Hoofdstuk 10 Stress, gezondheid en ziekte: theorie
Stress wordt meestal op een van de volgende drie manieren onderzocht:
1. Stress als stimulus
Er zijn verschillende stressoren, bv:
Catastrofale gebeurtenissen zijn, zoals aardbevingen, overstromingen of
vliegtuigongelukken
Levensgebeurtenissen= (scheiden, kinderen krijgen, overlijden partner.
Theorie over levensgebeurtenissen.
levensgebeurtenissen staan niet op zichzelf. Hoe meer levensgebeurtenissen iemand
heeft meegemaakt, hoe groter de kans dat er problemen met de lichamelijke
gezondheid ontstaan (Holmes en Rahe, 1967).
Social readjustment rating scale (SSRS: sociale heraanpassingsschaal)
De waarden op deze schaal worden life change units (LCU’s) genoemd(kerstmis minst
stressvol/overlijden partner meest stressvol).
Lichte levenscrisis 150-199
Matige levenscrisis 200-299
Zware levenscrisis >300
Sociale heraanpassing: ‘de intensiteit en de tijd die nodig is om zich aan een
levensgebeurtenis aan te passen, ongeacht de wenselijkheid (positieve en negatieve) van
de gebeurtenis’.
De beperkingen van het onderzoek van Holmes en Rahe:
De benadering van stress via levensgebeurtenissen levert geen systematische aanpak op van
de vele factoren die een rol spelen bij de relatie tussen stressvolle gebeurtenissen en ziekten.
Ergernissen: (Kanner)
Irritante, frustrerende eisen die kenmerkend zijn voor dagelijkse interactie met de omgeving.
Deze ergernissen hebben vooral invloed op iemands leven als ze frequent optreden,
chronisch waren of gedurende een bepaalde periode vaak voorkwamen.
2. Stress als interactie
Richard Lazarus, die het zogenoemde cognitieve transactionele stressmodel opstelde.
Arousal: onder arousal wordt de activatietoestand van het centrale en autonome
zenuwstelsel verstaan. Activatie van het centrale zenuwstelsel (met name van
hersenfuncties) houdt verband met de mate van mentale alertheid of bewustzijn.
Afstandelijke reactie: het innemen van een afstandelijk, vaak wetenschappelijk
standpunt over een gebeurtenis of stimulus, met als doel activering van de emoties
te verminderen.
Ontkenningsreactie: het innemen van een standpunt waarbij alle negatieve
implicaties van een gebeurtenis of stimulus worden ontkend. Als dit onbewust
gebeurt, wordt dit als een afweermechanisme beschouwd. Volgens Lazarus is stress
een gevolg van de interactie tussen iemands eigenschappen en beoordelingen, de
externe of interne gebeurtenis en de interne of externe hulpmiddelen waarover
iemand beschikt. Het model
van Lazarus stelt dat mensen beginnen met een proces van beoordeling: iemands
interpretatie van situaties, gebeurtenissen of gedrag. Twee typen beoordeling:
primaire en secundaire.
Zie figuur 10.1: het eerste transactionele stressmodel van Lazarus
1. Primaire beoordeling: iemand overdenkt de kwaliteit en de aard van een stimulus.
Lazarus onderscheidde drie typen mogelijke stressoren:
1
, • stressoren die schade berokkenen (verlies, mislukking),
• stressoren die een bedreiging vormen (de verwachting van toekomstige
schade),
• stressoren die een uitdaging vormen (kansen voor persoonlijke groei)
Gebeurtenissen die niet schadelijk, bedreigend of uitdagend zijn, zijn goedaardige
gebeurtenissen.
2. Secundaire beoordeling: beoordelen van de hulpmiddelen en het vermogen om met een
stressor om te gaan (coping). Deze beoordeling gebeurt tegelijkertijd met een primaire
beoordeling.
Voorbeelden:
• bedreiging + geen hulpmiddelen = stress: ik kan hier onmogelijk mee
omgaan, ik weet zeker dat ik ga zakken.
• bedreiging + beperkte hulpmiddelen = stress: dit zal moeilijk worden, ik
ben niet zo slim als anderen.
• Bedreiging+ mogelijke hulpbronnen: misschien haal ik het als ik hard
studeer.
• probleem + externe hulpbronnen = minder stress: ik zou het misschien
kunnen als ik hulp krijg
Stress ontstaat als de vermeende eisen niet in verhouding staan tot de beschikbare hulpmiddelen.
Ontwikkelingen in het model van Lazarus
Lazarus paste zijn primaire beoordeling aan door middel van een beoordeling van de
egobetrokkenheid.
