Privaatrecht
Bijeenkomst 1
Wat is de essentie van het arrest Blaauboer/Berlips?
De Hoge Raad heeft in het arrest Blaauboer/Berlips besloten dat van verbintenissen die betrekking
hebben op een goed ingevolge art. 1354 BW (oud) wel de actieve zijde (het vorderingsrecht), maar
niet de passieve zijde (de schuld) overgaat op degene die dat goed onder bijzondere titel verkrijgt. De
broeders Berlips blijven dus verplicht om de straat alsnog aan te leggen, ook al hebben ze het perceel
verkocht aan iemand anders.
De HR heeft hiervoor enkele argumenten:
1. Een duidelijke scheiding tussen absolute en relatieve rechten behouden;
2. Er zijn al mogelijkheden om verplichtingen aan een stuk grond te koppelen, namelijk de
erfdienstbaarheid;
3. Het voldoet niet aan de openbaarheid van zakelijke rechten.
Wat is de relatie tussen de begrippen verbintenis, rechtshandeling en overeenkomst?
Een verbintenis is een vermogensrechtelijke verhouding tussen twee partijen krachtens welke de één
(de schuldeiser) is gerechtigd tot een gedraging (de prestatie) die de ander (de schuldenaar) verplicht
is ten opzichte van hem te verrichten. Volgens art. 6:1 BW kan een verbintenis alleen uit de wet
voortvloeien. Er zijn dus wettelijke bepalingen waaruit verbintenissen volgen. Een voorbeeld hiervan is
de overeenkomst (art. 6:213 BW), de meerzijdige rechtshandeling. Een rechtshandeling moet het
rechtsgevolg dat in het leven is geroepen beoogd hebben.
Wat is de relatie tussen de begrippen overeenkomst, aanbod en aanvaarding?
De overeenkomst ontstaat wanneer het aanbod is gedaan en dit aanvaard is. De aanvaarding is het
ontstaansmoment van de overeenkomst. Wanneer de aanvaarding de aanbieder niet of niet tijdig
bereikt, dan komt de overeenkomst niet tot stand.
Op welk moment komt een overeenkomst tot stand?
In beginsel komt een overeenkomst tot stand op het moment dat de aanvaarding de aanbieder heeft
bereikt (art. 3:37 lid 3 BW). Een overeenkomst komt tot stand door aanbod en aanvaarding daarvan,
dus wilsovereenstemming (art. 6:217 jo. 6:213 jo. 3:33 BW).
Welke ‘vormen’ van aanbod kunnen worden onderscheiden? Waarom is dit onderscheid van belang?
Dit kan mondeling geschieden, maar ook schriftelijk. Dit onderscheid is van belang bij het vervallen
van het aanbod (art. 6:221 BW). Een mondeling aanbod vervalt namelijk wanneer het niet onmiddellijk
wordt aanvaard, terwijl een schriftelijk aanbod vervalt zodra het niet binnen een redelijke termijn is
aanvaard.
Taak 1B:
Probeer na te gaan of de beschreven kwesties (al dan niet vermogensrechtelijk en vervolgens
(eventueel) goederenrechtelijk en/of verbintenisrechtelijk van aard zijn. Ga nadrukkelijk in op de vraag
of in de betrokken casus een persoonlijk dan wel een absoluut recht is ontstaan en probeer het recht zo
precies mogelijk te benoemen. Vermeld tevens de relevante wettelijke grondslag.
1
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper celinejanssen1. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €4,99. Je zit daarna nergens aan vast.