Onderzoeksvaardigheden
Les 1:
Bijvoorbeeld weten of mannen of vrouwen een verschillend inkomen hebben. Je gaat naar
data view scherm Analyze Compare means means geslacht naar independent
list, inkomen naar dependent list OK
Onafhankelijke verschiltoets (op gemiddelde) nodig om een aanneming te maken, om te
kunnen zeggen of iets met 95% zekerheid is: je gaat naar data view scherm Analyze
Compare means Independent- Sample T Test geslacht naar grouping variable
define groups (1 en 2) inkomen naar test variables OK
De eerste tabel (group statistics) geeft op basis van de beschrijvende statistiek
steekproefresultaten weer. De tweede tabel (Idependent Sample Test) stelt ons in staat
technieken uit de inferentiële statistiek toe te passen.
Om te kunnen vaststellen of het verschil significant is = dusdanig dat we mogen aannemen
bij een 95% betrouwbaarheidsinterval dat er in de populatie spraken van een verschil is
tweede tabel gebruiken (Idependent Sample Test)
De significant moet kleiner zijn dan de 0,05, dat betekent dat het verschil tussen de
steekproefgemiddelden significant is. Dat wil zeggen dat bij een 95%
betrouwbaarheidsinterval er voldoende bewijs is dat het gemiddelde inkomen verschilt
Independent Samples Test
Levene's Test for
Equality of Variances t-test for Equality of Means
95% Confidence
Interval of the
Mean Std. Error Difference
F Sig. t df Sig. (2-tailed) Difference Difference Lower Upper
netto maandinkomen Equal variances
1,801 ,184 2,131 74 ,036 654,077 307,005 42,357 1265,797
assumed
Equal variances
2,107 68,050 ,039 654,077 310,389 34,713 1273,440
not assumed
Tenslotte: Bovenstaande diagram levert voor de p-waarde twee getallen. Waarom is de p-
waarde in bovengenoemd voorbeeld 0,036, en niet 0,039? SPSS voert bij de onafhankelijke
verschiltoets nauwkeurige berekeningen uit, die verschillende rekenschema’s volgen. Het
woord significantie komt in de output drie keer voor:
Bij de Levene’s Test for Equality of variances wordt als Sig (significantieniveau) vermeld:
0,184
Bij de t-test for equality of means gaat het bij de Sig (2 tailed) om twee waarden: 0,036 en
0,039.
De onderzoeker maakt voor het bepalen van de p-waarde een keuze uit de twee getallen in
de kolom van Sig (2-tailed), maar laat zich daarbij weer leiden door de significantie van de
Levene’s test.
Vuistregel: Als het significantieniveau van de Levene’s test lager is dan α (meestal, maar
lang niet altijd: 0,05) dan wordt de tweede regel gelezen; anders wordt de eerste regel
gelezen.
In dit geval geldt dat het significantieniveau van de Levene’s Test gelijk is aan 0,184; Bij 95%
betrouwbaarheid geldt bovendien α = 0,05.
Omdat 0,184 > 0,05 lezen we de eerste regel. De p-waarde is 0,036, niet 0,039.