PARAGRAAF 1
Binas
Ecosysteem: begrensd gebied met een wisselwerking tussen de tabellen:
organismen onderling (biotische factoren) en hun omgeving (abiotische 93b,c,g
factoren).
Organische stof: stoffen met een C-atoom waaraan H-atomen gekoppeld zijn, gemaakt door
een organisme.
Anorganische stof: stoffen zonder C-H verbindingen.
Producent: organismen aan begin van de voedselketen, leggen energie vast in organische
verbindingen vanuit anorganische stoffen.
Foto-autotrofe organismen: organismen die met behulp van lichtenergie de energie opslaan
in organische verbindingen (producenten).
Heterotrofe organismen: afhankelijk van anderen, consumenten & reducenten.
Reducenten organische stoffen anorganische energie verlaat ecosysteem.
Chemosynthese: opbouw van organische stoffen uit anorganische met behulp van energie
die vrijkomt bij een chemische reactie met anorganische stoffen.
Chemo-autotroof organisme: verkrijgen hun energie door chemische reacties uit
anorganische verbindingen; maken met behulp van verkregen energie benodigde
organische verbindingen uit CO2 (binden hiermee).
Planten nemen NO3- op om eiwitten te maken ( milieu). Rotting stikstof als NH4+ (
nitrietbacteriën). Nitriet en nitraatbacteriën maken complexe organische stoffen uit
anorganische stoffen.
PARAGRAAF 2
Fitness: vermogen van populatie om bepaalde allelen door te geven aan de volgende
generatie.
Inteelt: dieren paren met familieleden bij kleine populaties (kan leiden tot lichamelijke
gebreken).
Predatie: doden van prooidier. Predator = ‘jager’.
, Biotische factoren: levende organismen.
Abiotische factoren: niet levende organismen.
Een groot (ei)land heeft meer habitatten en ecologische niches dan een klein eiland.
Ecologische niche: functie van een soort in een ecosysteem.
Habitat: fysieke plaats/ruimte waar soort zich bevindt.
Gradiëntecosysteem: ecosysteem met geleidelijke veranderingen van soortensamenstelling
en milieufactoren dat zorgt voor grote biodiversiteit (verloop nat droog of hoog laag).
Eilandtheorie voorspelt de grootte van de biodiversiteit van geïsoleerde gebieden (zoals een
eiland, bergtop, meer of bos).
De kans dat er soorten verdwijnen neem toe naarmate er meer soorten zijn.
Founder-effect: bij kolonisatie is de allelensamenstelling van nieuwe populatie minder
gevarieerd dan de allelensamenstelling van de oorspronkelijke populatie (gemigreerde dieren
geven alleen hun allelen door).
Flessenhalseffect: verandering in allelfrequenties na ramp waarbij het aantal
individuen/allelen afneemt.
Genetic drift kleine populatie in relatief groot gebied dieren kunnen elkaar moeilijk
vinden minder voortplanting allelen van deze dieren verdwijnen genetische variatie
nog lager.
PARAGRAAF 3
Extremofielen: organismen die leven onder extreme omstandigheden (hoge temp,
laag/hoge pH).
Adaptatie: verandering in leefwijze van soort, vaak door mutatie van DNA.
Exoten: soorten uit een ander gebied die zich vestigen in een ecosysteem; vaak bereiden
deze soorten zich snel uit ten koste van andere, al gevestigde soorten plaagorganismen.
invasieve exoot: soort die oorspronkelijk niet in gebied leefde, introk en nu systeem
verstoort.
Waterzuivering bedrijven slaan oppervlaktewater op in spaarbekkens; kalk toevoegen
verontreiniging zakt naar bodem slib afgezogen & verbrand; water naar duinen filtering
in zandlagen/ bedrijven met fijne zeven; chemische reacties ionen uit water; water paar
seconden langs UV-licht micro-organismen dood & waterstofperoxide onder UV-lamp
peroxideradicalen medicijnresten vernietigd; filter met actieve kool haalt ionen en
organische stoffen eruit smaak & geur beter.
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper Annemijnverbeek. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €6,07. Je zit daarna nergens aan vast.