1.1 Waarom bewegingsonderwijs?
Bewegingsonderwijs is belangrijk omdat het kinderen de mogelijkheid geeft om met andere kinderen te spelen
en zich te ontwikkelen op allerlei terreinen buiten het bewegen.
Tijdens bewegingsonderwijs leren kinderen ook allerlei andere zaken tijdens de bewegingsactiviteiten. Dit is
mooi meegenomen, maar ze vormen niet de kern van de activiteiten.
Veel activiteiten die kinderen buiten schooltijd kunnen doen, zijn bewegingsactiviteiten. Het is belangrijk dat
kinderen met een ‘breed’ spectrum bekend zijn en mee kunnen doen.
Er zijn gebieden in kerndoelen die leerlingen in ieder geval moeten leren. Dit legt een basis voor de deelname
aan veel activiteiten uit dat gebied.
Bewegen is belangrijk voor lichamelijke ontwikkeling en gezondheid. Gymlessen leveren geen rechtstreekse
bijdrage hieraan, maar een indirecte, namelijk als het kinderen stimuleert ook buiten schooltijd te bewegen.
1.2 Doelstelling bewegingsonderwijs
In de bewegingscultuur staan er veel activiteiten onder begeleiding van een scheidsrechter, maar ook heel veel
zonder leiding. Daarom leer je kinderen om activiteiten zelfstandig te spelen.
Kortweg zijn er drie doelstelling:
1. Leren deelnemen aan bewegingsactiviteiten.
2. Leren met anderen deel te nemen aan bewegingssituaties.
3. Leren op eigen wijze met anderen deel te nemen aan bewegingssituaties.
Activiteiten worden gekozen op grond van de bewegingscultuur van nu en later. Criteria hiervoor zijn:
Gaat het om een activiteit waarin kinderen gedurende langere tijd zich bewegend kunnen ontwikkelen?
Gaat het om een activiteit die voor ieder kind toegankelijk is?
Gaat het om een activiteit die bepaalde groepen kinderen alleen via het onderwijs leren?
Tijdens gymlessen is er veel niveauverschil, daarom moeten er veranderingen ten opzichte van regels en
arrangementen plaatsvinden. Anders wordt er te weinig bewogen en/of te weinig geleerd.
Door kinderen zelfstandig activiteiten te laten doen, kunnen ze in groepen werken en zijn er meer kinderen
tegelijkertijd met activiteiten bezig. Hiervoor moeten leren wel leren omgaan met verschillen in vaardigheden.
Als kinderen hun grenzen op tijd aangeven en als anderen daarop op een juiste manier reageren, genieten de
kinderen meer van de bewegingsactiviteiten.
1.3 Didactiek is voor leerkrachten
Tijdens bewegingsonderwijs gaat het om verschillende keuzes die de leerkracht maakt en hoe die keuzes
samenhangen. Het gaat over de gekozen activiteit, over het kind die de activiteit doet, andere kinderen die
meedoen en over hoe de leerkracht zelf het bewegen probeert te beïnvloeden. Verder gaat het om de leerhulp die
een leerkracht biedt, opmerkingen of tips van andere kinderen of activiteiten die in dezelfde zaal aan de gang
zijn. Als laatste speelt ook de gemoedstoestand van het kind een rol, ervaringen in het verleden en bijvoorbeeld
of het kind bij het indelen van de groepjes bij zijn beste vriend zit.
1.4 Organiseren, optimaliseren en ontplooien
De eerste doelstelling ‘Leren deelnemen aan bewegingsactiviteiten’ richt zich op het optimaliseren van een
bewegingsactiviteit: het begeleiden van het bewegingsgedrag van kinderen zodat de kinderen beter leren
deelnemen aan bewegingsactiviteiten.
De tweede doelstelling ‘Leren met anderen deel te nemen aan bewegingssituaties’ heeft betrekking op het
organiseren van een bewegingssituatie: het inrichten, instrueren en organiseren van een les bewegingsonderwijs
zodat de kinderen met anderen kunnen deelnemen aan bewegingssituaties.
De derde doelstelling ‘Leren op eigen wijze met anderen deel te nemen aan bewegingssituaties’ doelt op het
ontplooien van de wijze waarop het kind een situatie doet: aandacht geven aan beleving van kinderen zodat de
kinderen hun eigen leermogelijkheden leren waarderen en behouden en hiervan genieten.
