Samenvatting minor complexe zorg
semester 2 2022-2023
Inhoud
Inleiding..............................................................................................................................................1
Klinisch redeneren..............................................................................................................................2
Respiratie............................................................................................................................................6
Beademing........................................................................................................................................12
Bloedgasanalyse...............................................................................................................................15
Pneumonie.......................................................................................................................................18
Cardiologie elektrofysiologie............................................................................................................20
Hemodynamiek 1 en 2......................................................................................................................22
Shock................................................................................................................................................27
Interventiecardiologie......................................................................................................................31
CRM (crew resource management)..................................................................................................33
Advanced life support (ALS)..............................................................................................................33
Neurologie anatomie en fysiologie...................................................................................................34
Neurologie op de IC..........................................................................................................................39
Zorg rondom de Neurologische patiënt op de verpleegafdeling......................................................42
Communicatie met de Neurologische patiënt..................................................................................45
Temperatuurregulatie en Exposure..................................................................................................48
Vochthuishouding.............................................................................................................................53
Interpretatie pijnscore......................................................................................................................58
Antibiotica........................................................................................................................................59
Oncologie..........................................................................................................................................61
Stolling..............................................................................................................................................65
Procedurele sedatie en analgesie (PSA)............................................................................................72
Palliatieve sedatie en euthanasie.....................................................................................................74
Inleiding
Bedankt voor het kopen van deze samenvatting van de minor complexe zorg collegejaar
2022-2023 semester 2. Dit is een samenvatting geschikt voor de kennistoets die aan het
eind van periode 1 of 3 wordt afgenomen. In deze samenvatting staat alle informatie uit de
boeken intensive care verpleegkundige 1 & 2 in. En daarnaast bestaat de samenvatting
grotendeels uit informatie wat in de hoorcolleges gegeven is.
,Een tip: wat blauwgedrukt in de samenvatting staat werd door de docenten van de HAN als
mogelijke toets vraag gemarkeerd!
Klinisch redeneren
Klinisch redeneren is het continuproces van observatie en analyse gericht op de vragen en
problemen van de patiënt. (definitie volgens bachelor of Nursing 2020)
In dit proces richt de verpleegkundige zich op:
- Risico-inschatting en vroeg signalering
- Probleemherkenning
- Interventie en monitoring
De definitie die het ministerie van Volksgezondheid, welzijn en sport hanteert:
Klinisch redeneren is de vaardigheid om eigen observaties en interpretaties te koppelen aan
medische en wetenschappelijke kennis.
Wat, hoe en wanneer redeneer je klinisch?
= Vaardigheid om eigen observaties en interpretaties te koppelen aan klinische kennis.
= Continu proces van gegevensverzameling en analyse gericht op vragen en problemen van
een individu en diens naasten, in relatie tot ziekte en gezondheid.
= Van associatief handelen (op basis van ervaring in een context) naar verbinden aan
concrete kennis.
Klinisch redeneren vormt de basis van het verpleegkundig handelen!
Het denkproces bij klinisch redeneren
Hoe maak je een keuze tussen de diverse typen canules wanneer medicatie intraveneus
moet worden toegediend?
- Hierbij moet je nagaan waarom deze ingebracht wordt.
- Hoe lang moet het infuus blijven zitten?
- Welke medicatie?
- Kans op flebitis?
- Voorkeur en overweging arts?
- Protocol?
- Conditie bloedvaten?
Kortom: gedachten die moeten leiden tot besluitvorming en het toepassen van een
interventie in de praktijk.
De cirkel van klinisch redeneren:
,Klinisch redeneren doe je samen. Shared decision making (SDM).
VB: Je krijgt een patiënt met COPD gold 3. Er is weinig informatie in de overdracht. Denk na
over met welke problemen de patiënt met COPD bijna altijd te maken heeft. Hierdoor kun je
proactief zijn bij het uitvragen!
Waar je aan kan denken:
- Kennistekort
- Verstoorde gaswisseling
- Ineffectief omgaan met behandeling en leefregels
- Angst
- Verstoord slaappatroon
- Voedingstekort
- Verminderd acitviteitsvermogen
- Ineffectief ademhalingspatroon
- Ineffectief hoesten
Dit valt allemaal samen met elkaar. Het één heeft een uitwerking op het ander.
