Stromingen in de psychologie & Kritisch denken, onderzoek en
ethiek
1. De student kan herkennen wat psychologie wel en niet is.
2. De student kent de zes vaardigheden voor kritisch denken en kan deze
herkennen in een korte casusbeschrijving.
Psychologie = "Studie van de geest". Psychologie wordt tegenwoordig beschouwt als
wetenschap van gedrag en mentale processen.
Psychiatrie
Er is een verschil tussen psychiatrie en psychologie. Vrijwel de enige overeenkomst die er is,
in kleine aantallen, is het behandelen van psychische stoornissen. Psychiatrie is namelijk een
medisch specialisme, dus geneeskunde samen met een opleiding over geestelijke en
gedragsmatige problemen. Psychologie beslaat het hele terrein van het menselijk gedrag,
geestelijke processen, van hersenfuncties tot sociale interacties.
Pseudopsychologie
Pseudopsychologie = een niet-onderbouwde psychologische aannamen die als
wetenschappelijke waarheden worden gepresenteerd, denk hierbij aan programma’s zoals
het zesde zintuig, waarzeggerij of handlezen. Om te voorkomen dat informatie verschaft op
basis van niet wetenschappelijk onderbouwde informatie is het belangrijk dat je kritisch
nadenkt.
Een vorm van niet wetenschappelijk bewijsmateriaal - anekdotisch bewijsmateriaal = dit
zijn de persoonlijke ervaringen van mensen
Bias = een vooroordeel of verkeerd beeld van een situatie, meestal gebaseerd op je
persoonlijke ervaring, mening, normen en waarden, etc.
- Emotionele bias
Het vormen van een bias op basis van je gevoel/emotie
- Confirmation bias
Wanneer je overtuigd bent van je mening en alleen informatie/feiten zoekt die bij je
mening passen. Wanneer je feiten tegenkomt die niet bij je mening passen, neig je
ernaar die te negeren.
9
, 6 vaardigheden voor kritisch denken
1. Wat is de bron?
Heeft de persoon die de bewering doet feitelijke kennis over de informatie. Zijn er
bijvoorbeeld politieke of financiële belangen bij.
2. Is de bewering redelijk of extreem?
Een bewering is bijvoorbeeld extreem als jij de enige of een van de weinige bent die
het gelooft, zoals het bestaan van marsmannetjes, je hebt dan heel hard en heel veel
bewijs nodig om dit aan te kunnen tonen.
3. Wat is het bewijsmateriaal?
Je hebt eigenlijk altijd wetenschappelijk bewijsmateriaal nodig, je kan het niet doen
op basis van de mening van een paar mensen.
4. Kan de conclusie beïnvloed zijn door bias?
Bias is letterlijk een vooroordeel – dit kan uiten in emotionele bias, omdat je
bijvoorbeeld ergens bang voor bent. Maar ook confirmation bias, je herinnert je
enkel de gebeurtenis die jouw standpunt ondersteunt. Dit is iets wat de hersenen
kunnen ‘inschakelen’, ze sluiten zich af voor informatie tegen hun overtuigingen.
5. Worden veelvoorkomend denkfouten vermeden
Om bevestiging te krijgen van de juistheid van de informatie heb je meerdere
ondersteunende gegevens nodig. Denkfouten kunnen ontstaan door ‘logisch’
redeneren. Zo is het bewezen dat meer ijs eten, zorgt voor meer moorden. Door
middel van logisch denken zou dit nooit kunnen kloppen, maar het is met feiten en
onderzoek bewezen.
6. Zijn voor het oplossen van problemen meerdere invalshoeken nodig?
Als we kijken naar criminaliteit en een afschrikprogramma, je hebt meer nodig dan
alleen een programma, het heeft namelijk ook te maken de omgeving, invloed,
persoonlijkheid, armoede of rijkdom, etc.
10