Vroegmoderne Geschiedenis
Politieke Geschiedenis v.d. 16e Eeuw
Samenvatting van Potjer & Van Os 1 en 2
1 inleiding wordt alleen maar niet toedoende dingen in gezegd
2 Het verloop van de gebeurtenissen in de zestiende eeuw // Slecht geschreven stuk + vaag
De politiek van de Habsburgers tot 1555
De machtspositie van de Habsburgers is in fasen opgebouwde, de belangrijkste hiervan zijn het
verwerven van Oostenrijk in de 13e eeuw en van de Bourgondische erflanden in de 15e eeuw. In de
16e eeuw kregen ze ook nog door een erfenis Spanje. De Spaanse delen zouden later een belangrijke
rol spelen door de grote hoeveelheden edelmetalen vanuit Zuid-Amerika die daar aankwamen. Deze
grote machtspositie van de Habsburgers bracht ook een reeks drukkende verplichtingen mee, het
leven van Karel V (geboren in 1500 te Gent) ging dan ook niet over rozen. Zijn belangrijkste rivaal was
de koning van Frankrijk die zich omsingeld voelde door het Habsburgse rijk. Karel dacht niet alleen
aan zijn dynastieke macht maar was ook erg bewust van zijn verplichtingen als Christen, hij zelfs van
de mogelijkheid om op kruistocht te gaan.
Het ontstaan van de Donau-Monarchie
In 1453 voltooiden de Turken de verovering van de Balkan, in de 16e eeuw zette de Sultans hun
expansie in twee richtingen door; over land via Hongarije naar Centraal=Europa en op zee naar het
oostelijke gedeelte van de middellandse zee waar onder andere Cyprus en Malta het doelwit waren.
In 1526 kwam de koning van Hongarije en Bohemen om, deze werd opgevolgd door Ferdinand (die al
delen van Oostenrijk bestuurde) . Ferdinand heeft in de loop van zijn regering deze 3 landen bij
elkaar gebracht, nog zeer los maar hij word nu wel als de grondlegger van de latere Donau-
Monarchie gezien. De onmiddellijke gevolgen van de slag bij Mohac (waar de koning van Hongarije
en Bohemen was omgekomen) waren dat een groot deel van Hongarije in Turkse handen viel en
wenen enkele jaren later een zeer zwaar beslag te doorstaan kreeg, de stad bleef behouden maar tot
aan het einde van de 17e eeuw bleef Oostenrijk een grensmogendheid.
De Reformatie in het Duitse rijk
Onmiddellijk na Karels benoeming tot Keizer in 1519 kampte hij met problemen binnen de kerk. In
1517 had Luther zijn 95 stellingen al bekend gemaakt, hij bleek niet alleen te staan in zijn
opvattingen. De houding van de landsvorsten en de magistraten van de Rijkssteden was van groot
gewicht geweest in het (wereldlijk) succes van de reformatie. Er werd gebruik gemaakt van de
gelegenheid om van de kerk een regionale instelling te maken en het kerkelijk goed te onteigenen
(seculariseren) . In de jaren 40 heeft Karel V de verenigde protestantse vorsten bestreden, tevergeefs
bleek want in 1555 werd de vrede gesloten en besloten dat de vorst over de godsdienstige kleur van
zijn land mocht beslissen. Op deze basis is tot 1618 de vrede in het Duitse rijk bewaard gebleven,
ondanks inbreuken op deze bepalingen. Zo bestreed Karel de ketterij niet alleen met wapens maar
ook met de inquisitie. Maar hij wou een samenkomst van een concilie, het Concilie van Trente (1545-
1563) heeft pas na Karels dood werkelijk zaken gedaan.
,Conflicten met Frankrijk
In 1494 was de Koning van Frankrijk het onafhankelijke Italië binnengevallen, Karel besloot ook op te
treden in Italië omdat hij zijn invloedsfeer bedreigt voelde, deze conflicten hebben met tussenpozen
decennia lang geduurd en eindigden in de overwinning voor de Habsburgers. Karel stond ook in een
ander deel van Europa tegenover Frankrijk, Vlaanderen was nog in naam een Frans leen. Karel
probeerde hen los te trekken uit dit leenverband wat in 1526 lukte.
Als je de balans opmaakt zie je dat de winst van Karel in de volgende gebieden ligt: Hongarije en
Bohemen, de Nederlanden, Italië en bij de keizerskeuze; enig verlies aan de noordgrens van Frankrijk
en een groter verlies in het Duitse rijk.
