Basisboek systeemgericht werken
Hoofdstuk 1
Wat is een systeem
Eenheid opgebouwd uit delen maar gaat niet om deze delen of eenheid maar om de betrekkingen
hiertussen
Systeempentagram, hierin zit geen hiërarchie:
Individueel systeem
Subsysteem
Gezinssysteem
Superfamilair systeem
Omgeving
Algemene systeemtheorie
- Geheel is meer dan de som der delen.
Alle elementen hebben invloed op elkaar kan niet los bekijken. Gezin in geheel bekijken,
veanderen in één gezinslid betekent verandering voor hele gezin.
- Systeem wordt geleid door regels
Geven aan hoe het systeem werkt, wanneer ingrijpen, wat wel en niet kan.Deze regels worden
pas duidelijk als ze overtreden worden of bij een grote verandering
- Circulaire causaliteit
Er is geen duidelijke oorzaak waarop ene gevolg volgt. Elk deel is oorzaak en gevolg tegelijk.
Oorzaak en gevolg hebben invloed op elkaar.
- Streven naar homeostage
Dit betekend balans. Na elke verandering opnieuw op zoek naar balans, vraagt felxibiliteit.
- Circulaire feedbackprocessen
Feedback uit de omgeving, beinvloed het zoeken naar evenwicht
Positieve feedback leidt tot verandering insysteem’
Negatieve feedback remt verandering in systeem
Equifinaliteit hetzelfde resultaat kan ontslaan bij verschillende beginnen
Multifinaliteit (=equipotentionaliteit) hetzelfde begin leidt tot verschillende eindes
Structurele theorie
Gezinsstructuur staat centraal
Colaities= groepjes spannensamen binnen het gezin’
, Parentificatie= kind neemt ouderrol over
Zondebok= een iemand uitgezin krijgt de schul maar eigenlijk ligt het aan hele gezin
2 ziekmakende gezinstructuren
1 kluwengezinnen, zijn heel close geen ruimte iegen keuzes en activiteiten’
2 loszanggezinnen, niets samen ieder lid moet zichzelf redden
Communicatietheorie
5 axioms van Watzlawick
1 men kan niet niet comuniceren
2 inhouds- en betrekkingsniveau
Inhoudsniveau: letterlijk boodschap, wat wordt er gezegd
Betrekkingsniveau: wie neemt welke rol op zich in het gesprek. Dit blijft hetzelfde en
ontstaan interactiepatronen
3 de interpunctie
Wat de een de oorzaak vind vind de ander het gevolg, en andersom
4 digitale- en analoge comunnicatie
Digitale communicatie: Verhaal, inhoudsniveau, boodschap
Analoge communicatie: non-verbaal, betrekkingsniveaU
5 Interactiepatronen
Complementair: men neemt verschillende posities aan op betrekkingsniveau, iedereen is er mee
eens
Symmetrisch: basser op gelijkwardige positie
Parallele interactie: Gezonde relatie wisselt tussen beide
Therapeut neemt central plek in, initatiegf grotendeel si handen, wil rechtstreeksinvloed., onetwerpt
aanpak, neemt verantwoordelijkheid voor verandering
Gericht op wat welk effect heeft binnen het systeem
Benadrukt twee niveaus communicatie
1 feitelijk- en observeerbaar gedarg en interactiereeksen waar elk symptoom aan ligt
2 interpunctie, permissen, geeft eiegn beteknis aan de bpoodschap
4 concepten om gezinssysteem te anaylseren
1 interactiereeks terugkerend stereotype process
2 hierachische orderning gezinsinteracties