Dit document bevat een overzichtelijke samenvatting van het studieboek Sociologie, samengesteld door S. Garic en H. Westerveld (2012). Het boek is speciaal samengesteld voor Hogeschool Windesheim, domein Gezondheid en Welzijn, opleiding HBO Social Work. Alle verplichte leerstof is in de samenvattin...
Emma van ‘t Ende. Bron: Garic en Westerveld (2021). Sociologie. Hogeschool Windesheim, Social Work.
,Inhoudsopgave
Inhoudsopgave 1
Leeswijzer 7
Hoofdstuk 1 - Wat is sociologie? 8
§1.1 Het sociologisch perspectief 8
§1.2 Het belang van een mondiale visie 8
§1.3 het sociologisch perspectief in de praktijk 10
§1.4 Het ontstaan van de sociologie 10
§1.4.1 Sociale veranderingen en sociologie 10
e
§1.4.2 Wetenschap en sociologie 10
§1.5 Sociologie en de moderne samenleving 11
d
§1.5.1 Moderniteit 11
§1.5.2 Ferdinand Tönnies: de teloorgang van de gemeenschap 11
En
§1.5.3 Emile Durkheim: arbeidsverdeling 11
§1.5.4 Max Weber: rationalisering 11
§1.5.5 Karl Marx: kapitalisme 12
§1.5.6 Drie hoofdvragen van de sociologie 12
§1.6 Groei en bloei van sociologie
Hoofdstuk 2 - Cultuur
't 12
12
n
§2.1 Wat is cultuur? 12
§2.2 Cultuurelementen 13
va
§2.2.1 Symbolen 13
§2.2.2 Taal 13
§2.2.3 Waarden en overtuigingen 14
§2.2.4 Normen 14
a
§2.2.5 Sociale controle 14
m
§2.3 Technologie en cultuur 15
§2.4 Culturele diversiteit 15
§2.4.1 Hoge en populaire cultuur en 2.4.1 Subcultuur 15
Em
§2.4.3 Multiculturalisme 16
§2.4.4 Tegencultuur 16
§2.4.5 Culturele veranderingen 16
§2.4.6 Etnocentrisme en cultuurrelativisme 16
§2.4.7 Een mondiale cultuur? 17
§2.5 Theoretische cultuuranalyses 17
§2.5.1 De functies van een cultuur: de structureel-functionalistische analyse 17
KRITIEK 17
§2.5.2 Ongelijkheid en cultuur: de conflictsociologie 18
KRITIEK 18
§2.5.3 Evolutie en cultuur: de sociobiologie 18
1
, KRITIEK 18
Overzicht benaderingen 18
§2.6 Cultuur en menselijke vrijheid 19
Hoofdstuk 3 - Socialisatie: van jeugd tot ouderdom 19
§3.1 Sociale ervaringen: de sleutel tot ons mens-zijn 19
§3.1.1 De ontwikkeling van de mens: natuur en omgeving 19
§3.2 Inzicht in het socialisatieproces 19
§3.2.1 Sigmund Freuds elementen van de persoonlijkheid 20
§3.2.2 Piagets cognitieve ontwikkelingstheorie 20
§3.2.3 Lawrence Kohlbergs theorie van de morele ontwikkeling 20
e
§3.2.4 Carol Gilligans theorie over sekse en morele ontwikkeling 20
d
§3.2.5 George Herbert Meads theorie van het sociale zelf 21
§3.2.6 De ontwikkelingsfasen van Erik H. Erikson 21
En
§3.3 Omgevingsvariabelen die het socialiseringsproces richting geven 21
§3.3.1 Socialisatie en gender 21
§3.3.2 Het gezin 22
§3.3.3 De school 22
§3.3.4 De peergroup
§3.3.5 Massamedia
§3.4 Socialisatie en levensloop
't 22
22
22
n
§3.4.1 De kinderjaren 22
va
§3.4.2 De adolescentie 23
§3.4.3 De volwassenheid 23
§3.4.4 De ouderdom 23
§3.4.5 Dood en sterven 23
a
§3.4.6 De levensloop: patronen en variaties 23
§3.5 Totale instituties 23
m
Hoofdstuk 4 - Sociale interactie in het dagelijks leven 24
§4.1 Sociale structuur: een gids voor het dagelijks leven 24
