In deze samenvatting komen de hoofdstukken uitgebreid aan bod van het boek: ‘E-Commerce & E-Business.’ Het tentamen Backoffice heb ik door deze samenvatting met een mooie 6,5 kunnen afronden op Windesheim.
Vragen? Stuur een naar:
Hoofdstuk 1:
e-commerce: het zo veel mogelijk uitvoeren van het commerciële proces via internet.
e-business: het regelen van het hele primaire proces via internet. Het zakendoen gaat sneller
doordat het geautomatiseerd is en zo veel mogelijk via internet verloopt. Definitie: ‘het
geheel aan activiteiten van een onderneming dat gebruikmaakt van het internet en/of op IP-
gebaseerde software.’
IP-gebaseerde software:
Waardeketen: is de keten van activiteiten die grondstoffen, handelingen en/of informatie
omzetten in een product of dienst voor klanten.
Waardeketen van Porter: Inkomende logistiek productie uitgaande logistiek
marketing en verkoop after sales service
Primaire activiteiten: zijn alle activiteiten waarvan de output direct bijdraagt aan het
resultaat van de klant.
Ondersteunende activiteiten: Human Resources en technologische ontwikkelingen.
Ondersteunen de primaire activiteiten.
Supply chain: Dat bijvoorbeeld ruwe materialen na productie worden bewerkt door andere
organisaties om uiteindelijk als eindproduct dient voor de consument.
Supply chain management: is het optimaliseren van de processen waarmee de organisatie
de productie van goederen of diensten plant, materialen van verschillende leveranciers
inkoopt, de producten of diensten produceert en bij de klant brengt en retouren afhandelt
(integraal ketenbeheer).
Electronic data interchange (EDI): is het concept van bedrijven die elektronische informatie
communiceren die traditioneel op papier werd gecommuniceerd, zoals inkooporders en
facturen.
Het e-business proces wordt ondersteund door drie veranderingen/ontwikkelingen:
-Organisaties nemen de klant steeds meer als uitgangspunt
-Bedrijfsprocessen worden steeds vaker uitgevoerd door meerdere organisaties
-Veranderingen in de markt volgen elkaar in hoog tempo op en bedrijfsprocessen moeten
steeds sneller worden aangepast
Push pull: organisaties kunnen niet langer met behulp van communicatie en distributie
hun producten naar de consument pushen, maar moeten ervoor zorgen dat de klanten naar
de producten gaan vragen
,Individuele waardepropositie: een aanbod op maat dat exact aansluit bij hun situatie en
wensen.
Outsourcing: steeds meer organisaties kiezen hiervoor, het uitbesteden van activiteiten die
zij eerst zelf uitvoeren. De reden hiervoor is dat een andere organisatie betere kwaliteiten
kan leveren of het goedkoper kan uitvoeren.
Collaborative commerce: het optimaliseren van waarde creatie door bedrijfsprocessen te
integreren en informatie uit te wisselen met partners via internet
Waardenetwerk: het gezamenlijke netwerk van partners dat het primaire proces faciliteert
en uitvoert.
Concurrentievoordeel: de beste bedrijfsresultaten behalen en behouden.
1. traditionele organisatie: communicatie met klanten verloopt alleen offline
2. online marketing communicatie: in deze fase kunnen klanten via de website informatie
over de organisatie en haar producten krijgen, geen interactie
3. online verkoop: klanten kunnen via de website orders plaatsen en betalen
4. e-commerce: klanten kunnen transacties en wijzigingen geheel uitvoeren op de website.
Iedereen heeft toegang op zijn eigen account CRM systeem wordt gehanteerd Zowel e-
commerce aan de verkoopkant (richting de klant) als e-commerce aan de inkoopkant
(richting leveranciers)
5. e-business: de interactie verloopt met klanten volledig geautomatiseerd, automatisering
van primaire bedrijfsprocessen en interne informatiesystemen, geautomatiseerde data
uitwisseling met leveranciers en integrale data-analyse.
6. e-Enterprise: alle bedrijfsprocessen zijn geautomatiseerd, er is integratie van het
informatiesysteem met dat van partnerorganisaties, data-analyse vindt plaats op het niveau
van de supply chain
Intranet: communicatie binnen een bedrijf
Extranet: communicatie met partners in een besloten omgeving
Enterprise resource planning (ERP): houdt in dat de afdelingen binnen een organisatie hun
administraties, bedrijfsprocessen, voorraadbeheer, interne logistieke etc. met elkaar
verbinden
Semi dynamische samenwerking: als er periodiek van partner kan worden gewisseld,
bijvoorbeeld na afloop van een contract
Dynamische samenwerking: Als de samenwerking wordt aangegaan voor de duur van de
uitvoering van een order.
Ultra dynamische samenwerking: als er tijdens een order van partner kan worden verwisseld
, Marketing: het omvat de ontwikkeling, prijsbepaling, promotie en distributie van producten,
diensten of ideeën om een reputatie te vestigen, ruiltransacties te bevorderen en duurzame
relaties met afnemer te creëren. Ook het verwerven van klanten.
E-manufacturing: is de integratie van systemen, om de correcte verspreiding van informatie
door de waardeketen van een bedrijf te verzekeren, gebruikmakend van passende
technologie, zoals internetprotocol.
Product to demand: de organisatie gaat een product pas produceren als de order binnen is.
Procurement: aanschaffen, bezorgen, krijgen en koppelen. Het begint bij de
behoeftevaststelling van de klant, vervolgt met de uitvoering van het tactische en
operationele inkoopproces en eindigt met de afhandeling van activiteiten zoals
voorraadbeheer, ontvangst producten en magazijnbeheer
E-procurement: als een organisatie bij het uitvoeren van bovenstaande activiteiten
(procurement) in het inkoopproces gebruik maakt van internettechnologie
Multichanneldistributie: Wanneer de twee kanalen onafhankelijk van elkaar functioneren.
Crosschanneldistributie: Als de fysieke en online winkel met elkaar geïntegreerd zijn, als je
een online gekocht product kan retourneren in een fysieke winkel.
Omnichanneldistributie: Hierbij sluiten alle distributiekanalen met elkaar aan
Customer Relationship Management systeem: In dit systeem worden alle interacties met
huidige en toekomstige klanten bijgehouden, bijvoorbeeld persoonlijke data van de klanten
en transactie en communicatieve data.
Advanced planning and scheduling (APS): software die ervoor zorgt bij vertragingen dat dat
de planning wordt aangepast.
Enterprise resource planning (ERP): verbindt de verschillende data door de hele organisatie
heen.
Hoofdstuk 2:
Strategie: is de richting waarin de organisatie zich op lange termijn beweegt.
Strategieën binnen organisaties kennen drie niveaus:
1. Corporate niveau: betreft de totale reikwijdte van de organisatie en de manier waarop de
bedrijven die daarvan onderdeel uitmaken waarde toevoegen aan de organisatie als geheel.
2. Bedrijfsniveau: betreft de manier waarop individuele organisaties waarde creëren voor
hun klanten en concurreren in hun markten.
3. Operationeel niveau: betreft de manier waarop de onderdelen van een organisatie de
corporate en bedrijfsstrategie uitvoeren door middelen, mensen en processen in te zetten.
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper D1706Samenvattingen. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €7,99. Je zit daarna nergens aan vast.