Samenvatting Management hoofdstuk 6, 7 ,8 en 10
Hoofdstuk 6 Management
Strategie = richten
Organisatiekunde = inrichten
Management = verrichten
Management gaat over alles wat is er voor nodig is om de mensen in de organisatie van dag tot dag
gezamenlijk te laten werken aan de gestelde doelen.
Manager
Een persoon die het handelen van andere mensen in een organisatie op gang brengt en stuurt. Een
manager is veelal verantwoordelijk voor het resultaat van een divisie of afdeling en geeft leiding aan
een groep medewerkers.
- Gary Hamel, ‘Reinventing Management for the 21st century’
De technologie veranderd maar het management is nog steeds als 100 jaar geleden.
Cruciale passages:
◦ Innovation is the work of everybody, all the time, every day
◦ Are you really helping me succeed in my job?
◦ Fit for the future = fit for human beings
◦ In many ways, human beings already have the essential qualities our organisations
lack
- John P. Kotter, ‘leading change’
"Because management deals mostly with the status quo and leadership deals mostly with change, in
the next century we are going to have to try to become much more skilled at creating leaders."
Rollen van het management volgens Mintzberg
- Interpersoonlijk ( behartigen van de belangen van de groep)boegbeeld, leider, llaison
officer(legt contacten buiten het eigen organisatieonderdeel)
- Informatief (waarnemer ,verspreider, woordvoerder)
- Besluitvormend (continu beslissingen nemen over een optimale inzet van mensen en
middelen voor de realisatie) ondernemer, oplosser van strubbelingen, toewijzer van
middelen, onderhandelaar.
, Managementniveaus
Topmanagement:
- Verantwoordelijk voor de algehele leiding van de organisatie
- Belangrijkste inspirator en initiator
- Symboolfunctie
Middenmanagement:
- Leidinggeven en sturen van activiteiten
- Nemen van operationele beslissingen
- Steeds meer beleid formulerende taken
- Sleutelfunctie bij verandering!
Lager management: (komt steeds minder voor)
- Organisaties worden steeds platter
o Ingegeven door sterkere concurrentie en noodzaak om slagvaardiger te worden
o Middenmanagement wordt belangrijker
- Meer coaching, minder direct leidinggeven
- Verschuiving van functionele managers naar algemene managers
- Topmanagement is steeds meer ‘slechts’ voorwaardenscheppend
Beleid formulerende taken
o Vooruitzien
o Voorspellen
o Plannen
o Organiseren
Beleidsuitvoerende taken
o Delegeren van werkzaamheden
o Controleren van medewerkers
o “Motiveren” van medewerkers
, Typen managers:
Functionele manager
o Verantwoordelijk voor één activiteit, bijvoorbeeld inkoop
Algemene manager
o Verantwoordelijk voor alle activiteiten binnen een deel van de organisatie,
bijvoorbeeld een business unit
Tendens 1:
- Organisaties worden steeds platter
Door de sterker wordende concurrentie en de noodzaak om slagvaardiger te
worden.
Het middenmanagement wordt belangrijker
- Meer coaching, minder direct leiding geven.
Tendens 2:
- Verschuiving van functionele naar algemene managers
o Vaker autonome business units met meer kennis van de omgeving en hebben meer
aanpassingsvermogen.
- Middenmanagement steeds meer beleid formulerende taken
Tendens 3:
- Het topmanagement is steeds meer ‘slechts’ voorwaardenscheppend
- Geldt ook steeds sterker op het niveau van middenmanagement
- Terug bij Hamel. Reverse accountability (het omgekeerd verantwoording afleggen)
Werkzaamheden van de manager:
, Effectiviteit: doeltreffendheid (doing the right things)
Efficiëntie: doelmatigheid (doing the things right)
De juiste volgorde hierin:
1. Smart doel stellen.
2. Streven naar effectiviteit (ondernemer)
3. Streven naar efficiëntie (manager)
4 soorten effectiviteit:
Technische en economische
◦ Intern procesmatig / productiemiddelen
Psychosociale
◦ Plezier / voldoening van het werk
Maatschappelijk
◦ Extern; voldoen aan eisen omgeving
Bestuurlijk
◦ Flexibiliteit; informatie en besluitvorming
Change management iceberg (je denkt dat je als manager alle overzicht hebt, maar in werkelijkheid
zie je maar een klein gedeelte van de ‘ijsberg’)
Cultlike cultures:
Ideologie
Indoctrinatie (mensen worden door de jaren heen gebrainwasht)
Elitarisme (je voelt jezelf (als bedrijf) beter dan de rest)
Aandacht Consistentie en Detail
Behouden: Waarden, Doelstelling (wat vinden we belangrijk)
Veranderen: Werkwijze, Strategie (we moeten ook kunnen veranderen in cultuur)