De Nederlanden op weg naar staatkundige eenheid.
Bourgondië is de naam van een hertogdom vin Frankrijk, leen van de Franse kroon. Tot de
Bourgondische landen behoorden stukken die je tegenwoordig als provincies van België en
Nederland terug te vinden zijn, wat nog ontbrak in vergelijking met nu was het noordoostelijke deel
vanaf Gelderland. Vaak onder voorbehoud van de handhaving van de gewestelijke zelfstandigheid
hebben de Bourgondiërs toch belangrijk voorbereidend werk verricht om de onderlinge band te
verstevigen, je zou kunnen spreken va een Bourgondische staat in wording. Economisch gezien lag
het zwaartepunt in de Zuidelijke Nederlanden met hun oude traditierijke industrieën terwijl
Antwerpen zich recent ontwikkeld had tot een belangrijk commercieel en financieel centrum. In het
noorden was Holland in opkomst met Amsterdam als grootste stad, die vooral handel dreef op het
Oostzeegebied.
Erfopvolgingproblemen
In 1477 kwam de heer van de Bourgondische staat om in een veldslag, zijn erfgename Maria zag zich
geconfronteerd met een sluwe buitenlandse vijand, Lodewijk XI van Frankrijk die snel delen van
Bourgondië bezette. Maximiliaan van Habsburg, de echtgenoot van Maria streed tegen hem, hij wist
erger te voorkomen maar kon geen gebieden heroveren. Intern hebben de staten generaal gebruik
gemaakt van de situatie om hun macht uit te breiden. In 1482 stortte de eenheidsstaat der
Nederlanden in wording (Bourgondië was al verloren gegaan) opnieuw in een crisis, Maria overleed
en ze liet een 4jarig zoontje (Filips) achter voor wie Maximiliaan regeerde. Door een huwelijk
verwierf Filips ook het opvolgingsrecht in Spanje, maar hij stierf in 1506. De ondertussen keizer
geworden Maximiliaan regeerde nu ook in de Nederlanden voor zijn kleinzoon Karel V. Behalve met
deze politieke problemen kreeg Maximiliaan ook te kampen met sociale onvrede vanwege de
klassentegenstellingen in de Vlaamse steden.
De bijdrage van Karel V aan de wordende eenheid
In 1543 werd Gelderland bij het verdrag van Venlo aan Karel V afgestaan, deze was nu heer over 17
gewesten, de groei van de Nederlanden kwam hier zo’n beetje tot zijn einde (In 1524 kwam
Friesland, 1538 Utrecht en in 1538 Groningen erbij). In 1531 was de grond gelegd voor de weg naar
de eenheidsstaat, Maria werd met de landvoogdij belast en er kwamen drie secties voor de Grote
Raad; de Raad van Financiën, de Geheime Raad en de Raad van State (waar alle hoge edelen zaten).
De stadhouders onderhielden vooral nauwe contacten met de steden, het platteland –
vertegenwoordigd door de lage adel- was politiek van minder belang.
,De reformatie in de Nederlanden
De Broeders van het Gemene Leven bewezen dat er een voedingsbodem was voor bewegingen van
geestelijke vernieuwingen, in die tijd werd de geestelijkheid zo negatief beoordeeld vanwege hun
wereldse interesses dat we van antiklerikalisme kunnen spreken. Een meer rechtstreekse
voorbereiding voor de Reformatie waren de werkzaamheden van de humanisten.
Luthers invloed was kort na 1517 merkbaar en in 1522 organiseerde Karel de bestrijding van de
ketterij in deze gewesten. In de jaren dertig vonden de wederdopers in de Noordelijke Nederlanden
op het platteland en in de stad onder de lagere standen veel gehoor voor hun boodschap, de
repressie heeft hen zwaar getroffen. Met de komst van het calvinisme begon de derde fase van de
reformatie. Maar groot zal het aantal calvinisten tijdens Karels regering niet zijn geweest.
Contrareformatie en calvinisme
Filips had vooral in de 2e helft van de zestiende eeuw een zeer contrareformatorisch beleid. Op het
Concilie van Trente werd de leer van de kerk in antireformatorische zin vastgesteld. De calvinisten
waren strijdbaarder dan de lutheranen. Het calvinisme heeft zich in de loop van de zestiende eeuw
vanuit Genève als een olievlek over Europa verspreid. In West-Europa wist Filips II niet de ketterij in
de Nederlanden voldoende te bestrijden. Sterker nog; zijn beleid was een aanleiding geweest tot de
algemene opstand van de gewesten.
