Hoofdstuk 1
Overheid
Het geheel van bestuurders en bestuurlijke colleges en het daarbij horende ambtelijke
apparaat, die gezag uitoefenen over de personen binnen het territoir waar de
gezagsuitoefening legitiem is.
De Nederlandse Staat
n Staat der Nederlanden Rechtspersoon
n Koninkrijk der Nederlanden
n Aruba, Curaçao en Sint-Maarten: zelfstandige landen binnen het Nederlandse
koninkrijk,
n Bonaire, Sint-Eustatius en Saba zijn ‘openbare lichamen’, bijzondere gemeentes.
n Het Koninkrijk der Nederlanden bestaat nu uit vier landen: Aruba, Curaçao, Sint-
Maarten en Nederland
Trias politica (Montesquieu)
n Opbouw van staat in 3 machten ten behoeve van onpartijdigheid en
machtenscheiding:
u 1. wetgevende macht (S-G)
u 2. uitvoerende macht (M)
u 3. rechtsprekende macht (rechters)
n Maar:
u Rechter vult normen wetten nader in
u Voor uitvoerende macht is er enige beleidsvrijheid
u Wetgevende macht wordt geadviseerd vanuit uitvoerende en rechtsprekende
macht
Huis van Thorbecke
n Parlementair stelstel
n Rechtsstaat
n Gedecentraliseerde eenheidsstaat
n Drie lagen (rijks, provincie, gemeenten)
n Maar ook waterschappen, politie- en veiligheidsregio’s, enz.
1848 belangrijk jaar voor de NL-staatsinrichting: grondwetswijziging begin
gedecentraliseerde eenheidsstaat. Taken en bevoegdheden overgedragen aan andere
overheidsorganen dan de centrale overheid. Centrale overheid staat voor eenheid
Parlementair stelsel
n Ministeriële verantwoordelijkheid
n Vertrouwensregel: Grapperhaus 1 ½ m
,Democratische rechtsstaat
De Nederlandse staat is onderworpen aan de regels van het recht.
Kenmerken rechtsstaat:
- Legaliteitsbeginsel niet met terugwerkende kracht
- Machtenscheiding Trias Politica
- Bestaan van vrije en geheime verkiezingen
- Grondrechten
Gedecentraliseerde eenheidsstaat
n Meerdere bestuurslagen
n Autonomie de besturen van provincies en gemeenten toch zelf mogen beslissen wat
ze doen
n Medebewind de provincie of de gemeente moeten dan een regel van de regering
uitvoeren
n Toezicht rijk let op provincie en provincie let op gemeente
n Decentralisatie: territoriaal en functioneel
De politieke stromingen/ideologieën in Nederland:
n 1. Liberalisme:
u Vrijheidbeginsel
n 2. Christen-democratie:
u Christelijke beginselen
n 3. Socialisme:
u Gelijkheidsbeginsel
n 4. Duurzame ontwikkeling
u Continuiteitsbeginsel
n 5. Nationalisme
u Souvereiniteitsbeginsel
Algemeen belang en deelbelangen
l Algemeen belang: behartigen hiervan is taak van de overheid.
l Belangen botsen echter vrijwel altijd:
u denk aan afweging economische versus milieu belangen
u korte termijn versus lange termijn belangen
u werknemers versus werkgevers belangen
l Poldermodel
Beleid
n Als verzameling van handelingen
n Als plan met doelen, middelen en acties, met tijdpad
n Als verzameling gebeurtenissen en momenten die leiden tot een besluit
Een actor
n Een deelnemer aan / betrokkene bij een beleidsproces
, Hoofdstuk 2
Staat:
l Grondgebied
l Bestuursgezag
l Staatsvolk
l Het bestuursgezag over het staatsvolk in een bepaald grondgebied
Ontwikkelingen staat en samenleving
l In plaats van naast staat de overheid nu in de samenleving
l Scheiding van kerk en staat
l Scheiding van grondbezit en staat (feodale staat)
l Scheiding van kapitaal en staat (kapitalistische staat)
Ontwikkelingen na WOII
l Van codificatie (volgen en vastleggen) naar modificatie (sturen en anticiperen)
l Verzorgingsstaat: verzorging van wieg tot graf door overheid, door sociale
voorzieningen en sociale verzekeringen
l Laatste jaren deregulering en privatisering
l In de 70 er jaren en rond eeuwwisseling: vernieuwing van de politieke cultuur
l Overheid:
¡ verzameling van vele overheidsorganisaties met verschillende belangen
¡ Het geheel van bestuurders en bestuurlijke colleges in een staatsverband en
het daarbij horende ambtelijke apparaat
Kenmerken Nederlandse overheid
l Gedecentraliseerde eenheidsstaat,
l Rijk deelt veel taken en bevoegdheden toe aan andere overheidsorganen (provincie
of gemeente).
l Drie bestuurslagen:
l 1. Rijk: o.a. defensie, buitenlandse zaken
l 2. Provincie: o.a. ruimtelijke ordening, waterstaat, milieu
l 3. Gemeente: o.a. brandweer, vuilnis, burgerlijke stand, bijstandsuitkeringen
Les 2 Hoofdstuk 7&8
Hoofdstuk 7
Organisatie
Een verzameling mensen die in een sociale structuur - op basis van arbeidsverdeling en
coördinatie van activiteiten - trachten doelen te bereiken.
l differentiatie en coordinatie
Formele organisatie
l Organisatiestructuur en organogram
l Verticale en horizontale arbeidsverdeling
l F-indeling (groepering naar gelijksoortige werkzaamheden)
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper demisleeuwenhoek. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €5,99. Je zit daarna nergens aan vast.