100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na betaling Zowel online als in PDF Je zit nergens aan vast
logo-home
Samenvatting Het beginsel van de minste pijn - loonheffingen (3354HEF3GY) €10,49
In winkelwagen

Samenvatting

Samenvatting Het beginsel van de minste pijn - loonheffingen (3354HEF3GY)

1 beoordeling
 100 keer bekeken  10 keer verkocht

Uitgebreide samenvatting van het boek 'Het beginsel van de minste pijn'. 16e druk. De samenvatting is opgebouwd per week, zodat het makkelijk in gebruik is bij de collegestof. Eigen behaalde cijfer met deze samenvatting: 8.1.

Voorbeeld 4 van de 42  pagina's

  • Nee
  • Alle hoofdstukken zijn samengevat, behalve hoofdstuk 3.
  • 18 mei 2023
  • 42
  • 2022/2023
  • Samenvatting
book image

Titel boek:

Auteur(s):

  • Uitgave:
  • ISBN:
  • Druk:
Alle documenten voor dit vak (17)

1  beoordeling

review-writer-avatar

Door: dgokcen • 1 jaar geleden

avatar-seller
meeeerx
Samenvatting loonheffingen, Boek: beginsel van de minste pijn (16 e druk)

Week 1:
Hoofdstuk 1 + 2.

Hoofdstuk 1: Algemeen
Kenmerken van loonheffingen:
 Loonheffingen zijn heffingen naar het loon die bij de bron daarvan worden
geheven.
- Hiermee bedoelen we belastingen en premies op grond van sociale
verzekeringswetten die het loon als maatstaf van heffing hanteren
- Loonheffingen worden bij de bron geheven; bij degene die het loon betaalt
- We kennen de volgende loonheffingen:
o Loonbelasting
o Premie volksverzekeringen
o Premie werknemersverzekeringen
o Inkomensafhankelijke bijdrage ingevolge de Zorgverzekeringswet

§1.3 De ambivalente loonbelasting
 Uitgangspunt van de loonbelasting is dat het een bronbelasting is die wordt
geheven op basis van dezelfde draagkrachtbepalende factoren als de
inkomstenbelasting.
- Op deze wijze kan de loonbelasting als voorheffing van de inkomstenbelasting
dienen en ook als eindheffing
- Heeft iemand alleen arbeidsinkomsten en verder geen aftrekposten in de
inkomstenbelasting dan zal de loonbelasting vaak een eindheffing kunnen zijn
o Hierdoor is de loonbelasting feitelijk niet meer dan een
inkomstenbelasting die wordt geheven door inhouding op het loon.
o Hieraan zijn voordelen verbonden: de werkgever heeft de belasting al
op het loon ingehouden en de werknemer ontvangt het netto equivalent
daarvan: beginsel van de minste pijn.
o Nadeel: de kosten van de belastinginning komen voor rekening van de
inhoudingsplichtigen. Zij lopen risico indien fouten worden gemaakt.
Dan kan er naheffing plaatsvinden, art. 20 lid 2 AWR.

 Als voorheffing op de inkomstenbelasting is het uitgangspunt van de loonbelasting
dat de inhoudingsplichtige gerechtigd is de verschuldigde loonbelasting op de
werknemer te verhalen. De loonbelasting wordt geheven door middel van inhouding
op het loon, art. 27 lid 1 Wet LB.
- De eindheffing van art. 27a Wet LB vormt een uitzondering in formele zin op
de hoofdregel dat de inhoudingsplichtige de verschuldigde loonheffing op de
werknemer kan verhalen.

Ambivalent karakter van de loonbelasting:
- Enerzijds is deze belasting bedoeld als subjectieve voorheffing op de
inkomstenbelasting die ten laste moet komen van de werknemer
- Anderzijds neemt het aantal situaties toe waarbij deze heffing formeel of
feitelijk voor rekening van de inhoudingsplichtige komt

,§1.4 Relatie van de loonbelasting met de inkomstenbelasting
Voorheffing versus eindheffing
 De loonbelasting is op dit moment in de meeste gevallen een voorheffing op de
inkomstenbelasting. De loonbelasting wordt geheven over het loon en kan worden
verrekend met de aanslag inkomstenbelasting, art. 9.2 Wet IB 2001.
- In groot aantal gevallen blijft een aanslag inkomstenbelasting en verrekening
van loonbelasting achterwege, art. 9.4 Wet IB 2001.

