H5 Investeringsprojecten
Investeringsselectie (capital budgeting): het analyseren van investeringsalternatieven en
het kiezen van de alternatieven die worden uitgevoerd
Investeren: het vastleggen van vermogen in activa (kapitaalgoederen)
Vervangingsinvesteringen: investeringen die dienen om de productiecapaciteit in stand te
houden
Uitbreidingsinvesteringen: investeringen die de productiecapaciteit vergroten
Investeringsproject: het geheel van investeringen in bij elkaar behorende vaste en vlottende
activa
Vrije kasstroom: het bedrag dat vrij beschikbaar is voor de verstrekkers van het eigen
vermogen en het rentedragend vreemd vermogen, het verschil tussen de bruto-ontvangsten
door verkoop van producten en de uitgaven in verband met de aanschaf en aanwending van
productiemiddelen in een bepaalde periode
= periodewinst na belastingen + afschrijvingen – investeringen + desinvesteringen
‘Cash is a fact, profit is an opinion’
Tijdvoorkeur: het verschil in waarde tussen twee dezelfde bedragen die op een verschillend
moment worden ontvangen, de ontvangst van een bedrag wordt hoger gewaardeerd als
deze eerder plaatsvindt
Opportunity costs: het missen van de opbrengst doordat een bedrag pas later wordt
ontvangen
Gemiddelde vermogenskostenvoet: de gemiddelde kostenvoetwaartegen de onderneming
vermogen kan aantrekken, de kosten van het vermogen bestaan uit de vergoeding aan
eigenvermogenverschaffers als die aan de vreemdvermogenverschaffers wordt uitgekeerd
Periodewinst: het verschil tussen opbrengsten en kosten in een bepaalde periode
Desinvesteringen: bij het einde van het project het niet nodige activa vrijlaten (restwaarde)
Vrije kasstroom in een investeringsproject
Start: aankoop vaste activa, toename netto werkkapitaal
Tijdens: omzet, kosten, belastingen, afschrijvingen, mutaties netto werkkapitaal
Einde: verkoop vaste activa, afname netto werkkapitaal
Marginale belastingvoet: de belastingvoet die betaald wordt over de extra behaalde periode
winst boven op de winst die met de al bestaande activiteiten wordt gemaakt
Rentabiliteit: de verhouding tussen winst (of inkomen) en het vermogen dat deze winst
heeft verdiend
= winst/ gemiddeld geïnvesteerd vermogen
Gemiddelde boekhoudkundige rentabiliteit (GBR): rentabiliteit van het investeringsproject
Terugverdienperiode: de periode die verstrijkt tot het oorspronkelijke investeringsbedrag
geheel is terugontvangen uit de vrije kasstromen na aanvang van het project
Financiële rekenkunde: om verschillende momenten in de tijd vergelijkbaar te maken
Enkelvoudige interest: interest wordt elke keer berekend over het oorspronkelijke bedrag,
over het interestbedrag wordt geen interest gerekend
Samengestelde interest: interest wordt berekend over het totaal van de oorspronkelijke
lening plus de al vervallen interest, dus over een periodiek steeds hoger wordend bedrag. De
interest bedraagt zelf ook interest
, Eindwaarde: de waarde van een kapitaal op een toekomstig tijdstip
Contante waarde: huidige waarde van de in de toekomst vervallend kapitaal of kapitalen
Nettocontantewaardemethode: berekent de contante waarde van de verwachte vrije
kasstroom bij de start van het project, inclusief het oorspronkelijke investeringsbedrag,
waarbij als disconteringsvoet (interest) de gemiddelde vermogenskostenvoet van de
onderneming wordt gebruikt
Interne rentabiliteit: meet de rentabiliteit van een investeringsproject door de
disconteringsvoet (interest) te bepalen, waarbij de contante waarde van de verwachte vrije
kasstroom gelijk is aan het investeringsbedrag
Risico-opslag: bij berekening van de netto contante waarde worden de vrije kasstromen
contant gemaakt tegen een hogere interestvoet, waardoor de netto contante waarde lager
wordt
Leasing: huren van duurzame productiemiddelen, twee vormen; financial lease en
operational lease
Financial lease: onopzegbaar huurcontract met in het algemeen een lange looptijd, vaak een
koopoptie meegenomen in het contract, waardoor huurder aan het einde van de looptijd de
keuze heeft om het object te kopen -> risico ligt volledig bij de huurder (economisch
eigendom) -> betalingsverplichtingen worden aan de creditzijde opgenomen
Operational lease: op korte termijn opzegbaar huurcontract, waarbij het onderhoud en
dergelijke voor rekening komen van de verhuurder -> vooral bij duurzame
productiemiddelen met een snelle economische veroudering -> risico ligt bij de
leasemaatschappij -> object wordt niet op de balans van de gebruiker gemeld
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper elinesmit1. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €3,89. Je zit daarna nergens aan vast.