Communicatie en Media
Aantekeningen
Door de eeuwen heen zijn vier mediarevoluties geweest:
1. De ontwikkeling van het schrift
2. De uitvinding van de boekdrukkunst (rond 1650)
3. De ontwikkeling van audiovisuele en elektronische media
4. De digitale revolutie à Internet:
- Open elektronische omgeving: geen eenrichtingsverkeer meer.
- Gemedieerde interpersoonlijke contacten: massa mediaal. Iedereen
kon meekijken, meelezen en meedoen.
- Plaats onafhankelijk gebruik
- Multimediaal aanbod: video en audio in combinatie met tekst en beeld
konden tot één geheel worden gevormd.
De twee belangrijkste momenten die van belang waren bij het ontstaan van
internet:
- APRANET: dit systeem maakte het mogelijk om computers met elkaar
te verbinden, Dit werd opgericht voor universiteiten om persoonlijke
gegevens met elkaar te delen. Uitvindingen als e-mail en @ zijn hieruit
ontstaan.
- World Wide Web (WWW): netwerken met elkaar verbinden.
Web 1.0: berichten online plaatsen op websites, die via internet digitaal met
elkaar verbonden zijn, waardoor interactiviteit met gebruikers mogelijk wordt.
Web 2.0: ‘anywhere, anyhow anytime’ – op iedere plaats, op iedere manier en
op ieder moment via sociale media met anderen kunnen communiceren.
Web 3.0: AI, VR, Blockchains, Etc.
Optimistische blik op internet:
- Motor van de maatschappelijke verandering
- Een duidelijk positieve breuk met het industriële verleden
- Techniek als oplossing van alle problemen.
Pessimistische blik op internet:
- De aangekondigde veranderingen van internet breekt niet aan
- Ze wantrouwen
- Communicatie zal onpersoonlijker worden
- De kloof tussen arm en rijk zal nog groter worden
- Mensenrechten worden bedreigd door toepassing van ICT
,Sociale media: een verzamelbegrip voor online platforms waar de gebruikers,
zonder of met minimale tussenkomst van een professionele redactie, de inhoud
verzorgen.
Hoofdkenmerken sociale media: interactie en dialoog tussen de gebruikers.
Oftewel: Het delen van informatie door actieve gebruikers zonder controle op
wat voor content er wordt geplaatst.
Content: het totaal aan mediaboodschappen die gebruikers plaatsen en met
elkaar delen.
User-generated content à Voor en door gebruikers ontwikkelde
mediaboodschappen, die ze online met elkaar delen.
Platformeconomie: via online toepassingen/apps worden vraag en aanbod bij
elkaar gebracht en worden transacties gesloten. Voorbeeld: Marktplaats,
Vakantieveilingen, Airbnb en Uber.
Deze ontwikkelingen zijn ingegeven door onze gewenning aan sociale netwerken
en onze wens om alles online binnen handbereik te hebben. Dit kunnen we
gemedialiseerde economie noemen.
Een groot voordeel van platforms is de focus op gemak oftewel convenience: het
is voor gebruikers een fluitje van een cent om van de dienst gebruik te maken.
Het is de mix van technologie, marketing, strategie en timing die het succes van
een commercieel platform bepaalt.
De zes kerndimenties van de media-explosie én de invloed wat sociale media
heeft daarop:
1. Groei van aantal en diversiteit van communicatiemiddelen,
mediaproducten en communicatieaanbod. Bijvoorbeeld: miljarden
gebruikers op Youtube.
2. Digitalisering van de media door toepassing van ICT. à De vernieuwingen
binnen sociale media zijn digitale innovaties en hier spelen data en
privacy een grote rol in.
3. Convergentie: ineenvloeien van informatiedragers, informatiekanalen en
communicatiemedia. à Is vooral te zien aan de functies die sociale media
dagelijks vervullen: nieuwvoorziening, entertainment, discussieplatform
en nog meer.
4. Uitbreiding van de zintuigelijke ervaring in multimediale contacten.
Bijvoorbeeld: Artificial (AI) en Virtual Reality (VR).
, 5. Verdwijnen van de scheiding tussen interpersoonlijke communicatie en
massacommunicatie. à Via sociale media een groot publiek bereiken en
voor iedereen toegankelijk zijn. Communicatie tussen bedrijven en
klanten vindt steeds meer in het openbaar plaats.
6. Professionalisering: groei van het aantal professionele
communicatiebanen en mediaberoepen. à De banen die zijn ontstaan
door sociale media, zoals: webcare, advertising, marketing en influencer.
Creative industrie: houden zich bezig met de exploitatie en van intellectueel
eigendom en cultureel kapitaal. Oftewel, ze verdienen geld door het maken van
films, muziek en boeken en deze te verkopen of te laten zien. Ze gebruiken hun
eigen ideeën en de ideeën van anderen.
Creatieve industrie kent drie sectoren: media en uitgeverijen, zakelijke
dienstverlening (zoals communicatie- en reclamebureaus), en de kunt- en
erfgoedsector.
Platformbedrijven combineren wereldwijk gebruiksgemak, keuzevrijheid,
productdifferentiatie, controle over distributie, innovatieve software en
gedragsmarketing.
Crossmediale werking: door digitalisering vervagen de scheidslijnen tussen pers,
radio en televisie, film en internet.
Crossmediale productie: een verhaal of boodschap wordt over meerdere media
verspreid. Mediaorganisaties worden steeds cross-medialer. Mediabedrijven
willen zich niet meer op een medium richten. Dit noem je ook wel:
Economische convergentie: het ineenschuiven van verschillende mediabedrijven
in één bedrijf.
Communicatie benaderingen:
- Actiegerichte communicatie: accent op intentie van de zender
- Effectiviteitsgericht: effect van de communicatie
- Interactieve benadering (nieuwe ontwikkeling)