Em
§4.2 Status 24
§4.2.1 Toegeschreven en verworven status 24
§4.2.2 Masterstatus 25
§4.3 Rol 25
§4.3.1 Rolfonclift en rolspanning 25
§4.3.2 Opgeven van een rol 25
§4.3.3 Status en rol 25
§4.4 De sociale constructie van de werkelijkheid 25
§4.4.1 Het Thomas-theorema 26
§4.4.2 Etnomethodologie 26
§4.4.3 Het creëren van de werkelijkheid: klasse en cultuur 26
2
, §4.5 Dramaturgische analyse: zelfpresentatie 26
§4.5.1 Presentaties 27
§4.5.2 Non-verbale communicatie 27
§4.5.3 Sekse, macht en optreden 27
§4.5.4 Idealisering 27
§4.5.5 Schaamte en tact 28
§4.6 Interactie in het dagelijks leven: drie toepassingen 28
§4.6.1 Emoties: de sociale constructie van gevoelens 28
§4.6.2 Taal: de sociale constructie van sekse en macht 28
§4.6.3 Spelen met de realiteit: de sociale constructie van humor. 28
e
Hoofdstuk 5 - Groepen en organisaties 29
d
§5.1 Sociale groepen 29
§5.1.1 Primaire en secundaire groepen 29
En
§5.1.4 Referentiegroepen 31
Stouffers onderzoek 31
§5.1.5 Ingroepen en outgroepen 31
§5.1.6 Groepsgrootte 31
Dyade en triade
't
§5.1.7 Sociale diversiteit: etniciteit, klasse en sekse
§5.1.8 Netwerken
31
32
32
n
§5.2 Formele organisaties 32
va
§5.2.1 Formele organisatietypen 32
§5.2.2 Het ontstaan van formele organisaties 32
§5.2.3 De kenmerken van een bureaucratie 33
§5.2.4 De omgeving van een organisatie 33
a
§5.2.5 De informele kant van een bureaucratie 34
§5.2.6 De problemen van een bureaucratie 34
m
§5.3 De evolutie van formele organisaties 34
§5.3.1 Scientific management 34
Em
§5.3.2 De eerste uitdaging: etniciteit en sekse 34
§5.3.5 McDonaldisering van de samenleving 35
§5.4 De toekomst van organisaties: tegenstrijdige ontwikkelingen 35
Hoofdstuk 6 - Sociale stratificatie 35
§6.1 Wat is sociale stratificatie? 35
§6.2 Kastenstelsels en klassensystemen 36
§6.2.1 Het kastenstelsel 36
§6.2.2 Het klassensysteem 36
Meritocratie 36
Statusconsistentie 37
§6.2.3 Kaste en klasse: Europa en Groot-Brittanië 37
3
, Het standensysteem 37
§6.2.4 Klassenloze samenlevingen? De voormalige Sovjet-Unie 37
De moderne Russische Federatie 38
§6.2.5 China: opkomende sociale klassen 38
§6.2.6 Ideologie: de macht achter stratificatie 38
§6.3 De functies van sociale stratificatie 38
§6.3.1 Davis-Moorethese 38
KRITIEK 38
§6.4 Stratificatie en conflict 39
§6.4.1 Karl Marx: klassenstrijd 39
e
KRITIEK 39
d
§6.4.2 Waarom bleef de marxistische revolutie uit? 39
§6.4.3 Max Weber: klasse, status en macht 40
En
Ongelijkheid in historisch perspectief 40
KRITIEK 40
§6.5 Stratificatie en interactie 40
KRITIEK 41
De kuznetscurve
§6.7 Ongelijkheid in Nederland
't
§6.6 Stratificatie en technologie: een wereldwijd perspectief 41
41
41
n
§6.7.1 Inkomen, vermogen en macht 41
va
§6.7.2 Onderwijs 41
§6.7.3 Beroepsprestige 41
§6.7.4 Het belang van voorouders, etniciteit en gender 42
§6.7.5 Gender en ongelijkheid 42
a
§6.7.6 Ongelijkheid en gender in wereldwijd perspectief 42
KRITIEK 42
m
§6.8 Klassen in Nederland 43
§6.8.1 De bovenklasse 43
Em
§6.8.2 De hogere bovenklasse 43
