In dit document staan verschillende proeftoetsen voor het vak Staatsrecht en alle antwoorden op de huiswerkvragen. Ik heb met behulp van mijn aantekeningen tijdens de hoorcolleges (Ook in dit document te vinden) een 7 gehaald. Ik wens jullie heel veel succes!! <3
Proeftentamen 1
1)Bonusvraag
Wat zijn de kenmerken van een staat?
a. Grondgebied, hoogste gezag, gemeenschap.
b. Grondgebied, democratie, gemeenschap.
c. Trias politica, hoogste gezag, gemeenschap.
2)Bonusvraag
Nederland vaart op het gebied van de legalisering van de prostitutie binnen Europa een
eigen koers. Dit is mogelijk omdat Nederland een:
a. gedecentraliseerde eenheidsstaat is.
b. soevereine staat is.
c. lidstaat van de Europese Unie is.
3)Bonusvraag
Een verblijfsvergunning asiel kan in Nederland worden verleend als de aanvrager:
a. over een machtiging voorlopig verblijf beschikt.
b. over een geldig paspoort beschikt.
c. aantoont dat sprake is van klemmende redenen van humanitaire aard.
4)Bonusvraag
Ten aanzien van uitzetting en uitlevering geldt in Nederland dat Nederlanders:
a. nooit uitgezet en uitgeleverd kunnen worden
b. onder bepaalde voorwaarden uitgezet kunnen worden, maar niet kunnen worden
uitgeleverd.
c. onder bepaalde voorwaarden uitgeleverd kunnen worden, maar niet kunnen worden
uitgezet.
5)Bonusvraag
In Nederland geldt een identificatieplicht.
Welk van de onderstaande bewering met betrekking tot de identificatieplicht is juist?
De identificatieplicht geldt:
a. uitsluitend voor Nederlanders.
b. uitsluitend voor niet-Nederlanders.
c. voor Nederlanders en niet-Nederlanders.
6) Bonusvraag
Nederlanders in het buitenland genieten diplomatieke bescherming.
Dit houdt in dat:
a. Nederlanders niet aan het buitenland worden uitgeleverd.
b. vertegenwoordigers van Nederland zich voor landgenoten in het buitenland zullen
inzetten, als daar aanleiding toe is.
c. Nederlanders die in het buitenland zijn veroordeeld altijd hun straf in Nederland mogen
uitzitten.
,7) Wat is de staatsrechtelijke status van Bonaire binnen het Koninkrijk der
Nederlanden? Bonaire is een:
a. zelfstandige staat binnen het Koninkrijk der Nederlanden.
b. openbaar lichaam binnen het Koninkrijk der Nederlanden.
c. bijzondere provincie binnen het Koninkrijk der Nederlanden.
8) Aninda die de Indonesische nationaliteit heeft, is van plan om vanuit Indonesië naar
Nederland te komen. Zij bezoekt voor korte tijd haar oma, die de Nederlandse nationaliteit
heeft. Wat heeft Aninda hiervoor nodig?
a. Een geldig paspoort.
b. Een geldig paspoort met een visum.
c. Een geldig paspoort met een machtiging voorlopig verblijf.
Week 2: De organisatie van de Nederlandse staat en het Koninkrijk, regering en parlement
9) Jasper is 15 jaar oud en wil zich in 2022 graag verkiesbaar stellen voor de
gemeenteraadsverkiezingen van Amsterdam. Welk kiesrecht zal Jasper hiermee uitoefenen?
Het:
a. actief kiesrecht via directe verkiezingen.
b. passief kiesrecht via directe verkiezingen.
c. actief kiesrecht via indirecte verkiezingen.
10) Een eenheidsstaat bestaat uit:
a. onzelfstandige delen met een centraal gezag.
b. grotendeels zelfstandige deelstaten die slechts voor bepaalde kwesties hun macht hebben
overgedragen aan een centraal gezag.
c. een samenwerkingsverband tussen zelfstandige staten.
11) Nederland is een democratische rechtsstaat. Wat is een belangrijk kenmerk van een
democratische rechtsstaat? Een democratische rechtsstaat is een staat waarin:
a. zowel de burger als de overheid is gebonden aan het recht.
b. de overheid de burgers een goed sociaal-economisch vangnet garandeert.
c. een samenwerkingsverband bestaat tussen zelfstandige staten.
12) De Staten-Generaal bestaat uit de Eerste en Tweede Kamer.
Welk recht is voorbehouden aan de Eerste Kamer? Het recht:
a. om een novelle in te dienen.
b. om een wetsvoorstel in te dienen.
c. van interpellatie.
13) Het kabinet in Nederland bestaat uitsluitend uit de:
a. ministers en de staatssecretarissen.
b. Koning en de ministers.
c. Koning, de ministers en de staatssecretarissen.
14) Welk van de onderstaande beweringen met betrekking tot de regering in Nederland is
juist?