Diagnoses stellen: PESdie
Gebruik formele diagnose (Carpenito, NANDA)
P = Probleem/diagnose
E = Etiologie + verergerende factoren
S: Signs en Symptoms
Plan: DIE: behandeldoelen (interventies) evaluatiecriteria
Doelen
- Wat wil je precies bereiken en wanneer?
- SMART formuleren
- Relateer aan eerder gebruikte meetinstrumenten
- Passend bij type ziektebeeld
Evaluatiecriteria
- Wie evalueert wanneer en hoe (met welke criteria/ meetinstrumenten)
Klinische redeneren volgen Bakker
Stap 1: Oriëntatie op de situatie/klinisch beeld
Stap 2: Klinische probleemstellingen
Stap 3: Aanvullend klinisch onderzoek
Stap 4: Klinisch beleid
Stap 5: Klinisch verloop
Stap 6: Nabeschouwing
Stap 1: Oriëntatie op de situatie/ klinisch beeld
Beschrijf hoe een ziekte of aandoening zich openbaart bij de patiënt (klinisch beeld).
Stap 1: Wat signaleer je?
- Context van de situatie?
- Welke gegevens zijn er al bekend?
- Leeftijd en geslacht
- Voorgeschiedenis?
, - Anamnese?
Hulpmiddelen die je voor deze stap kan gebruiken zijn de SBAR, AMPLE en de ABCDE
methodiek.
SBAR:
- Situation: wat is er aan de hand, wat is de situatie wat je signaleert?
- Background: de voorgeschiedenis van een patiënt, waarmee zijn ze al bekend?
- Assessment: beoordeling. Wat denk jij dat het probleem is. Neem in dit stukje de
ABCDE mee om een volledig beeld te krijgen.
- Recomendation: aanbeveling. Wat ga je doen, schakel je een arts in? Wat verwacht
je van een arts? Wie heb je nodig en geef aan wat jij denkt dat er moet gebeuren.
Vraag jezelf af of stel jezelf voor wat je zelf alvast kunt doen. En zorg dat je duidelijke
afspraken maakt met bv. de arts over wat je gaat doen en wanneer je weer contact
hebt met de arts.
ABCDE methodiek:
A: Airway. Hier bekijk je of de ademweg vrij is, je inspecteert de mond/keelholte en je kijkt
naar bijgeluiden.
B: Breathing. Dit heeft alles te maken met de ademhaling. Kijk naar de diepte, frequentie,
regelmaat. Is de thorax symmetrisch of asymmetrisch. Hoe hoog is de ademarbeid en wat is
het adempatroon. Ook hier kijk je of er bijgeluiden te horen zijn. Daarnaast let je erop of er
subcutaan emfyseem aanwezig is, wat is de saturatie en heeft de patiënt last van cyanose.
C: Circulation. Bij de circulatie kijk je naar controles zoals de tensie, hartfrequentie (regulair
of irregulair, zijn de pulsaties krachtig of zwak), wat is de cappilair refill (>1,5 sec.). Hoe is de
huid (warm, koud, klam, droog, grauw, wit, purpura, petechiën, gemarmerd). Wat is de
urineproductie. Is er bloedverlies of oedeem aanwezig.
D: Disability. Hierbij kijk je naar het bewustzijn. De AVPU en EMV score. Bij acute situaties
wordt de AVPU aangeraden. Verder kijk je naar de pupillen (zijn hier afwijkingen in). Is er
onrust, agitatie, verwardheid, uitvalsverschijnselen? De glucosewaarde.
E: Exposure. Top tot teen de patient bekijken. Zijn er nog bijzonderheden qua uiterlijke
kenmerken? De huid (kleur, wonden, decubitus, zwelling). Wat voor lijnen heeft de patiënt
(katheter, neus-maagsonde, infusie, drains). Wat is de temperatuur.
Belangrijk is dat je goed kijkt, luistert, voelt en meet en TREAT FIRST WHAT KILLS FIRST!
Wat bij de oriëntatie ook belangrijk is de anamnese. Je kan een speciale anamnese (ALTIS),
tractusanamnese of familieanamnese afnemen. Daarbij is het belangrijk te weten of iemand
allergieën of intoxicaties heeft. En een lichamelijk onderzoek.
ALTIS staat voor:
A: Aard van klacht
L: Lokalisatie van de klacht
T: Tijd en tijdsbeloop
I: Intensiteit, ernst van klacht
S: Samenhang van de klachten, wat verergert en wat verzacht het
AMPLE
Allergies: heeft de patiënt een allergie?
Medicine: welke medicijnen gebruikt de patiënt?