De lagere bovenklasse 43
§6.8.3 De middenklasse 43
De bovenkant van de middenklasse 43
De gemiddelde middenklasse 43
§6.8.4 De lagere of arbeidersklasse 44
§6.8.5 De onderklasse 44
§6.9 Het verschil dat klassen maken 44
§6.9.1 Gezondheid 44
§6.9.2 Waarden en attitudes 44
§6.9.3 Politiek 44
4
, §6.9.4 Gezin en sekse 45
§6.10 Armoede in Nederland 45
§6.10.1 De mate van armoede 45
§6.10.2 Wie zijn de armen? 45
§6.10.3 Armoede verklaard 46
Visie A - De schuld ligt bij de mensen zelf 46
Visie B - De schuld ligt bij de samenleving 46
KRITIEK 46
§6.10.5 Dak- en thuislozen 46
§6.10.6 Klasse, welvaart, politiek en waarden 47
e
Hoofdstuk 7 - Seksualiteit 47
d
§7.1 Seksualiteit begrijpen 47
§7.1.1 Sekse als biologisch verschijnsel 47
En
§7.1.2 Seks en het lichaam 48
§7.1.3 Seks als cultureel verschijnsel 48
§7.1.4 Het incesttaboe 49
§7.1.5 Matriarchaat, patriarchaat en seksisme 49
§7.2 Seksuele oriëntatie
't
§7.2.1 Hoe ontstaat onze seksuele oriëntatie?
KRITIEK
50
50
50
n
§7.2.2 Hoeveel homoseksuele mensen zijn er? 51
va
§7.2.3 Homo-emancipatie 51
§7.3 Seksuele vraagstukken en controversen 51
§7.3.1 Tienerzwangerschappen. 51
§7.3.2 Pornografie 51
a
§7.3.3 Prostitutie 51
Vormen van prostitutie 52
m
§7.3.4 Seksueel geweld: verkrachting 52
§7.4 Theoretische analyses van de seksualiteit van de mens 52
Em
§7.4.1 Structureel functionalisme 52
KRITIEK 52
§7.4.1 Het symbolisch interactionisme 53
KRITIEK 53
§7.4.3 De conflictsociologie 53
Seksualiteit: een reflectie van sociale ongelijkheid 53
Seksualiteit: het creëren van sociale ongelijkheid 53
De queer-theorie 53
KRITIEK 53
Hoofdstuk 8 - Gezin en familie 54
§8.1 Familie en gezin: basisbegrippen 54
5
, §8.2 Familie en gezin: mondiale verschillen 54
§8.2.1 Huwelijkspatronen 54
§8.2.2 Woonpatronen 54
§8.2.3 Afstammingspatronen 55
§8.2.4 Gezagspatronen 55
§8.2.5 Genderpatronen 55
§8.3 Theoretische analyse van het gezin 55
§8.3.1 De functies van het gezin: structureel functionalisme 55
§8.3.2 Ongelijkheid en het gezin: de conflictsociologie en feministische benadering 55
§8.3.3 Het creëren van het gezinsleven: een analyse op microniveau 55
e
§8.4 Fasen in het gezinsleven 56
d
§8.4.1 Flirten en romantische liefde 56
§8.4.2 Zich vestigen: ideale en reële huwelijken 56
En
§8.4.3 Kinderen grootbrengen 56
§8.4.4 Vaderschap 56
§8.4.5 Het gezin op latere leeftijd 56
§8.5 Overgangen en problemen in het gezinsleven 57
§8.5.1 Echtscheiding
't
§8.5.2 Tweede huwelijken en samengestelde gezinnen
§8.6 Alternatieve gezinsvormen
57
57
57
n
§8.6.1 Eenoudergezinnen 57
va
§8.6.2 Samenwonen 58
§8.6.3 Homoseksuele paren 58
§8.6.4 Alleenwonenden 58
§8.7 Nieuwe voortplantingstechnologieën 58
a
§8.8 Gezinnen: een vooruitblik 58
Literatuurlijst 59
m
Em
6
,Leeswijzer
Dit document bevat een overzichtelijke samenvatting van het studieboek Sociologie,
samengesteld door S. Garic en H. Westerveld (2012). Het boek is speciaal samengesteld
voor Hogeschool Windesheim, domein Gezondheid en Welzijn, opleiding HBO Social Work.
