Verhalen vertellen en vragen stellen,
2020 Beknopt
Inhoudsopgave
Algemeen...................................................................................................................................................... 2
1 Hindoeïsme................................................................................................................................................. 2
2 Boeddhisme................................................................................................................................................ 6
3 Jodendom................................................................................................................................................... 9
4 Christendom............................................................................................................................................. 12
5 Islam......................................................................................................................................................... 16
6 Humanisme............................................................................................................................................... 19
7 De levensbeschouwelijke en morele ontwikkeling van kinderen................................................................21
,Algemeen
Monotheïstische godsdienst: een godsdienst waarbij men maar in één god gelooft
Volgorde ontstaan godsdiensten: Hindoeïsme, Boeddhisme, Jodendom, Christendom,
Islam, Humanisme.
1 Hindoeïsme
Ontstaan: 1000 voor Christus, met het opstellen van de Veda’s: heilige schriften.
o Zelfde tijd als Ariërs de Indusbeschaving vernietigde. In Pakistan en India. Gebaseerd
op landbouw en handel. Nomadenstammen en bedreven in oorlog voeren.
Een van de oudste godsdiensten
Induscultuur aanbood moedergodin (vruchtbaarheidssymbool). Ook dieren en bomen
Ariërs aanboden natuurfenomenen zoals donder, bliksem, de maan en de zon
o Mannen hadden het voor het zeggen. Priesters stonden hoog
Ariërs en Induscultuur kwamen samen hindoeïsme.
Kastenstelsel samenleving is verdeeld in 4 groepen.
1. De priesters en geestelijken (brahmanen, niet te verwarren met de oppergod Brahman!)
Geestelijke en religieuze macht. Verantwoordelijkheid voor het onderwijs aan de twee
kasten onder hen. Verbod op geweld. Streng vegetarisch.
2. De strijders/de wereldlijke macht (kshatriya's) land verdedigen en besturen. Wel
geweld
3. Handelaren, handwerkers en boeren (vaishya's)
4. De dienaren/onderdanen (shudra's). Uitschot van de samenleving samen met 5e kaste.
In dienst van de hogere kasten, dienaars. Geen rechten
5. Onofficiële kaste, die van de onaanraakbaren (chandala's). Kasteloos
Belangrijke regels per kaste.
o Je mag alleen trouwen met iemand uit je eigen kaste
o Je mag alleen eten met mensen uit je eigen kaste
o Beroepen zijn verbonden aan een bepaalde kaste
o De religieuze plichten (dharma) waaraan je moet voldoen, zijn verbonden aan je
kaste.
Meeste Hindoes in India, Suriname, +/-100.000 in NL.
Hindoes zullen onderling niet snel veroordelen vanwege een afwijkend standpunt
Er is geen leer die van hogerhand is vastgesteld en waar iedereen zich aan dient te
houden, iedereen bepaalt zelf wat hij of zij gelooft. Gaat meer om wat je doet
Polytheïstische: hindoes geloven dat er meerdere goden zijn. Één god het belangrijkst:
Brahman (Bragman). Hindoes geloven: het is een persoon of een energie/kracht.
Brahman is een scheppende kracht: Elk mens heeft een stukje oerkracht: Atman.
o Elk mens is een beetje goddelijk
Het doel van het leven is dat een mens na zijn sterven weer één wordt met het
goddelijke; het Atman wordt dan weer verenigd met het Brahman.
Hindoes geloven in reïncarnatie. Karma is het geheel van iemands daden; de goede en
slechte. Iemands karma bepaalt hoe hij in een volgend leven terugkomt.
o Goede karma? Bepaald door de manier waarop hij zijn religieuze plichten heeft
vervuld. Religieuze plichten dharma. Afhakelijk van de kaste.
, Het uiteindelijke doel is moksha de verlossing uit de kringloop van het leven en de
wedergeboorten, de samsara. Het is het moment waarop het Atman weer met het
Brahman wordt verenigd.
Goden
Brahma: Schepper god. Niet heel populair. Afgebeeld met vier hoofden (staat voor
belangrijke boeken en 4 kasten).
Vishnu houdt de wereld in stand. Ramp? Vishnu redt de aarde.
o Een avatar is een verschijningsvorm van een godheid:
Visnu tien avatars bekend: vis, schildpad, dwerg, Krishna, Kalki (nog
niet naar aarde gekomen).
Shiva: vernietiger van de aarde. Afgebeeld met kettingen en schedels. Witte god
o Derde oog heeft stip op zijn voorhoofd.
o Aanbeden in de vorm van een lingham (penis). Korte zuil met afgeronde kop is op
een liggende schijf geplaatst. Deze schijf staat symbool voor de yoni (de vagina).
o Zoon: Ganesha god met het olifantengezicht en vier armen. Neemt
hindernissen weg.
Guru (ook wel goeroe) een leraar die een grote schare volgelingen heeft. Hoog in
aanzien. Enkele gevallen vertegenwoordiger of afgevaardigde van een bepaalde god.
Sadhu heilige man die dicht bij de verlossing staat. Bijna losgekomen van de eeuwige
kringloop van wedergeboorten. Voorbeeld voor andere hindoes.
Belangrijke geschriften:
De Veda's: 'heilig weten' of 'openbaring'
o Rond 1000 vóór Christus opgeschreven, daarvoor al jaren rondverteld. Heel heilig,
veranderingen onmogelijk
o Bestaat uit: gebeden voor de goden, beschrijvingen over uitvoering rituelen,
bezweringsformules om ziektes af te wenden en teksten over hoe gezond te leven
en ziekten te behandelen.
De Brahmana's: teksten die door de priesterkasten zijn overgeleverd. Abstracte teksten
over bv: ontstaan van de aarde, plaats van de mens in de schepping en de betekenis van
rituelen.
De Aranyaka's: geschreven door priesters en asceten (monniken) die zich hebben
teruggetrokken uit de wereld om in afzondering hun hele leven te wijden aan het geloof.
o Ook wel 'woudteksten' genoemd (terugtrekken in bossen).
De Upanishads: meest recente geschriften.
o Teksten die proberen om de oude Vedateksten te begrijpen en uit te leggen.
o Belangrijk in de uitleg: Guru’s
Mahabharata en Ramayana: twee van de belangrijkste verhalen uit de Indiase/
hindoeïstische cultuur.
o Mahabharata gedicht van bijna 200.000 regels dat verhaalt over de strijd tussen
twee families die willen heersen over een gebied in Noord-India.
Een belangrijk stuk Bhagavat Gita, hierin staat de uiteenzetting beschreven
die Krishna geeft aan de wagenmenner Arunja voor een grote veldslag.
o Ramayana verhaal van Rama, de ideale mens. Ondanks tegenspoed en ongeluk
blijft hij zijn dharma volgen. Ook de vrouw van Rama, Sita, is een goede vrouw die,
ondanks alle ongeluk, haar man trouw blijft.