De opstand der Nederlanden
De opstand is het best te beschrijven in enkele fasen.
1e fase: De ontstaansperiode: In 1566/67 kwam het vooral in Vlaanderen en Brabant tot een
uitbarsting maar werd gemakkelijk neergeslagen.
2e fase: Komst van Alva in 1567: Willem van Oranje probeert een paar keer een volksopstand te
ontketen. In 1572 komt er in Holland en Zeeland een opstand na een actie van de watergeuzen,
pogingen door Alva en later Requesens om het opstandige gebied weer te onderwerpen hadden
slechts gedeeltelijk succes.
3e fase: 1576 Ontevredenheid, dood Requesens en muiterij van niet betaalde Spaanse troepen
leidden tot een algemene opstand.
4e fase: val van Antwerpen, onderwerping der Zuidelijke Nederlanden door Parma voltooid. In deze
fase ging het erom of het Noorden ook onderworpen zou worden. De noordelijke westen zijn in deze
periode als de Republiek van de zeven verenigde Nederlanden internationaal erkend. In 1609 zag
Spanje zich gedwongen hierbij neer te leggen.
Oorzaken van de opstand
1559 bleef Parma als landvoogdes achter in de Nederlanden. Fillips II liet zich niet meer zien en de
Nederlandse groten voelden zich bij de Spanjaarden achtergesteld, ook bleef hij zich nog wel altijd
bemoeien. Alva’s landvoogdij bleek centraliserend en absolutistisch.
Kettervervolging; leidde niet alleen bij protesten zelf tot vrzet maar ok bij katholieke bestuurders,
edelen en kooplieden. Calvinisten droegen bij aan onrust door openlijk voor hun geloof uit te komen,
wellicht verantwoordelijk voor Beeldenstorm van 1566, kan ook door reltrappers en hongerende
werklozen veroorzaakt zijn.
De economische situatie was ernstig.
,Het crisisjaar 1566 en Alva’s schrikbewind
In 1566 werd landvoogdes Margaretha een smeekschrift aangeboden, ze beloofde slechts een
gematigde verandering. Dit deden de calvinisten besluiten om hagenpreken te organiseren en
spoedig daarna begon de Beeldenstorm. Margaretha ontbond het compromis. Alva kwam toen en
trad streng op.
De algemene opstand van 1576
1576 stierf Requesens, de opvolger van Alva, kort hierna brak muiterij uit bij de Spaanse troepen. De
Staten-Generaal kwamen bijeen, dit verschafte een platform waar de algemene onvrede geuit werd.
De onderhandelingen hadden spoedig resultaat, de plakkaten tegen ketters zouden worden
geschorst, verder zou in Holland en Zeeland de gereformeerde godsdienst als enige toegelaten
blijven maar daarbuiten zou niets tegen het katholicisme ondernomen mogen worden en ten slotte
zou de Staten=Generaal voer de godsdienst nader beslissen. Overal waar het Calvinisme voet aan de
grond kreeg werden diensten gehouden en het katholicisme aangevallen, het calvinisme steunde hier
op de gildedemocratie die nu in een gildedictatuur veranderde.
De unies van Atrecht en Utrecht
In 1579 kwam een samenwerkingsverband tot stand van enkele zuidelijke gewesten, met het doel de
bepalingen van gent na te leven en voor het rooms-katholicisme the handhaven, deze heette de Unie
van Atrecht. Als protestants antwoord hierop sloten een aantal gewesten de Unie van Utrecht, deze
was vooral gericht op bepalingen die op oorlogsvoering van belang waren, er werd bepaald dat
niemand om het geloof vervolgd mocht worden.
De scheiding tussen Noord en Zuid (1579-1585)
Parma maakte in deze periode in het zuiden grote vorderingen. In 1581 werd het plakkaat van
verlatinghe afgekondigd. Parma had in 1585 Groningen en Overijssel in handen gekregen en
bezegelde met de verovering van Brussel en Antwerpen in 1585 het lot van het zuiden, er werd daar
een rekatholiceringsprocess ingezet.
De contouren van een nieuw bestel
Zowel Engeland als Frankrijk wouden het noorden niet helpen, Elisabeth van Engeland stuurde toch
een raadgever (de graaf van Leicester) en enkele troepen op zou sturen. Spanje zag dit alsnog als
breuk en vond dit voldoende grond om de oorlog aan Engeland te verklaren. De Engelse hulp heeft
nauwelijks geholpen. Toch is het intermezzo van het Leicesterse tijdvak (1585-1588) belangrijk
geweest, toen kregen te toekomstige verhoudingen in de Republiek vorm.
