TAK – Technieken voor Analyse en Kwalitatieve Gegevens
Hoorcollege 1 - Introductiecollege kwalitatief onderzoek
Waarom kwalitatief onderzoek?
Voornaamste doelstellingen van kwalitatief onderzoek zijn:
- Het analyseren van patronen in hoe mensen sociale fenomenen ervaren, interpreteren en
hoe dit hun handelen beïnvloedt
o In de grounded theory wordt gezegd dat onderzoek als doel heeft theorieën te
genereren. Maar je kan ook exploratief/beschrijvend onderzoek doen. Dan
interpreteer je wat voor betekenissen mensen aan bepaalde sociale fenomenen
interpreteren. Dit is meer de kijk van kwalitatieve onderzoeken
- Het genereren van gedetailleerde beschrijvingen, inzichten, verklaringen en theoretische
modellen van sociale fenomenen
Kenmerken kwalitatief onderzoek
De drie kenmerken van kwalitatief onderzoek zijn:
- Interpretatief: De betekenisgeving vanuit het perspectief van de respondenten staat centraal
en de onderzoeker interpreteert deze betekenissen
o Je probeert een verklaring te geven wat mensen je vertellen
- Naturalistisch: De onderzoeker is geïnteresseerd in de natuurlijke omgeving van de
respondent (niet bestuderen in een laboratorium setting)
o is vooral antropologisch
- Reflexief: De onderzoeker reflecteert bewust op hoe bepaalde veronderstellingen, keuzes,
interpretaties en de onderzoeker het onderzoek beïnvloedt
o er is meer een acceptatie dat de onderzoeker zelf de data op een bepaalde manier
kleurt, maar het is wel belangrijk om daar transparant over te zijn
Theorie-data cyclus
In kwalitatief onderzoek: iteratief proces. Het is dus niet
zo lineair. Je gaat niet pas analyseren als je al je dataverzameling hebt gedaan. Dit doe je al gedurende
de dataverzameling. Het beïnvloedt elkaar
Grounded theory benadering
Onderzoeksstrategie en analysemethode ontwikkelt door Amerikaanse sociologen Glaser en Strauss
(1967). Er was toen veel kritiek op kwalitatief onderzoek. Toen hebben ze een systematische manier
van kwalitatieve dataverzameling beschreven. Op basis van een gestructureerde data analyse komt
,de onderzoeker tot theorie: op deze wijze is theorie verankerd (grounded) in de data. Er wordt
veronderstelt dat theorie geen uitgangspunt van onderzoek is maar het resultaat ervan.
Echter, dit ontving veel kritiek, want als onderzoeker kijk je niet met een schone lei naar de
werkelijkheid, dus deze benadering is later niet meer houdbaar.
- Wel houdbaar: Onderzoek dient theorie te genereren.
De kenmerken van de grounded theory benadering
- Een continu samenspel van dataverzameling, data-analyse en theorie (iteratieve proces)
- Een inductieve methode
o Opbouwen van een theorie vanuit de data
o De patronen en thema’s komen voort uit de data
o Vooraf geen vaste ideeën
- Bijzondere rol voor theorie
Theoretische sensitiviteit
In de grouded theory is de theorie zeker wel belangrijk. Om de data te kunnen interpreteren, moet de
onderzoeker theoretische sensitiviteit hebben: “having insights as well as being tuned into and being
able to pick up on relevant issues, events, and happenings during collection and analysis of the data”
(Corbin & Strauss, 2015).
- Theorie als lens, vaak via sensitizing concepts
o Je kijkt via concepten uit de literatuur vanuit je achterhoofd naar de data. Je hebt
alleen geen model waaruit je kijkt en de data in die theorie stopt.
- Helpt je een stap verder te zetten in onderzoek
- Verklarende kracht om de puzzel op te lossen
- Geeft creativiteit, niet beperkend (tunnelvisie)
Onderzoeksvraag
- SPI(C)E
o Setting: In welke Setting doet het fenomeen zich voor?
o Perspectief: Wat is het Perspectief van participanten?
o Interest: Wat is het onderwerp waarin we geÏnteresseerd zijn?
o (Compare): Welke groepen vergelijken we (Compare)?
o Evaluation: Wat wordt er geËvalueerd?
- VB: Welke factoren en processen (E) dragen volgens jonge vluchtelingen (P) in
asielzoekerscentra (S) bij aan positieve uitkomsten na het meemaken van negatieve
gebeurtenissen (I)?
