ONDERWIJSGROEPEN:
CIVIELE RECHTSPLEGING
,Inhoudsopgave
Bijeenkomst I. Rechtsingang en rechtsaanvang .................................................... 2
Bijeenkomst II. Competentie............................................................................... 13
Bijeenkomst III. Verwikkelingen ........................................................................ 31
Bijeenkomst IV. Bewijs ...................................................................................... 41
Bijeenkomst V. Kosten........................................................................................ 59
Bijeenkomst VI. Rechtsmiddelen ........................................................................ 67
Bijeenkomst VII. Dwangmiddelen...................................................................... 85
1
, Bijeenkomst 1: Rechtsingang en rechtsaanvang
Begin met het doornemen van de voorbeeld-dagvaarding die is opgenomen in hoofdstuk 0 van de
Sleutel. Kijk of ieder onderdeel daarvan verklaard kan worden vanuit de toepasselijke bepalingen in
Rv. Hoofdstuk 2 geeft verder de nodige aanknopingspunten.
Vraag a.
Deurwaarder Baard ontvangt van mr. Deleman, advocaat te Vilt, een dagvaarding om te betekenen.
Als mr. Deleman de dagvaarding terug krijgt, blijken er tussen de datum van betekening en de eerste
rolzitting vijf werkdagen te zijn. Mr. Deleman vraagt zich af wat hij met de dagvaarding en de
deurwaarder moet doen. De betekening vond plaats op de laatste dag van de verjaringstermijn.
Beantwoording:
Een onmogelijke datum is bijvoorbeeld 31 april (april heeft slechts 30 dagen), die heb je ook weleens.
Hier is de termijn niet in acht genomen, dan kom je bij een herstelexploot uit (art. 120 Rv). Dan moet
je nog een ‘redeneerstap’ maken om in art. 120 Rv te komen. Waarom kan je die regeling van de
herstelexploot toepassen? Is art. 120 Rv wél van toepassing? Er zit nog één sprong in, namelijk via art.
120 lid 1 Rv: ‘op straffe van nietigheid’. Is dit – de termijn van dagvaarding – een voorschrift dat op
straffe van nietigheid is voorgeschreven? In art. 120 lid 1 Rv staat: ‘al hetgeen in deze afdeling is
voorgeschreven, wordt op straffe van nietigheid in acht genomen.’ Is de termijn van de dagvaarding
een bepaling die uit deze afdeling komt? Over welke afdeling gaat het? De afdeling begint bij art. 111
Rv (‘Vierde afdeling. Dagvaarding’) en de termijn staat in art. 114 Rv: ‘de gewone termijn van
dagvaarding is ten minste een week’. Alles wat in art. 111 tot en met 124 Rv staat is allemaal op
straffe van nietigheid. Als je voorafgaand aan de zitting merkt dat iets fout ging dan kun je dat
herstellen met een herstelexploot. In dit geval, welke termijn moet je dan in acht nemen bij het
uitbrengen van een herstelexploot? Want de dagvaarding was op een te korte termijn. Art. 120 lid 3
Rv: ‘bij het uitbrengen van dat exploot moet de termijn van de dagvaarding in acht worden genomen.’
Let op! We hebben overal herstelexploten staan op verschillende plekken in de wet, máár we
hebben het nu over het herstelexploot van art. 120 Rv. Art. 125 Rv is voor het geval je een
dagvaarding niet hebt ingeschreven op de rol, dus een achteraf geval. Art. 121 Rv is óók een
achteraf geval. Art. 120 Rv geeft óók de mogelijkheid om vooraf al dingen te herstellen door
zo’n herstelexploot op eigen initiatief.
Die dagvaarding die was al op een té korte termijn, hoe moet het dan met het herstelexploot? Art. 120
lid 3 Rv zegt dan dat je, je moet die termijn voor dagvaarding in acht nemen, dat zijn zeven dagen.
Hoe noemen we dat altijd? Dat noemen we zeven vrije dagen. Dit zijn helemaal losse dagen. De dag
van betekening telt niet mee en de dag van de rolzitting telt niet mee. Daarom noemen we het zeven
vrije dagen. Het maakt niks uit of het een feestdag is of weekend, als het maar zeven losse dagen zijn.
Art. 120 lid 3 Rv – herstelexploot – je moet oproepen tegen een nieuwe rolzitting; je moet wel die
termijn in acht nemen. Hoe ziet zo’n herstelexploot eruit? Het is een abstract begrip. Het is gewoon
een nieuw exploot, wat staat er dan ongeveer in, in dit geval? Het begint met ‘heden de (…) dan de
datum van het exploot’ en dan ‘ter verzoeke van, dat is dan eiser’ en ‘woonplaats kiezende daar en
daar ten kantore van de advocaat die in deze zaak …’ ‘Is gesteld’ óf ‘wordt gesteld’? ‘Is gesteld’, want
dat heb je al gedaan. Dus je moet goed opletten. Wat je vaak ziet gebeuren dat mensen weer een
nieuwe dagvaarding gaan uitbrengen en dan heb je twee dagvaardingen. Een herstelexploot gaat ervan
uit dat ene ‘ding’ is er en we gaan nu verder om dingen te herstellen. Dan heb ik ‘deurwaarder die en
die’, ‘aan’, dan krijg je de naam van de gedaagde, ‘wonende daar, exploot latende aan dat adres in
persoon of iets dergelijks’. Dan krijg je, want hij wordt opgeroepen, ‘om te verschijnen ter
terechtzitting van die en die datum van die en die rechtbank op dat en dat adres’, dus dat is ongeveer
hetzelfde, en dan zeg je: ‘onder mededeling dat gedaagde of gerequireerde al eerder is gedagvaard bij
exploot van dan en dan. Dat er in dat exploot een fout is gemaakt of zich een gebrek heeft voorgedaan
doordat de termijn van dagvaarding niet in acht is genomen. Dat dat onder handhaving van het
oorspronkelijke exploot hierbij wordt hersteld, zodat gerequireerde of gedaagde alsnog wordt
2
, opgeroepen om te verschijnen op datum-x.’ Zo’n soort verhaal is dat. Dus dat is een verhaal waarbij je
keurig tot uitdrukking brengt dat je een correctie aanbrengt op iets dat er al was, maar je gaat dat niet
vervangen.