 In de gevallen waarbij het naar de opvatting van de wetgever niet wenselijk is de
loonbelasting eindheffing te laten zijn, wordt een aanslag inkomstenbelasting
opgelegd. Dit doet zich voor als de geheven loonbelasting minder is dan een
inkomstenbelasting zou moeten worden betaald.
- Een aanslag op verzoek leidt tot een teruggaaf als de voorheffingen de
verschuldigde belasting met meer dan €15 te boven gaat, art. 9.4 lid 5 Wet IB
2001.

2 vormen eindheffing moeten worden onderscheiden:
1. Eindheffing in materiele zin
a. Als de loonbelasting als voorheffing toereikend is om de verschuldigde
inkomstenbelasting te voldoen
2. Eindheffing in formele zin
a. Loonbelasting wordt in bepaald aantal in de Wet LB limitatief
opgesomde situaties door middel van eindheffing geheven, art. 27a Wet
LB. In dat geval wordt het loonbestanddeel aangemerkt als
eindheffingsbestanddeel, art. 31 Wet LB. Dergelijke loonbestanddelen
zijn vrijgesteld voor de inkomstenbelasting, art. 3.84 lid 1 Wet IB 2001.
De door middel van eindheffing geheven loonbelasting kan dan ook niet
als voorheffing worden verrekend, art. 9.2 lid 1 onderdeel a Wet IB
2001.

De vraag of heffing van loonbelasting plaatsvindt is niet afhankelijk van de vraag of
inkomstenbelasting zal worden geheven.

Verrekenen van loonbelasting met inkomstenbelasting
 Alleen geheven loonbelasting kan als voorheffing worden verrekend, art. 9.2 lid 1
onderdeel a Wet IB 2001.
- Ingehouden loonbelasting wordt in beginsel als geheven loonbelasting
aangemerkt.
- Inhouden: het van een brutobedrag van het loon afzonderen van een bedrag
met het oogmerk dat op aangifte als loonbelasting af te dragen.
- Het inhouden is niet hetzelfde als afdragen. De loonbelasting die is
ingehouden wordt vervolgens ook daadwerkelijk afgedragen aan de
belastingdienst
- Voor de vraag of de werknemer loonbelasting kan verrekenen gaat het erom of
de werkgever het oogmerk heeft om af te dragen
o Afgezonderd van het oogmerk dit af te dragen, dan is de loonbelasting
wel ingehouden en kan deze door de werknemer worden verrekend.
o Had de werkgever dit oogmerk niet, dan kan de werknemer de
loonbelasting toch verrekenen met zijn aanslag inkomensbelasting mits
de werknemer te goeder trouw is

,  De werknemer mocht en ook bij inachtneming van de door hem,
gelet op de omstandigheden, te betrachten zorgvuldigheid
redelijkerwijze menen dat de werkgever aan zijn verplichting tot
inhouding zou voldoen
 Art. 20 AWR

Nageheven loonbelasting
 Naast ingehouden loonbelasting wordt ook de loonbelasting die door middel van
een naheffingsaanslag wordt geheven als geheven beschouwd
- Niet van belang is of de werknemer te goeder trouw was
- Om te kunnen verrekenen, moet er niet door middel van eindheffing zijn
geheven. Als eindheffing is toegepast, is de loonbelasting niet van de
werknemer maar van de werkgever geheven en vormt het betreffende
eindheffingsloon geen inkomen voor de inkomstenbelasting, art. 3.84 Wet IB
2001.

Verschillen heffingssubject
De heffingssubjecten voor de loonbelasting volgens art. 1 Wet LB:
- Werknemers of de inhoudingsplichtige
- Artiesten, beroepssporters…
- Bij of krachtens de Wet LB aan te wijzen andere personen
 Subject van heffing voor de inkomstenbelasting, art. 2.1 lid 1 Wet IB 2001.
 Om loon te kunnen heffen moet sprake zijn van een inhoudingsplichtige, art. 6
Wet LB.
- Indien er geen inhoudingsplichtige is, is er voor de loonbelasting geen
loonbelasting verschuldigd.
- Voor de inkomstenbelasting kan er wel sprake zijn van een belastingplichtige.

Het loonbegrip voor de inkomstenbelasting
Voor de inkomstenbelasting behoort het belastbare loon tot het belastbare inkomen
uit werk en woning, art. 3.1 lid 2 onder b Wet IB 2001.
- Het loonbegrip van de Wet LB vormt hiervoor het uitgangspunt, art. 3.81 Wet
IB 2001.
- Loon, dienstbetrekking, werknemer en inhoudingsplichtige zijn de 4
elementen die nodig zijn voor loonbelasting.

