Samenvatting uit boek: Schoolpedagogiek.
Opvoeding en onderwijs in de basisschool.
H1 1.2 (blz.22)
De wereld is de plaats waar men onder mensen is. Maar het is ook de plaats waar door mensen
gemaakte objecten voorhanden zijn. Ten slotte is het de plaats waar mensen –d.m.v. taal die ze delen
en met elkaar spreken- zich tot elkaar verhouden. Pas door taal worden kinderen medemensen.
Alleen dan word je een deelgenoot van de wereld. Als kinderen met een minimale verzorging en in
eenzaamheid opgroeien, dan kun je merken dat deze kinderen het nooit helemaal lukt om deel uit te
maken van de mensenwereld. Ze hielden iets onmenselijks. Veel van dat soort kinderen halen hun
ontwikkelingsachterstand niet meer in.
De hechting tussen moeder en kind is een noodzakelijke voorwaarde om zich te kunnen ontwikkelen.
Als een kind niet veilig gehecht is, dat wil zeggen: geen duurzame affectieve relatie heeft met een
opvoeder, komt het niet of nauwelijks tot exploratie. Het is te angstig en onzeker om op onderzoek uit
te gaan, waarmee de mogelijkheid om de wereld en zichzelf te leren kennen drastisch wordt
ingeperkt.
Het belang van gehechtheid voor de ontwikkeling is belangrijk, maar het blijkt echter dat niet alleen
de moeder als gehechtheidsfiguur kan optreden, ook de vader of een pedagogisch medewerkster.
Mits deze sensitief met het kind omgaan en er continuïteit in de relatie is. Het kind kan zich dus pas
ontwikkelen als er een medemens is die zich om hem bekommert en met hem een relatie aangaat.
Via een medemens kan het kind toegang tot de wereld krijgen. Biologen maken bij dieren vaak een
onderscheid tussen nestblijvers en nestvlieders.
Nestblijver = bijv zangvogels, honden en katten die zonder veren of vacht geboren worden. Hun ogen
zijn nog dicht en hun gehoorgang gesloten. Ze kunnen nog niet hun eigen weg gaan; ze zijn hulpeloos
en op de verzorging van hun ouders aangewezen.
Nestvlieder = bij een eend, gans, paard of koe is dat anders. Die hebben wel een beschermende laag
in de vorm van veren of een vacht en kunnen al direct op hun eigen benen staan.
De mens is een secundaire nestblijver. Hij is te vroeg geboren en dient daarom eerst nog een jaar
lang in een soort culturele buitenbaarmoederlijke ruimte te verblijven. Pas daarna is hij in staat zich in
overeenstemming met de kenmerken van zijn volwassenen soortgenoten te gaan gedragen; rechtop
gaan lopen, praten en doelgericht handelen. Om mens te kunnen worden is een 2e geboorte nodig.
Een culturele geboorte: een geboorte in de wereld van mensen. Dat kan dus alleen door
tussenkomst van een medemens.
Onze hersenen zijn zeer vormbaar. Onderzoekers noemen het de plasticiteit van de hersenen. In de
1e jaren groeien in de hersenen aan de zenuwcellen steeds meer verdikkingen (synapsen) met behulp
waarvan verbindingen met andere cellen kunnen worden gelegd en informatie kan worden
getransporteerd. Als er geen verbindingen tot stand komen sterven de synapsen af. Als kinderen
ervaringen opdoen worden zenuwcellen geactiveerd. Als daartussen nieuwe verbindingen ontstaan
en deze door nieuwe ervaringen uitgroeien tot netwerken, leren kinderen en daarmee nemen hun
denk- en handelingsmogelijkheden toe.