Alle algemene vereisten van exploten (art. 45 e.v. Rv) dienen in acht genomen te worden. De
deurwaarder moet dan die regels toepassen bij ieder exploot dat hij uitbrengt. Zelfs als je
iemand op jouw verjaardagsfeest wilt uitnodigen bij exploot – dat kan: de deurwaarder heeft
een ministerieplicht, dus die moet dat doen – een beetje duur, want tachtig euro per
uitnodiging, maar het kan. Dan dient de deurwaarder keurig volgens die regels te betekenen bij
die oproep voor de uitnodiging van het feestje.
Er zijn nog twee losse eindjes aan deze casus. Het meest voor de hand liggende losse eindje is die
verjaring. Stel dat je dit overkomt in een zaak en je denkt: ‘o, aan een herstelexploot, daar ga ik niet
aan beginnen. Ik ga gewoon opnieuw dagvaarden en ik gooi de dagvaarding in de prullenbak.’ Kan
dat? In een civiele zaak – in tegenstelling tot het strafrecht – kun je zo vaak iemand dagvaarden als je
wilt. Dat is geen enkel probleem. Dat leidt niet tot niet-ontvankelijkheden. Dus dat zou je kunnen
doen. Gebeurt dat vaak? In ieder geval als het gaat om de art. 121-Rv-herstellen, dan moet je het wel
herstellen. Soms moet het, omdat je ook weer bij het herstel fouten hebt gemaakt. Het kan dus in ieder
geval wel. Waarom zou je dat in dit geval niet doen? Waarom zou je dat in dit geval niet doen?
Vanwege de verjaringstermijn. Als je nu art. 316 lid 2 Rv, laatste zin, dan zie je dat zo’n daad van
rechtsvervolging – de dagvaardingsprocedure is een daad van rechtsvervolging – waar je niet mee
verdergaat dat die de verjaring niét stuit, dus dan valt die weg en moét je er wel mee verdergaan, want
dan houd je vast aan die oorspronkelijke dagvaarding. Door het herstelexploot blijft die staan en stuit
je nog steeds de verjaring. Dan is er nog een los eindje, die deurwaarder. Wat moet mr. Deleman met
de deurwaarder doen? Moet je dan de deurwaarder betalen of niet? Komt het voor de
verantwoordelijkheid voor de deurwaarder of niet dat die dagvaarding niet in de haak is? Heeft de
deurwaarder een beroepsfout gemaakt? Ja, de deurwaarder is aansprakelijk, want de deurwaarder
bepaalt wanneer betekend wordt tegen welke datum. Dit komt voor verantwoordelijkheid van de
deurwaarder. De deurwaarder vult de zittingsdatum in en hij moet zorgen dat hij op tijd betekent. Als
de deurwaarder daar een fout maakt, tenzij je hem heel expliciet instructies geeft die fout waren en hij
volgt die instructies, dan kan hem niks verweten worden. Maar normaliter is het de
verantwoordelijkheid van de deurwaarder om te zorgen dat het goed gaat. In dit geval zal de instructie
zijn geweest: ‘let op, er zit een verjaringstermijn in, dus je mag niet later dan die en die dag
betekenen’, máár dan wordt van de deurwaarder verwacht dat hij daar een rolzitting – roldatum – bij
bedenkt, die zodanig is dat hij de termijn van art. 114 Rv in acht neemt.
Wat is de rol eigenlijk? Wat is het specifieke van dat rolsysteem? Een ‘rol’ is dat het op een
vast moment in de week plaatsvindt. Per week heb je één zo’n zitting, die komt iedere week
terug. Het is een heel gestructureerde manier om het bij te houden. Op die rol wordt dat
bijgehouden. Die rol is dus zo’n periodiek systeem waarbij iedere week zaken worden
geagendeerd, als ze aan de beurt zijn, want daar kán worden verwezen naar de rol van vier
weken later, dus dan kom je natuurlijk op dié rol. Waarop je dus ook prima kunt bijhouden
wat er allemaal gebeurd is, wie er aan de beurt is, welke partijen erbij betrokken zijn, wie hun
advocaat is et cetera. Voor welk soort procedure is de rol voorgeschreven? We hebben twee
soorten procedures: de dagvaardings- en verzoekschriftprocedure. De rol is alleen bestemd
voor dagvaardingsprocedures. Bij de verzoekschriftprocedures is het wat vrijer: alles wordt
geadministreerd, maar er zijn geen vaste termijnen en dagen, dus daar gaat meer mis dan bij de
dagvaardingsprocedure. De wet verbiedt het evenwel niet om ook voor
verzoekschriftprocedures een rol in te voeren. Wie heeft dat gedaan? Wie heeft wel de rol
ingevoerd voor verzoekschriftprocedures terwijl het niet is voorgeschreven? De HR.
3