100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na betaling Zowel online als in PDF Je zit nergens aan vast
logo-home
WG Sociaal-Economisch Beleid: Theorie & Instituties €4,98
In winkelwagen

Antwoorden

WG Sociaal-Economisch Beleid: Theorie & Instituties

1 beoordeling
 280 keer bekeken  9 keer verkocht

Dit zijn de uitwerkingen van de opgaven uitwerkingen van de artikelen van het vak SEBTI van studiejaar 16/17. Gezien het feit dat het vak nauwelijks inhoudelijk verandert, kan dit gebruikt worden voor meerdere jaren.

Voorbeeld 5 van de 68  pagina's

  • 29 april 2017
  • 68
  • 2016/2017
  • Antwoorden
  • Onbekend
book image

Titel boek:

Auteur(s):

  • Uitgave:
  • ISBN:
  • Druk:
Alle documenten voor dit vak (2)

1  beoordeling

review-writer-avatar

Door: maritschoenmaker • 3 jaar geleden

avatar-seller
leidenab123
Week 1

1. Bespreek hoe de participatiegraad verandert wanneer de werkloosheid stijgt.

De participatiegraad bestaat uit LF/N.

LF = L+U.

N = LF + O



De participatiegraad is het aantal werkenden (L) + werklozen (U) = (LF/Labor Force)
gedeeld door de Potentiële beroepsbevolking (N). N = LF + O, dus de beroepsbevolking +
inactieven. Als de werkloosheid stijgt dan neemt het aantal werklozen toe in de
beroepsbevolking. De participatiegraad zal niet veranderen. Er vindt slechts een verschuiving
plaats binnen de beroepsbevolking.

2. Leg aan de hand van een figuur uit hoe de lonen en werkgelegenheidsratio
(employment rate) veranderen wanneer de vraag naar arbeid stijgt dan wel daalt.
W

LS




WD2
WD
WD 1

LD 2

LD
LD 1
L
LS 1 LS LS 2

Als de vraag naar arbeid stijgt, dan zal de vraaglijn naar rechts verschuiven (LD 2) waardoor er
ook een hoger loon wordt aangeboden. Omdat er meer loon wordt aangeboden stijgt de
werkgelegenheidsratio. Als de vraag naar arbeid daalt, dan zal de lijn naar links verschuiven
(LD1)en het loon dalen. Ook daalt de werkgelegenheidsratio in deze situatie.


1

, 3. Leg aan de hand van een figuur uit hoe de lonen en werkgelegenheidsratio
(employment rate) veranderen wanneer het aanbod van arbeid stijgt dan wel daalt.
W
LS2
LS


LS1

WD2
WD
WD 1



LD

L
LS 2 LS LS 1

Wanneer het aanbod afneemt dan zal het loon stijgen (WD2), maar neemt de
werkgelegenheidsratio af (LS 2 ). En als het aanbod toeneemt dan daalt het loon (WD1) en
stijgt de werkgelegenheidsratio(LS 1).

4. Veronderstel dat een bedrijf dat werknemers aantrekt op een arbeidsmarkt met
volledige concurrentie een schema van het geldelijk grensproduct (marginal revenue
product) heeft zoals weergegeven in de eerste twee kolommen van de volgende tabel:

Arbeid Geldelijk Loon
(werknemers) grensproduct
0 €0
1 20 €6
2 24 8
3 28 10
4 24 12
5 18 14
6 12 16
7 6 18

2

, a. Als dit bedrijf werknemers kan inhuren tegen een loon van €16, hoeveel
werknemers zal het dan inhuren?

Het bedrijf moet dan kijken naar MO=MK. En het neemt toe met €2. Dus hij zal 5
werknemers in dienst nemen, omdat hij dan onder de kosten van 16 euro komt.

Bij volledige concurrentie wordt het loon gegeven door de markt, maar bij een monopsonie
macht kan hij zelf het loon bepalen. Dus eerst laag betalen, maar als hij meer mensen moet
aannemen dan moet hij meer betalen.




Arbeid (werknemers) Geldelijk grensproduct Loon +2€ TK MK
(MO)
0 €0
1 20 €6 €6 €6
2 24 8 16 10
3 28 10 30 14
4 24 12 48 18
5 18 14 70 22
6 12 16 96 26
7 6 18 126 30




b. Wat zijn de totale arbeidskosten voor het inhuren van twee werknemers?

Die zijn 16€

c. Wat zijn de marginale arbeidskosten van de derde werknemer?

Die zijn €14

d. Bij hoeveel werknemers maximaliseert het bedrijf de winst?

Dat is bij MO=MK., dus bij 4 werknemers

Want dan is het MP (24) > dan MK 18.

e. Welk loon betaalt het bedrijf bij dit aantal werknemers?

3

,Het bedrijf betaald dan 12€.

f. Vergelijk de uitkomst van vraag 4e met de uitkomst van vraag 4a.

Hij kan nu minder werknemers aannemen en betaald een lager loon. Dus hij heeft een
monopsoniemacht waardoor hij dat kan. Eerst betaalde hij voor 5 werknemers voor 16€ en nu
betaald hij 4 werknemers voor 12€.

5. Waarom is de vraag naar arbeid een afgeleide vraag?


De vraag naar arbeid is afhankelijk van de omvang van productie en die omvang is weer
afhankelijk van de vraag naar het product. Als de omvang van de productie laag is als gevolg
van een lage vraag naar het product, dan heb je ook niet veel arbeiders nodig. Omgekeerd als
de vraag naar het product hoog is, dan zal de omvang van de productie stijgen en heb je meer
arbeiders nodig.


6. Waarom verloopt de arbeidsvraagcurve dalend?


Afnemende marginale nut van een extra eenheid arbeider, omdat zij steeds minder efficiënt
gaan werken.


7. Waarom verloopt de arbeidsaanbodcurve stijgend?

Deze loopt stijgend omdat mensen zichzelf zullen aanbieden als het aangeboden loon
hoger is dan hun reserveringsloon. Dit is het loon waartegen een persoon wil werken. Hoe
hoger je loon is dat wordt aangeboden, hoe meer mensen zich aanbieden en dus de
arbeidsaanbodcurve stijgend is. De werkgever moet wel telkens meer geld aanbieden om
mensen aan te trekken.




4

, 8a. Floris heeft een uurloon van €10. Verder heeft hij geen inkomsten. Veronderstel dat
er geen regelgeving bestaat omtrent het aantal gewerkte uren per week. Teken zijn
wekelijkse budgetcurve.
C

1680 7 x24 = 140 + 28 = 168 uren




168 x 10€ = 1680 consumptie




L
168




5

Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!

Snel en makkelijk kopen

Snel en makkelijk kopen

Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.

Focus op de essentie

Focus op de essentie

Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!

Veelgestelde vragen

Wat krijg ik als ik dit document koop?

Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.

Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?

Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.

Van wie koop ik deze samenvatting?

Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper leidenab123. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.

Zit ik meteen vast aan een abonnement?

Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €4,98. Je zit daarna nergens aan vast.

Is Stuvia te vertrouwen?

4,6 sterren op Google & Trustpilot (+1000 reviews)

Afgelopen 30 dagen zijn er 52510 samenvattingen verkocht

Opgericht in 2010, al 14 jaar dé plek om samenvattingen te kopen

Start met verkopen
€4,98  9x  verkocht
  • (1)
In winkelwagen
Toegevoegd