De periode van consolidatie, 1588-1609
Nadat Leicester in december 1587 definitief naar Engeland afgereisd was ging men niet weer op zoek
naar hulp, men durfde het aan om op eigen benen proberen te staan, ditmaal onder onverhoopt
gunstige omstandigheden. De Armada die Filips in 1588 uitzond raakte verstrooid en werd door
Engelse schepen opgejaagd. In de tweede plaats kreeg Parma niet de gelegenheid om zijn werk af te
maken maar moest hij zijn krachten aanwenden voor een interventie in Frankrijk. Tussen 1590 en
1594 veroverde Maurits een reek strategisch belangrijke steden; het grondgebied van de zeven
gewesten werd erdoor veilig gesteld. In 1596 werd de soevereiniteit van deze Republiek voor het
eerst door Frankrijk en Engeland erkend. Maurits bleek niet in staat het zuiden te bevrijden. In 1609
werd –tegen de wil van de calvinisten,Amsterdam, Zeeland en aanvankelijk ook Maurits- een
twaalfjarig bestand besloten. In dit bestand werd de Republiek door de Aartshertogen, mede in naam
,van Spanje als soeverein erkend; vrede bleek echter niet mogelijk omdat Spanje vasthield aan de eis
van vrije uitoefening van het katholicisme en staking van de vaart op Indië.
(Contra) Reformatie / Renaissance
Samenvatting van Potjer & Van Os 3 en O.o.G §5.1 & §5.3
3 Renaissance, Reformatie en Contrareformatie
De Renaissance
Kenmerken
Kunsten:
- Meer Realisme in de Schilderkunst
- Meer individualisme (te zien aan meer herkenbare portretten)
- Verhalen worden niet meer statisch in episodes na elkaar verteld maar op het dramatisch
hoogtepunt.
- Minder vaak godsdienstige thema’s en dus vaker wereldse thema’s
- De navolging van de oudheid was in de schilderkunst minder, er was minder antieke
schilderkunst te vinden. Wel waren er klassieke thema’s en motieven terug te vinden.
- In de letterkunst was het makkelijker om op de oudheid terug te grijpen en ze werden ook
vrijer om hun eigen gang te gaan dankzij de boekdrukkunst, zij konden hierdoor namelijk ook
op de vrije markt verschijnen.
De levenshouding van de renaissance was als volgt:
- Er was vertrouwen in de zelfbeheersing van de mens en geloof in tolerantie
- De wetenschappen lieten de theologie vieren en werden autonoom.
Continuïteit of breuk?
Een breuk, alle kenmerken die voorkomen in de renaissance kwamen al eerder voor in de
middeleeuwen maar voor het eerst zijn deze zo groot en kunnen ze doorbreken.
Verklaringen
Waarom toen, en waarom daar? Italie was tot 1494 enigszins afgezonderd van de rest van Europa en
kon zijn gang gaan, de elders heersende gotiek heeft in Italië nooit een goede voedingsbodem
gevonden. Er was onderlinge verdeeldheid tussen de staten wat rivaliserende pronkzucht en politiek
bewustzijn opriep. Het handelskapitalisme waar Italië een voorsprong mee had stimuleerde rationeel
gedrag.
,Gevolgen
Directe invloed was op cultureel terrein, beeldende kunsten en de letter zijn er ook in later tijden
sterk door beïnvloed.
Ontwikkeling van wetenschappen zoals: Natuurwetenschappen als wiskunde astronomie en
anatomie en zelfs de techniek.
Bijbels humanisme bevorderde een kritische houding tegenover kerkelijke overleveringen.
Het geheel van alle kenmerken overziende,spreken sommige historici dan ook van een intellectuele
revolutie.
De kloof tussen de geleerde elite en het gewone volk werd duidelijk zichtbaar.
Het waren nu niet meer uitsluitend geestelijke die een Latijnse school bezochten. Voor de
humanisten was een grondige klassieke scholing zeer belangrijk.
Verval
Ging zo geleidelijk dat je beter van desintegratie kan spreken. Toen het nieuwe er af was gingen de
kunstenaars geleidelijk andere wegen in. Er is ook nog een politiek-economische verklaring. De
politieke crisis van 1949 met het oorlogsgeweld edaarna had misschien wel als direct gevolg dat het
renaissance idee meer verspreid werd maar werkte de teloorgang van de politieke onafhankelijkheid
wel degelijk nadelig. De sociaaleconomische crisis van na 1550 versterkte dit proces.
