Volledige uitwerking van alle begrippen, kernbegrippen en sleutelwoorden uit het boek 'praktijkboek sociologie van Harry Hendrix + bijbehorende 5 artikelen;
- Praktijkboek sociologie hoofdstuk 1 t/m 5
- Jager, H., A.L. Mok & P. Berkers (2014) 8 Afwijkend gedrag en conflict; pp. 121-131
- Swaan...
Referentiekader bestaat uit iemands kennis en verklaringen van en oordelen over de sociale
werkelijkheid.
Sociaal bewustzijn houdt in dat je zicht hebt op de snijpunten tussen je persoonlijke levenslot,
geschiedenis en sociale omstandigheden.
Cognitieve dissonantie psychologische term voor de onaangename spanning die ontstaat bij het
kennisnemen van feiten of opvattingen die strijdig zijn met een eigen overtuiging of mening.
Halo-effect de neiging om te denken dat wanneer iemand op één terrein positief opvalt, hij ook
wel goed zal zijn op andere terreinen.
Horn-effect één negatief aspect leidt tot het toeschrijven van meerdere negatieve kenmerken of
eigenschappen.
Superdiversiteit diversiteit binnen diversiteit
Hoofdstuk 2 homosociologicus
Positie een plaats in een netwerk van relaties
Sociale status de waardering die de samenleving hecht aan een positie in relatie tot andere
posities.
Sociaal aanzien de mate van waardering die men heeft voor de wijze waarop iemand een positie
bekleedt
Sociale structuur de wijze waarop de posities in een samenleving of groep op elkaar betrokken
zijn.
Organogram een schema van de structuur van een organisatie
Rol het gedrag dat van een positiebekleder verwacht wordt.
Rolattributen uiterlijkheden die nuttig zijn of dienen als herkenningsmiddel van een rol
Statussymbolen uiterlijkheden die verwijzen naar prestige, rijkdom, macht, invloed, gezag en
dergelijke.
Intern rolconflict hiervan is sprake wanneer een persoon geconfronteerd wordt met niet of
moeilijk te combineren verwachtingen ten aanzien van één positie die hij bekleedt.
Extern rolconflict hiervan is sprake wanneer een persoon geconfronteerd wordt met niet of
moeilijk te combineren verwachtingen ten aanzien van verschillende posities die hij bekleedt.
Socialisatie het leren spelen van rollen in het sociale leven.
Primaire socialisatie het leren spelen van algemene rollen in het sociale leven.
Secundaire socialisatie het leren spelen van specifieke rollen in het sociale leven.
Anticiperende socialisatie het in gedrag en houding vooruitlopen op een toekomstige rol.
Collectieve rituelen activiteiten die de functie hebben om de groepssolidariteit te versterken, de
waarden en normen van de groep aan te scherpen en aldus het conformisme te vergroten.
Sociale controle het geheel van positieve en negatieve sancties dat dient om het sociaal gedrag
van mensen te beheersen en in overeenstemming te brengen met de heersende waarden, normen
en verwachtingen
Zichzelf waarmakende voorspelling voorspelling die werkelijkheid wordt als gevolg van een
verkeerde definitie van de situatie.
Zichzelf vernietigende voorspelling een aanvankelijk juiste definitie van de situatie die leidt tot
gedrag dat voorkómt dat de aanvankelijke definitie waar wordt.
Selectief waarnemen hierbij wordt de werkelijkheid vertekend, vervormd en in overeenstemming
gebracht met de eigen opvattingen en belangen.
Vooroordeel vaste manier van denken, voelen en handelen die een gedeelte van de sociale
werkelijkheid in behoorlijke mate vertekent.
Stereotypering vaste manier van denken, voelen en handelen ten opzichte van een groepering,
die niet in overeenstemming is met de sociale werkelijkheid.
, Discriminatie het ongelijk behandelen van een individuen of groeperingen op grond van bepaalde
kenmerken.
Blaming the victim proces waarbij daders of omstanders de schuld bij een slachtoffer neerleggen.
Hoofdstuk 3 Groeperingen
Groepering verzameling van mensen die op één of andere manier is af te grenzen van andere
mensen.
Groep verzameling van mensen die; regelmatig contact hebben, gemeenschappelijke waarden en
normen hanteren, gevoelens van saamhorigheid delen, duidelijke posities ten opzichte van elkaar
hebben en duurzame relaties hebben.
Collectiviteit verzameling van mensen die gemeenschappelijke waarden en belangen hebben,
waardoor ze een zekere saamhorigheid voelen.
Sociale categorie verzameling van mensen die één eigenschap gemeen hebben.
Organisatie groepering die gericht is op het bereiken van bepaalde doeleinden en wordt
gekenmerkt door een duidelijke positieverdeling.
Referentiegroepering een groepering die van grote invloed is op iemands referentiekader.
Sociale identiteit bestaat uit gemeenschappelijke ervaren overtuigingen, waarden en kenmerken
van een groepering.
Etnocentrisme wanneer volkeren vanuit hun eigen set van waarden en normen andere volkeren
beoordelen.
Relatieve deprivatie het gevoel dat men iets tekortkomt vergeleken met anderen.
Comparatieve referentiegroeperingen groeperingen waarmee we onszelf vergelijken.
Netwerk een groepering die; één persoon als centrum heeft en waarvan alle leden regelmatig
contacten onderhouden met het centrum.
Informele hulp alle hulp aan mensen met uiteenlopende problemen die niet wordt gegeven in het
kader van een beroep.
Samenwerkingsverband een verband van twee of meer organisaties of zorgverleners, die
wederzijdse verplichtingen aangaan om tot resultaten te komen die ze afzonderlijk niet kunnen
bereiken.
Hoofdstuk 4 cultuur
Cultuur geheel van waarden, normen, verwachtingen en doeleinden die leden van een groepering
met elkaar delen.
Waarden centrale maatstaven met behulp waarvan we het eigen gedrag en dat van anderen
beoordelen.
Normen opvattingen en regels over hoe men zich moet gedragen of hoe men zich juist niet moet
gedragen.
Verwachtingen bestaan uit een complex van opvattingen dat de toekomstverwachtingen van een
groot aantal personen vorm en inhoud geeft.
Doelen gestandaardiseerde opvattingen over wat wenselijk is.
Andere cultuur cultuur die afwijkt van in onze samenleving algemeen aanvaarde, centrale
waarden, normen, verwachtingen en doeleinden.
Subcultuur cultuur die in zekere mate afwijkt van de algemeen aanvaarde cultuur maar wel de
belangrijkste elementen van die algemene cultuur bevat.
Contracultuur cultuur die elementen bevat die een protest inhouden tegen de dominante cultuur.
Institutie levensgebied dat een systeem van erkende normen en gedragspatronen kent die het
gedrag van de mensen en hun onderlinge relaties regelen.
Bureaucratie volgens Weber een manier van organiseren waarbij activiteiten volgens bepaalde
algemeen geldende principes en regels worden uitgevoerd.
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper studiesucces. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €7,65. Je zit daarna nergens aan vast.