Alle verplichte leerstof is in de samenvatting opgenomen, aangevuld met aantekeningen
van hoorcolleges.
Alle begrippen zijn dikgedrukt weergeven en alle sociologen en andere belangrijke
persoonsnamen zijn cursief weergeven. Aan het einde van het document is een literatuurlijst
opgenomen.
d e
Aan dit document kunnen geen rechten worden ontleend. Dit document is auteursrechtelijk
beschermd. Elektronisch verspreiden en kopiëren, in zijn geheel of gedeeltelijk, is strafbaar.
En
Wees je er van bewust dat op iedere pagina jouw naam en email is afgebeeld.
't
n
va
a
m
Em
7
, Hoofdstuk 1 - Wat is sociologie?
§1.1 Het sociologisch perspectief
Sociologie is het systematisch onderzoek van de menselijke samenleving. De kern van deze
discipline bestaat uit een geheel eigen gezichtspunt dat we de sociologische visie of het
sociologisch perspectief noemen. Deze laat zien hoeveel invloed de samenleving heeft op
het leven van individuen.
● Peter Berger (1963) noemt deze visie ‘het algemene in het bijzondere zien’. Hij bedoelt
hiermee dat je in het gedrag van bepaalde mensen algemene patronen ziet. Elk
individu is uniek, maar de wijze waarop de samenleving inhoudelijk van invloed is op
e
het leven van mensen die tot uiteenlopende categorieën behoren kan zeer sterk
d
verschillen.
● Een andere visie die velen hebben is ‘het ongewone in het bekende kunnen gaan
En
zien’. Dit perspectief brengt met zich mee dat we het bekende idee dat we zelf
bepalen hoe ons leven eruitziet, moeten loslaten voor de in eerste instantie vreemde
gedachte dat de samenleving onze beslissingen en ervaringen beïnvloedt.
● Emile Durkheim (1858-1917) liet zien dat persoonlijke keuzes eigenlijk ook gemaakt
worden door invloed van sociale factoren. Hij toont hiermee het karakter van
groepsnormen aan. 't
● C. Wright Mills noemde vond dat mensen die gebruikmaken van ‘sociologische
n
verbeeldingskracht’ een beter inzicht kregen in het functioneren van de samenleving
en de wijze waarop dit hun leven beïnvloedt.
va
● Mensen die een positie van buitenstaander innemen of een sociale crisis doormaken
zullen eerder het sociologisch perspectief hanteren.
○ Hoe groter de marginaliteit van een individu, hoe beter hij in staat is om het
sociologisch perspectief te hanteren. Zij zijn zich bewust van bepaalde sociale
a
patronen waar anderen nooit aan denken.
○ De bevoorrechte mensen zijn geneigd om te denken dat ze zelf
m
verantwoordelijk zijn voor het leven dat zij leiden.
§1.2 Het belang van een mondiale visie
Em
De nieuwe informatietechnologie heeft ervoor gezorgd dat veel academische disciplines
mondiaal of globaal perspectief hanteren: het bestuderen van de wereld in zijn geheel en
de plaats die onze samenleving daarin inneemt. Een mondiaal bewustzijn is een belangrijk
onderdeel van het sociologisch perspectief:
1. Het is een logisch verlengstuk van het sociologisch perspectief. Sociologie laat zien
dat onze positie in de samenleving zeer veel invloed heeft op de ervaringen die we
in ons leven opdoen. Dit betekent dus ook dat de positie die onze samenleving in de
wereld inneemt, alle leden van onze samenleving beïnvloedt.
8
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper emmavantende. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €5,49. Je zit daarna nergens aan vast.