H7 Lezen en samenvatten (Steehouder)
7.1 Tesktvolgend lezen en samenvatten
7.1.1 Globaal lezen (een korte samenvatting)
o Eerste oriëntatie: tekstindeling, schema’s, tabellen, foto’s
o Gericht zoeken naar tekstthema: dik-, schuingedrukte teksten, onderstreept
o Gericht zoeken naar hoofdvragen
o Gericht zoeken naar kernwoorden: cursief, begin van de alinea’s
7.1.2 Nauwkeurig lezen (gedetailleerde samenvatting)
7.1.3 Kritisch lezen (kritische samenvatting)
o Volledigheid, relevantie, juistheid, geloofwaardigheid
o Achterliggende doelen, communicatiedoelen (informatief, instructief, persuasief,
motiverend, affectief
7.2 Herstructurerend lezen en samenvatten
7.2.1 Werken met een literatuurmatrix
o Directe samenvatting: geschreven vanuit het perspectief van de auteur van de
oorspronkelijke tekst
o Indirecte samenvatting: geschreven vanuit het perspectief van de lezer.
H9 Sociale categorisering en identiteit (Shadid)
Sociale categoriseringstheorie
Identificatie = het indelen van mensen in groepen op grond van specifieke
eigenschappen, waarvan alle groepsleden deze bezitten.
Inferentie = het afleiden van bepaalde karakteristeken uit het groepslidmaatschap,
waarvan niet vaststaat dat alle groepsleden deze bezitten.
De mens is voortdurend opzoek naar het verkrijgen van een positief gewaardeerde
sociale identiteit.
Ingroup favoritism and outgroup favoritism (positieve vertekening tonen in je eigen
groep, of naar andere groepen toe).
Causale attributietheorie
Interne- en externe attributies
o Interne attributie = oorzaak van een bepaald gedrag wordt gezocht in de
persoonlijkheidskenmerken van het individu.
o Externe attributie = oorzaak van een bepaald gedrag wordt gezocht in de
omstandigheden.
o Ultieme attributiefout = oorzaak wordt eerder aan de omstanders
toegeschreven.
o Fundamentele attributiefout = de oorzaak wordt eerder aan persoonlijke
eigenschappen toegeschreven.
o Brede categoriseerders = staan een grote mate van ideeën en opvattingen
binnen een categorie toe.
o Smalle categoriseerders = staan kleine variaties toe en gaan ervan uit dat het
gedrag van iemand met een andere culturele achtergrond alles zegt over de
persoon in kwestie.