Volgens deze aanpassing:
• wekt een bedreiging van het zelfgevoel van de sociale waardering woede
op;
• een schending van morele codes resulteert in schuldgevoel;
• en elke existentiële bedreiging genereert angst
Hans Selye (1974)
Eustress gaat gepaard met positieve gevoelens. Een beetje pressie in ons dagelijks
bestaan is zeker niet slecht. We hebben allemaal een zetje nodig om elke dag uit bed te
komen.
Distress is stress die vergezeld wordt door negatieve gevoelens. In navolging van Smith
is de secundaire beoordeling complexer. Deze bestaat nu uit drie (Lazarus) of vier (Smith).
Lazarus voegde punt 2 en 3 samen:
1. Interne/externe verantwoordelijkheid (schuld/verdienste bij Lazarus). Men maakt hierbij
onderscheid tussen woede (verantwoordelijkheid bij de ander) en schuldgevoel (zichzelf
schuld geven). Verdienste gaat (mogelijk) gepaard met emoties zoals trots.
2. Vermogen tot probleemgerichte coping. Mate waarin situatie als veranderbaar wordt
beleefd. Gevoel dat de situatie onveranderbaar is roept gevoel van angst op.
3. Vermogen tot emotiegerichte coping. Vermeende vermogen emotioneel gezien om te gaan
met de situatie. Gevoel dat persoon hiertoe niet in staat is roept angst op.
4. Toekomstige verwachting met betrekking tot verandering van de situatie. Mate waarin
situatie in de toekomst veranderbaar wordt geacht. Gevoel dat deze mate laag is, gaat
gepaard met droefheid.
>>>Het belangrijkste element uit deze ontwikkeling van Lazarus is dat de aandacht niet
alleen uitgaat naar emoties, maar ook naar cognities.
(aan beoordeling gerelateerde emoties)
2
, 1. verlies/schade: droefheid, depressie, wanhoop
2. bedreiging: nervositeit, angst, woede, jaloezie
3. uitdaging: zorgen hoop vertrouwen
Kritiek op raamwerk van Lazarus
• Er is weinig onderzoek gedaan naar de aard van de interactie tussen primaire en
secundaire beoordelingen (tussen de noodzaak tot coping die betrokkenen voelen en de
vermeende hulpmiddelen voor coping)
• Het is onduidelijk of zowel primaire als secundaire beoordeling noodzakelijk is
Kenmerken van stressvolle gebeurtenissen
• Onverwacht moment
• Onvoorspelbaar
• Onduidelijk (persoonlijke rol, potentieel risico/schade
• Ongewenste gebeurtenissen
• Geen controle
• Grote levensveranderingen
10.2 Typen stress
Hobfoll (1989) stelde een model op voor het ‘bewaken van reserves’ voor stress. Mensen
spannen zich in, om waardevolle hulpmiddelen te beschermen.
Hij suggereert dat stress zal ontstaan wanneer er sprake is van een feitelijk of dreigend
verlies van hulpmiddelen of van het ontbreken van winst nadat hulpmiddelen zijn
geïnvesteerd. In dit model ligt de nadruk minder op de primaire beoordeling dan in het
model van Lazarus.
Bij onderzoeken naar stress die zich acuut manifesteert, wordt meestal onderscheid
gemaakt tussen enerzijds stimuli die zeldzaam maar rampzalig (aardbevingen bijv.) zijn
en anderzijds veelvoorkomende stressoren.
De ernst en duur van reacties op stressvolle gebeurtenissen zijn afhankelijk van de
omvang van het verlies. Het herbeleven van de gebeurtenis kan leiden tot de diagnose
posttraumatische stressstoornis (PTSS).
Coping via zelfredzaamheid: iemands aanname dat hij of zij onder bepaalde
omstandigheden in staat is tot een bepaalde copingsrespons
Examenstress: stress kan het geheugen en de concentratie van mensen tijdens
cognitieve activiteiten belemmeren. Het antwoord schiet je soms op het moment van de
toets niet te binnen, terwijl het op het puntje van je tong ligt.
Te weinig of te veel arousal kan een nadelig effect op de prestaties hebben: de wet
van Yerkes-Dodson
Het geheim voor goede prestaties ligt erin de arousal te laten oplopen, maar niet zo
hoog dat iemand een black-out krijgt.
Stressreactiviteit: de fysiologische arousal zoals toegenomen hartslag of bloeddruk
tijdens een potentieel stressvolle gebeurtenis.
Beroepsstress: controleverlies speelt hierbij een rol. De meeste werkende mensen
zullen wel eens werkstress ervaren en hoewel die stress voor velen van korte duur is,
is hij voor anderen chronisch en schadelijk voor de gezondheid. Beroepsmatige stress
is ook wel met burn-out in verband gebracht.
Burn-out zou het gevolg zijn van chronische, langdurige werkstress waarbij de
aandoening is gerelateerd aan uitputting, de laatste fase van het algemeen
aanpassingssyndroom van Selye.
3