Studeerkaartjes Psychopathologie
Studiejaar 2022-2023
Periode 3
H4: psychofarmaca
Psychotrope stoffen? = doel: denken, voelen, willen, handelen beïnvloeden
Psychofarmaca? = groep chemische stoffen (met diverse klinische effecten) die
fysiologische processen in de hersenen veranderen en
daarmee psychische functies beïnvloeden
Farmacokinitiek? + 4 opties = wat lichaam met middel doet: absorptie, verdeling,
Farmacodynamiek? metabolisme, uitscheiding
= effect van middel op lichaam
Halfwaardetijd? = tijd die lichaam nodig heeft op hoeveelheid middel terug te
Dosis-responscurve? brengen tot de helft indicator voor duur van werking +
Lage therapeutische index? bijwerkingen bepaalt frequentie van toedienen
= hoeveelheid van stof in lichaam ↔ effect
= effectieve concentratie van middel in bloed ligt dichtbij
toxische bloedspiegel te hoge bs bijwerkingen, schade
Wat doen bij middel met lage Voorzichtig doseren + bloedspiegel regelmatig controleren
therapeutische index?
1e gefabriceerde kalmerende middel? Chloralhydraat
Belangrijkste plaats van metabolisme? Lever
Belangrijke maat voor in kaart brengen Halfwaardetijd
van metabolisme en uitscheiding?
6 klinische werkingsprincipes? - Farmacodynamiek
- Nut onderhoudsbehandeling
- Invloed op cognitief functioneren, rijvaardigheid, bedienen
machines
- Interactie medicatie ↔ psychiatrische stoornissen
- Complementaire behandelmethode (farmacotherapie +
psychotherapie)
- Huidige algemene lichamelijke gezondheidstoestand
Onderhoudsbehandeling? = medicatie gedurende langere tijd geven, om te voorkomen
dat de psychiatrische aandoening terugkomt
6 categorieën van psychofarmaca (1) antipsychotica of neuroleptica
(2) antidepressiva
(3) stemmingsstabilisatoren
(4) anxiolytica
(5) hypnotica
(6) stimulantia
Unilaterale ECT? Bij ECT: alleen energie toedienen op rechterhersenhelft is al
voldoende voor gewenste antidepressieve effect
Voordeel van laesie t.o.v. DBS? Functioneel + reversibel (omkeerbaar
Wat is het verschil tussen typische & Andere bijwerkingen!
atypische antipsychotica? Atypisch: minder vaak bewegingsstoornis als bijwerking!
Door andere invloed op dopamine receptorsystemen (en
andere neurotransmittersystemen
Waarom zijn stimulantia juist werkzaam Versterkt de rem- en filterfunctie in de hersenen
bij mensen die druk en overactief zijn? vermindering van overactiviteit toename in concentratie
H5-6-7-8: Behandelingen
3 hoofdstromingen binnen 1. Psychoanalytische (psychodynamische) behandeling
psychotherapie? 2. (Cognitieve) gedragstherapie
3. Cliëntgerichte behandeling
Theorie Sigmund Freud? Het onbewuste: verdrongen wensen, gevoelens en conflicten
, Drifttheorie? Opvoeding + passen in cultuur ontwikkeling driften =
verlangens & gevoelens boodschapper van gedrag
Welke 2 driften liggen volgens de - Agressie concurrentie, autonomie, assertiviteit, narcisme
drifttheorie ten grondslag aan vele - Seksualiteit (libido) intimiteit, zorg, vriendschap,
gedragingen? samenwerking
+ Welk gedrag tot gevolg?
Hoe verklaart Freud OCD? Te streng geweten te sterk verdringingsproces OCD
Het voorbewuste? = bewust worden van dingen door aandacht te vestigen op
eigen irritaties of vooroordelen
Id, ego en superego bij structurele Id = weggestopte wensen en driften
gezichtspunt van psychoanalyse? Ego = cognitieve processen en afweermechanismen
Superego = gewetensfunctie vd mens
Overdrachtsneurose (bij klassiek = geleidelijk verdrongen driften herhalen onbewust
psychoanalytische behandeling)? betekenis bij personen uit onverwerkt verleden verleden
verandert tijdelijk in hier-en-nu: makkelijker analyseren
Verschil psychoanalytische - Stoel (i.p.v. divan)
psychotherapie (t.o.v. klassieke - Behandelaar is neutraal + abstinent
psychoanalytische behandeling)? - Behandelaar in zicht gezichtsuitdrukkingen zichtbaar
Conflictdriehoek? = gevoel, angst, afweer (onbewust)
Persoonsdriehoek? = therapeut, actuele ander, persoon uit verleden
Sprake van onbewust gevoel/angst/afweer? koppelen
aan persoonsdriehoek
Overdrachtsreacties? = manieren waarop de patiënt op de therapeut reageert
Voor welke patiënten is FTP? Met zwakke egofuncties > borderline
Mentaliseren? = stilstaan bij je eigen gevoelens en gedachten, maar ook bij die
van een ander
Theory of mind (TOM)? Lijkt op mentaliseren (lijkt op MBT)
= gericht op vermogen om te beschrijven wat een ander ziet,
voelt, of denkt
Voor welke patiënten is MBT? Met tekort aan capaciteit om te mentaliseren >
persoonlijkheidsstoornis
Voor welke patiënten is steungevende PT? Met weinig introspectieve capaciteiten, mensen die het
moeilijk vinden om pijnlijke gevoelens te verdragen, met
weinig diepgang en kwaliteit in hun tussenmenselijke
relatiepatroon.
3 belangrijkste componenten vd Onvoorwaardelijke acceptatie, empathie, congruentie
grondhoudingen van cliëntgerichte
therapeuten?
Congruentie? = echtheid
Interne congruentie? = onuitgesproken binnenwereld exploreren (therapeut)
Externe congruentie? = hard uitspreken patiënt motiveren tot zelfreflectie
Diagnostiek van cliëntgerichte therapie? - Weinig interesse in DSM-5 classificatie
(3) - Weinig interesse in persoonskernmerken
- Interpersoonlijke probleemgebieden in kaart door
symptoomvragenlijst + kwalitatieve analyse door
semigestructureerde interviews
Holistisch? = ieder mens heeft unieke levensgeschiedenis + in hele actuele
(dis)functioneren benaderen (i.p.v. drager van symptomen)
Emotion-Focused Therapy (EFT)? = emotietheorieën + cliëntgerichte benadering
+ doel? > Cruciale rol van emoties: positieve- en negatieve emoties,
+ voor wie? waarneming en cognitie belangrijk bij info-verwerking
> Doel: betere emotieregulatie generen
> Voor wie? Voor wie cliëntgericht alleen niet werkt; verdwalen
in gedachten
Lege stoeltechniek? = sleutelfiguur in lege stoel > toespreken
Dubbele stoeltechniek? = opgesplitste / conflicterende zelfbeleving in 2 losse stoelen