In de beschrijving van het boek draaien we de volgorde om: eerst loop je tegen organisatorische dilemma’s aan,
je gaat je les voorbereiden en maakt dan keuzes. Het doel daarvan is een les zo te organiseren dat alle kinderen
kunnen deelnemen. Binnen de organisatie spelen de kinderen ook een (grote) rol. Binnen deze algemene
, doelstelling ‘organisatie van een bewegingssituatie’ kan je dan ook leerdoelen voor kinderen afleiden, dit zijn
reguleringsdoelen.
Vervolgens wil je dat de kinderen beter leren deelnemen. (‘het optimaliseren van een bewegingsactiviteit’). Dit
kan alleen als de les naar wens verloopt en de kinderen leermogelijkheden hebben. Je kunt hiervoor leerdoelen
formuleren, dit zijn bewegingsdoelen.
De derde categorie heeft betrekking op de invulling van de eigen wijze van deelname van een kind aan een
bewegingssituatie. Dat noemen we belevingsdoelen.
Als lesgever bereid je altijd een aantal doelen voor. Of de doelen ook kunnen worden gerealiseerd hangt af van
allerlei factoren tijdens de les.
Het lesgeven bestaat uit drie fases:
1. Voorbereiden
2. Begeleiden
3. Evalueren
Bij het voorbereiden en het evalueren van de les lijkt het overzicht eenvoudiger en er is meer tijd beschikbaar
dan het daadwerkelijk is. Het voorbereiden en evalueren is net zo belangrijk als het uitvoeren. Een goede
evaluatie is vaak de beste voorbereiding voor een nieuwe les. In het begin van de uitvoering controleert de
lesgever of zijn voorbereiding wel past bij de huidige omstandigheden en tijdens de les wordt er eigenlijk alweer
geëvalueerd en zo nodig aangepast. Het is een cyclus.
1.5 Beginsituatie
Als een leerkracht een les wil voorbereiden, moet deze op de hoogte zijn van de beginsituatie van de school en
leerlingen. Als beginnende leerkracht zijn er een aantal dingen waar je je in kunt verdiepen. Zie blz. 19.
Door de beginsituatie voor je te hebben weet je vooral wat er niet mogelijk is.
Een ervaren leerkracht kent deze punten al en zal zich kunnen verdiepen in het niveau van de kinderen en de
groepsbanden. Dit heeft nog steeds niet te maken met hoe de les eruit zal zien, dat is pas de lesinhoud.
AARDE als voorbereiding
De voorbereidingen zijn opgebouwd zijn opgebouwd uit vijf elementen:
Activiteit omschrijving: wat er bewegend gaat gebeuren, de bewegingsactiviteit.
Arrangement: de opstelling van materialen en personen.
Regels: de afspraken over functies en functiewisselingen.
Doelen: datgene wat de leerkracht beoogt te bereiken.
Extra’s: wat je achter de hand houdt om iets een stapje makkelijker of moeilijker te maken.
Activiteit omschrijving
Het vaststellen van een introductiebasis begint met een omschrijving van de bewegingsactiviteit die centraal
staat in de bewegingssituatie. Het is belangrijk om de activiteit duidelijk te omschrijven voor een introductie.
De omschrijving geeft in een paar korte zinnen de kern van het bewegingsverloop aan.
Arrangement
Elke activiteit is afhankelijk van de materialen die worden gebruikt. Het soort materiaal en de opstelling van de
materialen bepalen voor een groot gedeelte de wijze waarop de bewegingsactiviteit kan worden uitgevoerd. Ook
het aantal deelnemers speelt een grote rol.
Een goed arrangement voldoet aan de volgende kenmerken:
Uitdagend
Haalbaar
Differentieerbaar
Overzichtelijk
Veilig
Regels
Elke activiteit is gebonden aan regels. Een leerkracht bereidt de situatie zo goed voor dat de kinderen zelf in stat
zijn om volgens de regels te werken. De regels moeten daarom wel passen bij het niveau van de kinderen.
Er is onderscheid tussen regels die te maken hebben met:
Het starten van de activiteit (startregel)
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper ls112. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €3,49. Je zit daarna nergens aan vast.