Blok 3 Pedagogiek
Ontwikkeling van het kind
Hoorcollege 1: Praktische pedagogiek: De pedagoog in het
werkveld
Bijdrage als pedagoog bij opvoedingsmoeilijkheden
Drie gradaties van opvoedingsmoeilijkheden:
1. Opvoedingsvragen Alledaagse vragen van een opvoeder: streng zijn of luisteren, brutaliteit.
2. Opvoedingsspanningen Momenten wanneer de opvoeder vastloopt en niet meer weet hoe er
met iets om moet gaan. De opvoedingsvraag kan uitmonden in opvoedingsspanningen, met
gedragspatronen. Bij spanningen moet je ook gaan analyseren, waarbij je inzichten moet hebben.
3. Opvoedingsproblemen In de fundamenten is het mis, er is bijvoorbeeld gevaar in huis of continu
ruzie. Kinderen komen structureel in gedragspatronen, waarbij er geen veiligheid meer is. Een
professional met deskundigheid is van groot belang!
Drie rollen van een pedagoog:
1. Versterken van opvoedingsrelaties.
2. Herstellen van opvoedingsrelaties.
3. Samenhang aanbrengen in de opvoeding.
Verschillende werkvelden
De complexiteit neemt toe in de volgende contexten:
- Opvoedingsondersteuning;
- Kinderopvang;
- Onderwijs;
- Buurtpedagoog;
- Jeugdhulp bij opgroeien en opvoeden;
- Jeugd GGZ;
- Jeugdbescherming;
- Jeugdcriminaliteit;
- Chronisch zieke kinderen, een medisch pedagoog;
- Verstandelijke beperking.
Context 1: Opvoedingsondersteuning
Lokaal en preventief (dingen voorkomen).
Voorbeeld: Centrum voor Jeugd en Gezin Voor alledaagse opvoedvragen.
Doel Versterken van het
Geïndiceerde
primaire proces (vanuit ouder opvoedsteun
naar kind). Selectieve (concrete vraag
opvoedsteun met
- Vergroten van kennis en Universele (vragen waar je doorverwijzing).
competenties. opvoedsteun tegenaan loopt).
Informele (voorlichting
- Signaleren. opvoedsteun aan alle ouders).
- Verminderen van (buurvrouw).
draaglast.
- ‘Empowerment’.
,Context 2: Buurtpedagoog
De buurtpedagoog biedt opvoedondersteuning aan door actief de buurt in te gaan en naar mensen toe te
gaan en dichtbij ze te staan. Contextuele benadering.
Voorbeeld: Wijkteam, buurthuis, coaches, etc.
Doel Laagdrempelige ondersteuning op het grensvlak van opvoedvragen en opvoedspanning.
Context 3: Jeugdbescherming
De jeugdbescherming komt in beeld bij de opvoedproblemen.
Gedwongen hulp ter bescherming van het kind.
De Raad van Kinderbescherming krijgt signalen binnen als er iets niet goed gaat en gaat dit onderzoeken en
geeft adviezen (juridische kinderbeschermingsmaatregelen), de rechter besluit.
Juridische kinderbeschermingsmaatregelen:
- Ondertoezichtstelling (OTS) Toezicht op kind.
- Voogdijmaatregel Ontheffing van gezag.
Doel Veiligheid van het kind waarborgen, ouders ondersteunen en voorkomen van uithuisplaatsing.
Doelgroep: Kinderen van 0-18 jaar die te maken hebben met ernstige opvoed- en opgroeiproblemen.
Maatschappelijke context
Gemeenten zijn verantwoordelijk voor ‘inkopen’ zorg en preventie.
Bezuinigingen buurthuizen en jeugdpsychiatrie.
Juridische context
Relevante wetgeving:
Wet Maatschappelijke Ondersteuning (WMO; 2015), Nieuwe Jeugdwet (2015), Participatiewet (2003) en
wetswijzigingen i.v.m. Passend Onderwijs (2014).
Bedoeling van de wetten Gemeenten zijn verantwoordelijk geworden voor de jeugdzorg, het beroep op
zelfredzaamheid, maatwerk en de (arbeids)participatie.
, Vier niveaus van pedagogisch denken en handelen
Praktijkniveau: alledaags en impliciet
Het praktijkniveau is het alledaagse pedagogisch handelen en denken zoals dat wordt uitgeoefend door
ouders, leerkrachten, andere familieleden, de leidsters in de kinderopvang, etc.
Het handelen en denken berust op impliciete veronderstellingen, aannames, overtuigingen, wensen,
doelen en verwachtingen.
Voorbeeld: Het gebruik van verschillende rekenmethodes in de klas en jeugdzorg.
Zorgvuldig pedagogisch handelen Het sluit aan bij de praktijk.
Praktijktheorieniveau: professioneel en expliciet
Het praktijktheoretisch niveau is het pedagogisch handelen en denken van de professional of het
aansturen van pedagogisch handelen en denken door de professional. Het handelen en denken is expliciet.
Het denken en handelen berust op minstens één van de twee kennisfundamenten:
1. Tijdens de opleiding verworven theoretische en praktische professionele kennis.
2. In de professionele praktijk verworven kennis.
Voorbeeld: Het nadenken over welk van de drie rekenmethodes bij welke kinderen, op welke manier, het
beste kan worden ingezet.
Zorgvuldig pedagogisch handelen Er moet zorgvuldig en methodisch gehandeld en geëvalueerd worden.
Objecttheorieniveau: wetenschappelijk onderzoek
Bij het objecttheorieniveau wordt het wetenschappelijk onderzoek geplaatst naar pedagogisch denken en
handelen.
De professional neemt, ook eenmaal werkzaam in de praktijk, geregeld kennis op van de laatste
wetenschappelijke inzichten.
Voorbeeld: Onder alle drie de rekenmethodes liggen bepaalde theorieën over het ‘object’ rekenen, over wat
rekenen cognitief gezien vereist.
Zorgvuldig pedagogisch handelen Het wetenschappelijk onderzoek moet betrouwbaar zijn.
Metatheoretisch niveau: opvoedingsfilosofie en pedagogische stromingen
Bij het metatheoretisch niveau wordt er nagedacht over aspecten van de andere drie niveaus.
Het is een reflectief niveau, er wordt daadwerkelijk nagedacht over praktijk georiënteerde zaken. Er
wordt gekeken naar onderliggende normatieve aannames, uitgangspunten, opvattingen, doelen,
conceptualiseringen, ethische aspecten en de onderlinge relaties dartussen worden geanalyseerd.
Ook wordt er nagedacht over het wetenschappelijk onderzoek.
Zorgvuldig pedagogisch handelen Het gaat om de kracht van argumenten, om zindelijk redeneren.
Waarom deze onderscheiding in niveaus?
Professionals met verschillende opleidingen begeven zich op verschillende niveaus van denken en
handelen.
Alleen de wetenschappelijk opgeleid professional beheerst alle vier de niveaus.
Alle vier de niveaus zijn belangrijk, ze kunnen niet zomaar zonder elkaar.
Elk niveau kent eigen eisen voor goed denken en handelen en eigen vormen van bewijsvoering.
Een doelmatig handelend professional is zich bewust van het niveau van denken en handelen waarop hij
werkt, ziet in wanneer het nodig is om te switchen naar een ander niveau, en kan dat dan. Ook op de juiste
manier doen.