Afwijkende ontwikkeling 2 TOETSDOELEN
De student kan de kenmerken, prevalentie (= hoe vaak komt het voor),
differentiaaldiagnose (= waar lijkt het op), comorbiditeit (= waarmee gaat het
vaak samen), risico- en beschermende factoren en begeleidings- en
behandelingsmethoden bij de volgende ontwikkelingsstoornissen beschrijven.
Slaapstoornissen
- Kenmerken
Slaapstadia
o Non-remslaap: 4 fasen met verschillende slaapdiepte van licht naar
heel diep duurt zo’n 90 minuten
o Remslaap: actieve- of droomslaap: 10-20 min. (volwassenen)
o Cyclus: totaal 4-5 maal per nacht
o Actieve hersenen en onregelmatige hartslag en ademhaling tijdens,
geen beweging van spieren m.u.v. oog en gezicht tijdens remslaap
o Non-remslaap: rustige hartslag en ademhaling, spieren kunnen
bewegen, verwerking van eiwitten, vetten, etc.
o Behoefte aan slaap wordt bevorderd door afname van licht en
verhoging van melatonine productie en omgekeerd in de ochtend.
Dyssomnia’s (vormen van slechte slaap)
o Insomniastoornis (problemen met slaaptekort) kan zich op allerlei
manieren uiten: inslaapproblemen, doorslaapproblemen, vroeg
wakker worden, niet uitgerust zijn, moeite hebben met
concentratie/aandacht/dingen onthouden, een negatieve stemming
hebben, gedragsproblemen vertonen, slechter presteren op school
o Slaapapneu (ademhalingsgerelateerde slaapstoornis): ademhaling
stokt gedurende minimaal 10 sec.
o Hypersomnolentiestoornis: last van slaapaanvallen overdag, ook al
heb je ’s nachts genoeg geslapen.
o Narcolepsie: mensen met narcolepsie hebben last van een of meer
van deze 4 dingen
Ze voelen zich constant moe en sukkelen overdag geregeld
in slaap
Bij heftige emoties zoals heel hard lachen treedt een acute
spierslapte op waardoor ze in elkaar zakken (kataplexie) en
een poosje niet kunnen bewegen (blijven wel bij bewustzijn)
Bij het inslapen treden heldere hallucinaties op die griezelig
echt lijken
Bij het ontwaken kan ‘slaapverlamming’ optreden: het
lichaam reageert niet op commando’s die de geest heeft
o Circadianeritme-slaap-waakstoornissen: de slaapcyclus is niet goed
afgestemd op de 24 uurscyclus. De slaapkwaliteit is goed, maar het
slapen gebeurt op de verkeerde tijden. Een variant is de verlate
slaapfase: te laat slapen en niet op tijd uit bed kunnen komen bij
adolescenten.
Parasomnia’s (vormen van vreemd gedrag tijdens de slaap)
o Problemen in de overgang van waken naar slapen: bijv.
hoofdbonzen, schokken, heen en weer bewegen.
o Pavor nocturnus (non-remslaap-arousalstoornis): nachtelijke
paniekuiting voor de omgeving, niet voor het kind zelf; ouders
schrikken als ze hun kind horen gillen en het zwetend, met
opengesperde ogen en rechtop zittend in bed aantreffen. Komt voor
tussen 1,5-6 jaar tijdens de diepe fase van de non-remslaap.
o Slaapwandelen: speciale vorm van pavor nocturnus en komt voor
bij kinderen die kunnen lopen; 4-12 jaar, daarna stopt het meestal.