Sociale Wetenschappen
(Leerjaar 1 Periode 2)
Week 2 Gezondheid: wat is gezondheid?
Leerdoelen
De DIO kent verschillende definities van het begrip gezondheid.
Een definitie van gezondheid van de WHO uit 1948: gezondheid is een toestand van volledig
fysiek, geestelijk en sociaal welbevinden en niet van louter het ontbreken van ziekte.
De nieuwe definitie is geen definitie maar een zienswijze: gezondheid als het vermogen zich aan
te passen en een regie te voeren, in het licht van de fysieke, emotionele en sociale uitdagingen
van het leven.
De DIO kan het begrip positieve gezondheid uitleggen.
Positieve gezondheid is een benadering binnen de gezondheidszorg die niet de ziekte, maar een
betekenisvol leven van mensen centraal stelt. De nadruk ligt op de veerkracht, eigen regie en het
aanpassingsvermogen van de mens en niet op de beperking of ziekte zelf.
Verschil tussen infectieziektes en chronische ziektes
Infectieziektes: ziekten die worden veroorzaakt door bacteriën, virussen, schimmels of
parasieten. Na een tijdje word je beter.
Chronische ziektes: een aandoening die nooit meer helemaal overgaat.
Veerkracht: het vermogen om te herstellen van stress en tegenslag (weestand bieden,
aanpassen, omgaan met verandering)
Draagkracht/draagvermogen: vermogen om een bepaalde last te dragen.
De DIO kan de begrippen omtrent gezondheid gebruiken binnen zijn rol als voorlichter.
-
, Week 4 Sociale Psychologie
Leerdoelen
De DIO kent de begrippen sociale rol, sociale norm, conformisme, groepsdenken en
cohesie en kan de link tussen deze begrippen en de diëtist in de rol van voorlichter
maken.
De DIO kent en herkent in casuïstiek de begrippen nabijheid, gelijkenis, openheid en
interpersoonlijk aantrekkingskracht.
De DIO kent en herkent fundamentele attributiefouten, de self-serving bias, discriminatie
en vooroordelen en kan deze begrippen linken aan de rol van de diëtist als voorlichter
Samenvatting Psychologie Een Inleiding
Hoofdstuk 11 Sociale Psychologie
Kernvraag 11.1 Hoe beïnvloed de sociale situatie ons gedrag?
§ 11.1.1 Sociale Gedragsnormen
Sociale Rollen en Sociale Normen
Sociale rol: sociaal gedefinieerd gedragspatroon dat mensen in een bepaalde situatie of groep
dienen te vertonen.
Sociale rollen vertellen hoe je je moet gedragen door duidelijk te maken wat je zou moeten doen,
hoe je dat zou moeten doen, wanneer, waar en waarom.
Sociale norm: de attitudes en gedragingen die een groep passend vindt voor zijn eigen leden.
Sociale normen kunnen zeer ruime gedragsrichtlijnen zijn, zoals ideeën over acceptabele
politieke en religieuze opvattingen. Sociale normen kunnen ook heel specifiek zijn, zoals stil zijn
in de bibliotheek.
Wanneer je je aansluit bij een nieuwe groep volg er altijd een aanpassingsperiode. In deze
periode probeer je uit te vinden hoe je je moet gedragen om erbij te horen. Je bent dus bezig met
het uitzoeken wat de sociale normen zijn binnen die groep.
Dit gebeurt op twee manieren:
Je let op de uniformiteit (eenheid of gelijksoortigheid)
Je let op de frequentie van bepaalde gedragingen
Je merkt de negatieve consequenties van een overtreding van een sociale norm op
Schema’s en Scripts
Script: een script is iemands kennis over de volgorde van gebeurtenissen en handeling die van
een bepaalde sociale rol in een bepaalde situatie wordt verwacht
§ 11.1.2 Conformisme
Conformisme
Kameleoneffect: de neiging anderen na te bootsen, genoemd naar het dier dat van kleur
verandert, zodat het niet opvalt in uiteenlopende omgevingen.
Het Asch-effect
Asch-effect: vorm van conformisme waarbij een groepsmeerderheid het oordeel van een
individu beïnvloedt.