Gezondheidspsychologie
Week 1
Wat is gezondheidspsychologie?
Psychologie kan beschreven worden als een wetenschappelijke onderzoek naar mentale,
psychosociale en biologische processen en gedragsmatig functioneren. De basis van psychologisch
onderzoek wordt gevormd door empirisme = het elementaire principe dat we de wereld via
zintuigelijke waarneming kunnen leren kennen. Dit gaat verder dan speculatie, redeneren, inferentie
(redenering waarbij een conclusie wordt afgeleid uit een of meer premissen, bijv. het regent, dus de
straten zijn nat) en beogen een feitelijke en systematische analyse van gegevens.
Het verband tussen psychologie en gezondheid is te vinden in het feit dat mensen allerlei ideeën
hebben over gezondheid, die van invloed zijn op hun gedrag en emoties. Daarmee beïnvloeden deze
ideeën ook de gezondheid en de manier waarop mensen met ziekten omgaan. Een van de
belangrijkste doelen van gezondheidspsychologie is dan ook inzicht te krijgen in de biopsychosociale
factoren die belangrijk zijn voor:
- De bevordering en het in stand houden van de gezondheid
- De verbetering van de gezondheidszorg en het gezondheidsbeleid
- De preventie en behandeling van ziekte
- De oorzaken van ziekte: bijv. risicofactoren en kwetsbaarheid
De gezondheidspsychologie is ontstaan uit verschillende terreinen binnen de sociale wetenschappen.
Het heeft raakvlakken met meerdere disciplines, vijf van deze disciplines staan beschreven in
onderstaande tabel:
Discipline Omschrijving
Medische psychologie Een psychisch probleem is een symptoom van een
achterliggend lichamelijk gebrek. Door dit gebrek te
verwijderen kan de patiënt weer gezond worden
Gedragsgeneeskunde Zieke heeft vaak te maken met aangeleerde slechte
gewoonten, gedrag is het resultaat van een leerproces. Dus
slechte gewoonten afleren en goede gewoonten aanleren
Psychosomatische geneeskunde Lichaam en geest hebben beide invloed op gezondheid en
ziekte. Als een lichamelijke oorzaak ontbreekt, veronderstelt
men dat er geestelijke processen aan het werk zijn
Medische sociologie Gezondheid en ziekte moeten in een breder sociaal
perspectief worden geplaatst. Gezin, familie, woonplaats,
leefsituatie en cultuur zijn van invloed op gezondheid
Klinische psychologie Vakgebied dat zich specialiseert in de diagnostiek en
behandeling van mensen met psychische problemen
,In de figuur hiernaast is te zien hoe
gezondheidspsychologie zich verhoudt met
andere vakgebieden:
In het komende stuk wordt eerst de veranderde definitie van gezondheid en vervolgens die van
gezondheidspsychologie beschreven:
- Gezondheid = afwezigheid van ziekte (vroegste beschrijving)
- De definitie van gezondheid volgens WHO in 1947 is vrij vertaald: een staat van compleet
fysiek, mentaal en sociaal welzijn en niet de pure aanwezigheid van een ziekte of handicap
- De definitie van Huber van gezondheid in 2011 is vrij vertaald: het vermogen om je aan te
passen en jezelf te managen
- Conclusie is dat gezondheid zowel biologisch, psychologisch als sociaal is
De definitie van gezondheidspsychologie volgens Matarazzo in 1982 is als volgt: discipline binnen de
psychologie die psychologische kennis toepast ter bevordering en behoud van gezondheid, de
preventie en behandeling van ziekte, de oorzaken en kenmerken van gezondheid, ziekte en
gerelateerd disfunctioneren en de analyse en verbetering van de gezondheidszorg en beleid
Volgens Marks & Murry (2015) is het achter een interdisciplinair veld met als doel de toepassing van
psychologische kennis en technieken op gezondheid, ziekte en gezondheidszorg
Binnen gezondheid zijn er nog steeds verschillende visies op wat al dan niet gezond is:
- Gezondheid?
o Gezond zijn (geen klachten, in dien niet ziek dan ben je gezond)
o Gezondheid hebben (gezond lichaam)
o Gezond doen (sporten, fruit eten)
- Verschil man – vrouw
o Mannen: fit en sterk zijn
o Energiek en sociaalgericht zijn, goede relaties hebben
- Invloed tijdsgeest
o Alcoholverslaving
o Homoseksualiteit werd als ziekte en dus niet gezond gezien
o In het verleden was het vooral gezond zijn en in de hedendaagse wereld is het vooral
om kunnen gaan met een mogelijke ziekte
,Health belief model
Volgens het HBM is gezondheidsgedrag afhankelijk van demografische factoren, zoals sociale klasse,
sekse, leeftijd en opvattingen die hieraan gerelateerd zijn. Deze factoren kunnen een interne of een
externe cue (opsporing) tot handelen tot gevolg hebben.
