut recht = een recht dat tegen iedereen werkt (eigendomsrecht)
4
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper kelseylogt. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €7,49. Je zit daarna nergens aan vast.