Onderzoeksontwerp: Data verzameling
Mogelijkheden, onder meer:
- Interviews
o Vraag en antwoordmodel (Tourangeau):
De respondent moet de vraag begrijpen, zich
het herinneren, het beoordelen en het
rapporteren
De interviewer helpt in dit proces door:
, de juiste vragen te stellen;
de respondent aan te moedigen
een relatie creëren dat de respondent zich veilig voelt om die
informatie te delen
o Voordeel: Ruimte voor diepgang
o Nadeel: Geen natuurlijke setting/sociale setting
Ook al is het in zijn huis, het stellen van vragen maakt het onnatuurlijk
- Focus groep/groepsdiscussies
o Focusgroep: kennen elkaar niet ---- groepsdiscussies: kennen elkaar wel
o Stellen onderzoekers in staat om te leren over groepsnormen, communicatie, en
groepsinteractie
nadeel hiervan is dat je niet de norm van
een individu krijgt
o Ruimte voor dialoog/discussie tussen participanten
laten participanten kennis, ideeën,
meningen, ervaringen met elkaar delen en erover discussiëren;
o Weinig ruimte voor diepgang (minder dan bij een één op één interview)
o Lastig te analyseren (minder dan bij een één op één interview)
- (Participerende) Observatie
o Je dompelt je onder in de groep die je observeert. Je doet (tot een bepaalde hoogte)
mee in de samenleving
o Vragen die jezelf moetstellen voorafgaand aan de keuze voor observaties:
Is dit fenomeen nuttig/mogelijk om te observeren in een publieke setting?
Heb ik de tijd/het geld om dit te doen?
Hou rekening met initieel een vorm van inhibitie!
o Kan zijn dat mensen jou eerst aan het observeren zijn omdat
je nieuw komt in een groep: je moet duidelijk/eerlijk zijn
tegen de groep wat je aan het doen bent.
o Vragen die jezelf moetstellen voorafgaand aan de keuze voor participerende
observatie:
Kan ik opgenomen worden in de gemeenschap?
Heeft te maken met je eigen positie (denk aan leeftijd/achtergrond)
Heb ik de tijd/het geld om dit te doen
o Natuurlijke setting
o Duurt lang
Kwaliteit kwantitatief onderzoek
- Betrouwbaarheid:
o Stabiliteit van meting, zelfde resultaat bij herhaling, toevallige fouten
- Validiteit:
o Interne validiteit
o Begripsvaliditeit
o Externe validiteit
o Statistische validiteit
Valt binnen bepaald kader van denken, dus past niet bij kwalitatief onderzoek
, Kwaliteit kwalitatief onderzoek
- Credibility (interne validiteit): kloppen de resultaten bij de data, kloppen de data, kloppen de
interpretaties
o member check (teruggeven van interpretaties aan participanten)
o triangulatie (bijv. methoden, onderzoeker)
- Transferability (externe/ecologische validiteit): zijn resultaten ook van toepassing in andere
setting/context? thick description van de context)
o Vergelijkbaar met generaliseerbaarheid
- Dependability (betrouwbaarheid): vinden we hetzelfde als we het onderzoek in dezelfde
context en met dezelfde personen uitvoeren.
o Stabiliteit van de data over tijd
- Confirmability (objectiviteit): in hoeverre zijn de resultaten afhankelijk van de onderzoeker
en zijn eigen verwachtingen?
o Wees open over je eigen interpretaties
Geef aan hoe je tot je conclusie bent gekomen in je analyse
- Reflexivity: kritische reflectie op de hoe de relatie tussen onderzoeker-participanten de
data/het onderzoek heeft beïnvloed
- Openheid van memo’s en logs over beslissingen!
Methodologisch memo
- Memo’s: Vastleggen van leerproces/beslissingen van de onderzoeker over methodologische
kwesties.
o Alle methodologische keuzes die je hebt gemaakt
o Bijvoorbeeld, een bepaalde vraag werkt niet goed in interviews en kan beter
aangepast / niet gesteld worden.
Voor eigen gebruik
Kwaliteitscontrole door onafhankelijke expert (logboek!)
- Vastleggen van reflecties op eigen rol in het onderzoek.
o Bijvoorbeeld, sterke neiging van onderzoeker om vluchtelingen te willen helpen n.a.v.
hun verhaal, hierdoor minder objectief?
Data-analyse volgens de grounded theory
Als je data hebt verzameld heb je heel veel transcripten die je moet reduceren naar een behapbaar
verhaal. De grounded theory helpt je in systematische stapjes.
Open coderen
- Doel: betekenissen achterhalen en daar een label/code aan te hangen
o Je brengt een eerste reductie aan en hangt een label aan
bepaalde stukken in je transcript. Hierbij heb je dus een eerste
interpretatie om je onderzoeksvraag uiteindelijk te
beantwoorden. Je gaat dus niet open die data verzamelen, je
hebt de onderzoeksvraag in je hoofd. Je selecteert/codeert
wat jij als onderzoeker als relevant acht.
- 3 stappen:
o Read & Reflect
Je leest je transcripten (en schrijft een samenvatting). Hierdoor kan je op
waarde schatten welke informatie uit je interviews relevant zijn