- Veronderstelde bedreiging:
o Vermeende ernst: Ik denk dat overgewicht een bijdrage levert aan hart- en
vaatziekten, dat zijn ernstige aandoeningen
o Mogelijke kwetsbaarheid: ik denk dat ik te zwaar ben
- Gedragsevaluatie
o Mogelijke voordelen (van verandering): als ik afval, zal mijn gezondheid vooruitgaan
o Verwachte barrières (voor verandering): het veranderen van mijn kook- en
eetgewoonten, terwijl ik tegelijkertijd voor een gezin moet zorgen, zal moeilijk zijn
en misschien ook duurder
- Cues voor handelen
o Extern: ik maak me zorgen naar aanleiding van dat tv-programma over de
gezondheidsrisico’s van overgewicht
o Intern: ik ben vaak kortademig bij inspanning, dus misschien moet ik eens over
afvallen gaan denken
- Gezondheidsmotivatie
o Het is belangrijk voor mij om mijn gezondheid in stand te houden
Wat is gezondheid? Veranderende perspectieven
Er zijn twee modellen die op een verschillende manier kijken naar ziek zijn en gezondheid:
- Biomedisch ziektemodel = de opvatting dat ziekten en symptomen een achterliggende
fysiologische verklaring hebben. Dit wordt ook wel reductionistisch, het reduceert
(vermindert) de geest, het lichaam en het menselijk gedrag tot lichaamscellen of tot neurale
of biochemische activiteit. Dit is ook het enige wat ziekten en symptomen verklaart
- Biopsychosociaal ziektemodel = het standpunt dat ziekten en symptomen door een
combinatie van lichamelijke, sociale, culturele en psychologische factoren kunnen worden
verklaard. Deze past het beste bij de gezondheidspsychologie, want het laat zien hoe
psychologische of sociale factoren kunnen bijdragen aan biologische of biomedische
verklaringen van gezondheid en ziekte.
Incidentie = het aantal nieuwe gevallen van een ziekte gedurende een specifieke tijdsinterval – niet
te verwarren met prevalentie: dit laatste is het aantal vastgestelde gevallen van een ziekte in een
populatie op een bepaald moment, ook wel base rate genoemd.
, Gezondheidsgedrag = gedrag, ongeacht de gezondheidstoestand waarin men zich bevindt, bedoeld
om de gezondheid te beschermen, te bevorderen of in stand te houden, bijv. sporten en gezond eten
Sociale representatie van gezondheid = datgene wat bepaalde groepen mensen onder gezondheid
verstaan
Ziekteattributie = toekenning van de oorzaak van een ziekte.
- Externe ziekteattributies: de oorzaak van de ziekte ligt buiten de persoon en zijn toe te
schrijven aan het lot
- Interne ziekteattributies: de oorzaak ligt bij de persoon zelf; ik heb onvoldoende weerstand
opgebouwd
Er zijn nog drie benaderingen te onderscheiden:
- Collectivisme = een culturele filosofie die de nadruk legt op het individu als deel van een
groter geheel en op handelingen die meer door collectieve dan door individuele behoeften
en wensen worden gemotiveerd. Hierin werken groepsleden samen voor het welzijn van
allen
- Individualisme = een culturele filosofie die de verantwoordelijk in handen legt bij het
individu; het zijn de individuele behoeften en wensen (en niet die van de groep) die het
gedrag motiveren
- Holisme = bij een holistische benadering pakt men niet alleen het zuiver lichamelijke of
waarneembare aan, maar het hele wezen. Dus denk hierbij aan de geest
Het ontwikkelingsproces van mensen verloopt in interactie tussen drie factoren:
1. Leren: een relatief permanente verandering van de kennis, vaardigheden of het vermogen als
gevolg van ervaring
2. Ervaring: wat we doen, zien, horen, voelen en denken
3. Rijping: gedachten, gedragingen of lichamelijke groei, niet toegeschreven aan ervaring, maar
aan een erfelijk bepaalde ontwikkeling en aan het ouder worden
Tijdens een normale ontwikkeling van kind tot volwassene groeit het verstandelijk vermogen om de
werkelijkheid te begrijpen. Piaget meende dat dit volgens vaste stadia gebeurde.
- Sensomotorische stadium: de baby verkent de wereld d.m.v. zintuigelijke waarnemingen en
het maken van bewegingen
- Preoperatieve stadium: er is sprake van een magisch aandoende opvatting over de wereld, er
is nog geen sprake van objectieve concrete, nauwkeurige relaties. Zo denken kinderen dat ze
wanneer ze in bad gaan door het afvoerputje kunnen verdwijnen
- Stadium van concrete operaties: het kind kan juiste relaties leggen tussen dingen, mits deze
dingen in de werkelijkheid ook aanwezig zijn
- Stadium van abstracte bewerkingen: de concrete aanwezigheid is niet meer vereist, die in
het puntje hierboven genoemd werd