, In de 1e helft van de 19e eeuw stelde de Duitse pedagoog Johan Herbart dat de mens vatbaar is voor
vorming. De mens is vatbaar voor vorming omdat zijn hersenen zo plastisch zijn. (verhaal Kasper
Hauser die eerst in een kelder heeft geleefd en pas op zijn 17e leerde praten, waarnemen, lopen en
etc)
1.4 (blz 35)
Er is in onze samenleving geen eeuw aan te wijzen waarin kinderen zoveel ruimte hebben gekregen
als in de 20ste eeuw. Zo ontstond in de vorige eeuw gaandeweg een heel netwerk van voorzieningen
rond het kind en de jongere, van onderwijs tot zorg en hulpverlening tot vrijetijdsbesteding en
ontspanning. De ruimte die Key voor de jeugd had geclaimd, groeide in die eeuw uit tot een apart
domein. De historisch pedagoog Dasberg noemde dat Jeugdland: een speciaal voor kinderen en
jongeren ingerichte wereld.
In haar boek ‘grootbrengen door kleinhouden’ introduceerde Lea Dasberg de stelling dat het kind en
de ouder-kindrelatie zoals wij die kennen nog maar enkele honderden jaren bestaat. In de 18e eeuw
ontstaat een aparte kinderwereld. Sindsdien is het kind steeds meer van de volwassen wereld
afgeschermd. Dat betreurt ze, want kinderen worden daardoor klein gehouden en willen niet meer
volwassen worden. Pas in de 19e eeuw begon daar verandering in te komen. Er gingen steeds meer
kinderen naar school. Kinderen en jongeren brachten steeds meer tijd en steeds langer van hun leven
in jeugdland door.
Interne krachten bij kinderen = Krachten die ertoe leiden dat kinderen elkaar aantrekken en afstoten.
Ze bepalen wie bij wie hoort en wie niet. Het medium waardoor die krachten tot uiting komen is de
taal. Via taal zoeken kinderen toenadering en wijzen ze elkaar af, geven ze en nemen ze. En via
diezelfde taal beoordelen ze elkaar en delen elkaar in. Hier domineert de imaginaire orde. De taal lijkt
in dienst van die orde te staan. Via taal worden beelden uitgewisseld, beelden waarmee de kinderen
zich identificeren of die ze juist afwijzen. Ze nemen ook ten opzichte van elkaar posities in. Dan
domineert de symbolische orde; en dan kunnen de beelden vanuit een wederzijds erkend standpunt
worden geïnterpreteerd. Kinderen doen er met elkaar ervaring op, maar zoeken ook een antwoord op
de vraag wie ze zijn en naar aanleiding daarvan wat ze nu precies met en ten opzichte van elkaar
willen. Dit is ook jeugdland.
Jeugdland blijkt verschillende versies te hebben. Het sociaal milieu, sekse en etniciteit zijn van
invloed op het leven van kinderen. Dasberg beschrijft Jeugdland als een aparte wereld waarin
kinderen van arbeid worden vrijgesteld en de ruimte krijgen om onderwijs te volgen en zich te
ontwikkelen. Dat gaat gepaard met een afname van verantwoordelijkheden. Het gevolg is dat
kinderen in Jeugdland klein worden gehouden. Naast gezin, school, kerk en buurthuis was de straat
bij uitstek de vrije ruimte van de jeugd. Maar vandaag de dag heeft de straat terrein verloren.
Jeugdland is verhuiselijkt en kent steeds minder vrije ruimte. De controle erop is toegenomen. Met
het verdwijnen van de kinderen op straat, is de invloed van de buitenwereld op het gezin enorm
toegenomen. Boeken, radio en tijdschriften brachten de buitenwereld allang in huis. Maar met de tv,
computer en internet is de invloed ervan veel sterker geworden. De impact hebben ouders niet goed
in de hand. Met de nieuwe media is er in huis een nieuw soort vrije ruimte ontstaan die maar beperkt
door ouders kan worden gecontroleerd. De impact van de moderne media is groot. Ze hebben ertoe
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper dainelarietmeijer. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €4,99. Je zit daarna nergens aan vast.