WEEK 3
Overdracht
Goederen kunnen worden verkregen door verkrijging van een geheel vermogen
(verkrijging onder algemene titel) of door verkrijging van een specifiek goed
(verkrijging onder bijzondere titel). Ook verkrijging van goederen is een gesloten
stelsel. Overdracht is een economisch belangrijke manier van verkrijging, omdat
alle koopovereenkomsten tot overdracht van het verkochte goed verplichten.
Naar de regel van artikel 3:84 BW dient de overdracht plaats te vinden,
geparafraseerd: een levering krachtens geldige titel verricht door een
beschikkingsbevoegde. Die regel is helder en plaatst het Nederlandse
overdrachtssysteem bij al die rechtsstelsels die een levering vereisen, waarbij
alle vereisten met behulp van het Romeinse recht werden onderbouwd.
Het begrip titel (titulus) betekent rechtsgrond, al in het Romeinse recht, waar
ook het begrip causa (oorzaak) werd gebruikt. In ons recht moet er een geldige
titel zijn, wil de levering effect kunnen hebben - het is immers: een levering
krachtens geldige titel. We hebben een causaal leveringsstelsel. Pas in 1950
werd dat - amper gemotiveerd - door de Hoge Raad duidelijk beslist.
Levering van roerende zaken (art.3:90 BW) geschiedt door bezitsverschaffing. Zo
geschiedde dat ook in het Romeinse recht. Bezitsverschaffing kan feitelijke
handelingen behelzen (art. 3:114 BW), maar al van oudsher was er de noodzaak
om zonder een feitelijke overgave van bezit de levering te laten plaatsvinden
(art. 3:115 BW).
Beschikkingsbevoegdheid: een van de bevoegdheden besloten in het
eigendomsrecht. Alleen diegene die deze bevoegdheid heeft - meestal de
eigenaar - kan overdragen. Het is een oud adagium, afkomstig van de Romeinse
rechtsgeleerde Ulpianus (D. 50.17.54) Nemo plus iuris ad alium transferre
potest, quam ipse haberet. Niemand kan meer recht aan een ander overdragen
dan hij zelf heeft. Het is nog steeds bekend onder de twee woorden – ‘nemo plus’
of (meer in Engelstalig gebied) ‘nemo dat’ (quod non habet - niemand geeft wat
hij niet heeft).
Voor alles geldt: op het moment dat aan alle vereisten is voldaan, komt
overdracht tot stand en wordt de verkrijger rechthebbende van het goed,
eigenaar van de zaak. Als aan een van de vereisten niet is voldaan, dan komt er
geen overdracht tot stand.
Daar is een uitzondering op (art. 3:86 BW). Als beschikkingsbevoegdheid
ontbreekt, kan toch onder voorwaarden de verkrijger tegen de aanspraken van
de eigenaar worden beschermd. Dat artikel kreeg gestalte door jurisprudentie
(ook Damhof/Staat!) en rechtsgeleerd debat, op basis van artikel 2014 uit het
oude BW (1838), zoals zoveel overgenomen uit art. 2279 Code Civil (1804 - in
Nederland tussen 1811 en 1838 van kracht), een artikel waarvan de Franse en
de Nederlandse wetgever dachten dat die duidelijk was: met betrekking tot
roerende goederen (...) geldt het bezit als volkomen titel. Aan de belangen van
de eigenaar worden op deze wijzen grenzen gesteld, om de belangen van de
verkrijgers voor het handelsverkeer recht te doen.
,WEEK 3, WERKGROEP 1
VOORGESCHREVEN STOF
Literatuur
Brahn/Reehuis: hoofdstuk 3, hoofdstuk 6, hoofdstuk 7, hoofdstuk 8.
Jurisprudentie
HR 14 november 1997, NJ 1998, 147; Uitslag/Wolterink
KENNISCLIP
Werkgroep 1: Levering van roerende zaken
https://youtu.be/ZLTDkr8R5G4
, Aantekeningen
Art. 3:84 BW
- Beschikkingsbevoegd eigenaar 5:1?
- Geldige titel bijvoorbeeld koopovereenkomst 7:1 of schenking 7:175
- Levering
Roerende goederen: Art. 3:90 BW 3:114/3:115
Onroerende goederen: Art. 3:89 BW notariële akte & inschrijving registers
Bezit/houderschap 3:107 & 3:108
3:86 lid 1 bij beschikkingsonbevoegdheid
- Overeenkomstig artikel. 3:90,91 of 93
- Roerende zaak, niet registergoed
- Te goeder trouw
- Anders dan om niet
Bij slagen lid 1 bij diefstal ook kijken naar lid 3
a. In normale uitoefening van het bedrijf handelde
b. Geld was toonder/order papier
Wegwijsplicht art. 3:87, je moet kunnen zeggen wie je iets heeft verkocht of je
krijgt geen bescherming van art. 3:86
Betaling is geen vereiste voor overdracht, dit is niet van toepassing voor de
overdracht. Echter kan de partij wel nakomen vorderen, ingebrekestelling,
schadevergoeding vorderen, vernietigen, ontbinden, etc. Dit is
verbintenisrechtelijk, niet goederenrechtelijk.
Bij onroerende goederen niet kijken naar art. 3:114 en 3:115.
3:53 terugwerkende kracht vernietiging
3:269/271 ontbinding heeft geen terugwerkende kracht
Levering:
3:2 jo. 3::1 jo. 3:6
3:90/3:89/3:94
3:114/3:115
Constutief vereiste levering 3:89 BW. Moet worden voldaan aan beide eisen.
Levering buiten 3:89 en 3:90 gaat met 3:95 door een akte.
3:88 BW, onroerende zaak dus geen 3:86
- Titelgebrek/leveringsgebrek
- Goede trouw
- Registergoed