Een regering:
,a. wordt direct door de burgers gekozen middels verkiezingen.
b. komt tot stand na Tweede Kamerverkiezingen en een kabinetsformatie.
c. wordt gekozen door de leden van de Provinciale Staten.
15) Wat is anno 2019 een van de rollen van de Koning in het Koninkrijk der
Nederlanden? De Koning:
a. benoemt de ministers en staatssecretarissen.
b. bestuurt het land.
c. dient wetsvoorstellen in.
16) Wie kiest de Commissaris van de Koning?
a. De Eerste Kamer.
b. De Tweede Kamer.
c. De regering.
17) Het legaliteitsbeginsel houdt in dat de:
a. overheid slechts mag optreden op grond van algemene regels die democratisch tot stand
zijn gekomen.
b. macht van de overheid gespreid is over verschillende organen of personen.
c. rechter de burgers bescherming biedt tegen willekeurig overheidsoptreden.
Week 3: Wet- en regelgeving en decentralisatie
18) Welke bewering over een initiatiefwetsvoorstel is juist? Een initiatiefwetsvoorstel wordt:
a. vastgesteld door de ministerraad.
b. ingediend door één of meer Tweede Kamerleden.
c. vastgesteld door de Raad van State.
19) Een ministeriele verordening gaat boven een:
a. algemene maatregel van bestuur.
b. EU-verordening.
c. gemeentelijke verordening.
20) In de term ‘wet in formele zin’ heeft het woord ‘formeel’ betrekking op de:
a. manier waarop de wet tot stand is gekomen.
b. manier waarop de wet gepubliceerd moet worden.
c. inhoud van het besluit.
21) Het doel van decentralisatie is het:
a. overdragen van macht van de gemeentes naar de centrale overheid.
b. beter kunnen inspelen op de speciale behoeften van een gebied, of beroepssector.
c. vergroten van de democratische controle op de overheid.
22) Wat behoort tot de taken van de burgemeester van een Nederlandse gemeente?
a. Het ontslaan en aannemen van wethouders.
b. Het vertegenwoordigen van de gemeente in en buiten rechte.
c. Het indienen van voorstellen over nieuwe gemeentelijke verordeningen.
23) Wie mag het grondrecht zoals dat is neergelegd in artikel 8 Grondwet, beperken?
, a. Alleen de formele wetgever.
b. Alleen de regering.
c. Eenieder aan wie deze bevoegdheid gedelegeerd is.
24) Welk van de onderstaande beweringen is juist?
a. over een initiatiefwetsvoorstel brengt de Raad van State een advies uit.
b. een initiatiefwetsvoorstel moet worden goedgekeurd door de regering.
c. een minister verdedigd zijn of haar initiatiefwetsvoorstel in de Tweede Kamer.
25)
Wat is het burgerinitiatief?
a. een wetsvoorstel van burgers, ingediend bij de Tweede Kamer.
b. een voorstel van burgers aan de Tweede Kamer om regelgeving tot stand te brengen.
c. een voorstel van burgers aan de regering om regelgeving tot stand te brengen.
26)
Bij een wijziging van de Grondwet vindt bij de tweede lezing de stemming plaats in de
volgende samenstelling:
a. Nieuwe Eerste Kamer, oude Tweede Kamer.
b. Nieuwe Tweede Kamer, oude Eerste Kamer.
c. Nieuwe Eerste Kamer, nieuwe Tweede Kamer.
Week 4: Grondrechten in Nederland
27) Welk van de onderstaande stellingen over grondrechten is juist? Grondrechten zijn
rechten die altijd:
a. onvervreemdbaar zijn.
b. waarborgnormen bevatten.
c. bestaan uit vrijheidsrechten.
28) Artikel 14 van de Grondwet vermeldt dat onteigening alleen kan geschieden “tegen
vooraf verzekerde schadeloosstelling”.
Wat voor soort beperkingsvoorwaarde is dit?
a. een doelvoorschrift.
b. een wetvoorschrift.
c. een procedurevoorschrift.
29) In welk van onderstaande citaten uit hoofdstuk 1 van de Grondwet is een sociaal
grondrecht vastgelegd?
a. Alle Nederlanders zijn op gelijke voet in openbare dienst benoembaar.
b. Het onderwijs is een voorwerp van de aanhoudende zorg der regering.
c. Ieder heeft het recht zijn godsdienst of levensovertuiging, individueel of in gemeenschap
met anderen, vrij te belijden, behoudens ieders verantwoordelijkheid volgens de wet.
30) Een Turkse werkneemster met een arbeidsovereenkomst bij De Venhorst wil graag het
islamitische Suikerfeest bijwonen en vraagt ruim voor de geplande datum verlof aan haar
werkgever. Deze weigert dat omdat dit feest geen Nederlandse feestdag is.
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper verapankras. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €6,49. Je zit daarna nergens aan vast.