De loonbelasting dienst als een voorheffing van de inkomstenbelasting. Er zijn een
paar uitzonderingen op art. 3.81 Wet IB 2001:
- Art. 3.81: fooien en dergelijke prestaties
o Deze voordelen kunnen alleen tot het loon worden gerekend voor de
loonbelasting voor zover bij het bepalen van het loon daarmee door de
werkgever rekening is gehouden, art. 12 Wet LB jo. art. 3.6 URLB 2011.
o Bij de inkomstenbelasting moeten fooien en dergelijke voor het
werkelijk ontvangen bedrag worden opgegeven
- Art. 3.82 onder a Wet IB 2001: afkoopsommen en dergelijke
- Art. 3.82 onder b en c Wet IB 2001: uitkeringen op grond van buitenlandse
pensioenregelingen
- Art. 3.83 Wet IB 2001: exit-heffing bij pensioenen
- Eindheffingen, art. 3.84 Wet IB 2001
o Loon waarover de inhoudingsplichtige op grond van art. 31 of 32ab Wet
LB eindheffing is verschuldigd, is vrijgesteld van inkomstenbelasting.

, Bij eindheffing is de inhoudingsplichtige heffing verschuldigd, zonder
het te kunnen verhalen op de werknemer.
De inkomstenbelasting is een aanslagbelasting, per kalenderjaar. De loonbelasting is
een afdracht belasting per aangiftetijdvak.

§1.5 Heffing van premies sociale verzekeringen
De sociale verzekeringen worden onderscheiden in:
1. Volksverzekeringen
a. Ingezetene van Nederland
i. De AOW
ii. De Anw
iii. De Wlz
iv. AKW
2. Werknemersverzekeringen
a. Er moet sprake zijn van een dienstbetrekking of daarmee gelijkgestelde
arbeidsrelatie
i. De ZW
ii. De WIA
iii. De WW
3. De zorgverzekeringswet, Zvw.
a. Financieringsbronnen:
i. Ten eerste wordt een inkomensafhankelijke bijdrage geheven
ii. Ten tweede de nominale premie
iii. Eigen bijdrage die burgers onder omstandigheden verschuldigd
zijn
iv. Wlz-premie waarmee de langdurige zorg in verpleegtehuizen
worden gefinancierd.
v. Algemene middelen

Premieheffing volksverzekeringen
 De premie volksverzekeringen wordt alleen geheven op grond van de Wfsv en
worden deels door middel van inhouding geheven en deels op aanslag.

Premieheffing werknemersverzekeringen
 Premies worden geheven op grond van de Wfsv. Premieplichtige is degene die
werknemer is in de zin van de WW of WIA.
 Een werkgever moet voor zowel de premies werknemersverzekeringen als de
loonbelasting en de premie volksverzekeringen periodiek een gezamenlijke aangifte
doen. Deze aangifte wordt de loonaangifte genoemd.

Bijdrage zorgverzekeringswet
 Art. 2 lid 1 Zvw: degene die op grond van de Wlz verzekerd is, is verplicht zich
krachtens een zorgverzekering te verzekeren.
- De verzekeringsplichtige sluit een particuliere ziektekostenverzekeringen en is
een nominale premie verschuldigd die hij aan de zorgverzekeraar moet
betalen, art. 16 lid 1 Zvw. Daarnaast is de inhoudingsplichtige voor
werknemers een inkomensafhankelijke bijdrage verschuldigd.
vi.

Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!

Snel en makkelijk kopen

Snel en makkelijk kopen

Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.

Focus op de essentie

Focus op de essentie

Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!

Veelgestelde vragen

Wat krijg ik als ik dit document koop?

Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.

Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?

Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.

Van wie koop ik deze samenvatting?

Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper meeeerx. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.

Zit ik meteen vast aan een abonnement?

Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €10,49. Je zit daarna nergens aan vast.

Is Stuvia te vertrouwen?

4,6 sterren op Google & Trustpilot (+1000 reviews)

Afgelopen 30 dagen zijn er 53340 samenvattingen verkocht

Opgericht in 2010, al 14 jaar dé plek om samenvattingen te kopen

Start met verkopen
€10,49  10x  verkocht
  • (1)
In winkelwagen
Toegevoegd