De Reformatie
Inleiding
In de 14e en 15e eeuw was de kerk in een grotere crisis geraakt dan zij de hele middeleeuwen had
meegemaakt. Er was allereerst een interne machtstrijd die leidde tot het bestaan van twee
rivaliserende pauze.
De wereldijke macht van de bisschoppen en monnikenorden was zo groot dat deze ervoor zorgde dat
zij hun geestelijke taak verwaarloosden en tot politieke problemen kon leiden.
In de derde plaats gedroegen deze, en ook andere geestelijken zich erg afwijkend van de officieel
door hen te prediken moraal.
Kenmerken van de Reformatie
- Uitsluitend door het geloof in Gods genade word men zalig.
- De zeven sacramenten van de roomse kerk werden verminderd naar twee (Doop en
Avondmaal), bovendien werd er tegelijk een andere betekenis aan toegerekend.
Toen bleek dat hervorming binnen de katholieke kerk voorlopig niet mogelijk leek ontstonden er
verschillende protestantse bewegingen.
Leer
Het verschil tussen de calvinisten en de lutheranen was dat Calvijn meer de nadruk legde op de
almacht van god en op het eer bewijzen aan God in het dagelijkse leven.
, Kerkorganisatie
De dopers waren het meest democratisch in hun beweging, dit leidde wel tot veel verdeeldheid.
Hierop volgde de calvinisten met een strakkere organisatie.
Lutheranen hadden een landskerk met een hiërarchische opbouw.
Rebellie
De dopers waren het meest rebelerend tegen slecht vorsten maar na hun nederlagen werden ze
pacifistisch en trokken ze zich terug in hun eigen kringen.
Luther vond dat men hoogstens mocht weigeren bepaalde bevelen van de vorst op te volgen.
Sociaaleconomisch
Dopers vonden hun aanhang vooral bij laaggeschoolden en waren anti-intellectualistisch ingesteld.
Calvinisten waren vaak stedelingen met een oog voor handelsactiviteiten, ze waren intellectualistisch
ingesteld en stonden afwijzend tegenover beeldende kunst.
De lutheranen waren ambachtelijk agrarisch, op het gebied van kerkmuziek hebben zij vooral grote
activiteit ontwikkeld.
De anglicaanse kerk is een geheel eigen weg ingegaan. Hendrik VIII had niet de bedoeling de
katholieke kerk in Engeland te hervormen maar hij wou alleen maar het hoofd er van zijn. Later werd
het toch wat meer reformatorisch, de leer werd steeds protestantser.
Continuïteit of breuk?
Breuk, hoewel de protestanten veel van het rooms-katholieke erfgoed bewaard hebben in hun
geloof en waren er al wat hervormingsbewegingen in de middeleeuwen geweest is de breuk in het
christendom zo groot geweest en zijn vooral de onvoorziene gevolgen daarvan op allerlei terreinen
zo ingrijpend geweest dat de breuk zwaarder weegt dan de continuïteit.
Verklaringen
Voor het eerst was het extreem moeilijk om de nieuwe leren uit te roeien. Inkapseling was ook niet
mogelijk geweest omdat de paus Leo meteen sterk afwijzend stond tegenover Luther en zijn beelden.
Bovendien wilden een aantal protestanten simpelweg niet binnen de kerk blijven.
Gevolgen
Er kwam een serie godsdienstoorlogen die bijvoorbeeld uitliepen op de precaire vredesregelingen
van Augsburg (1555) en Nantes (1598), later volgde nog de dertigjarige oorlog.
Binnenlands kregen zowel de rooms-katholieke als de lutherse en anglicaanse vorsten meer macht
over de kerk. Daar staat tegenover dat de staat eerst in een crisis werd gestort en dat de uitdrijving
van andersdenkenden leidde tot verlies aan economisch potentieel.
Economisch vormde het calvinisme een stimulans voor het kapitalisme.
Voor de standenmaatschappij is het bestaan vaan de eerste stand – de katholieke clerus-
ondermijnd.
De reformatie gaf sterke stimulansen aan het volksonderwijs.
Cultureel was het individualisme en de mondigheid van de gelovigen versterkt.
Op kerkelijk terrein kan je zien dat de toename van de hoeveelheid kerken uiteindelijke de
secularisering van het geloof zelf in de hand werkte.