Kasstroomoverzicht, winst-en-verliesrekening en overzicht totaalresultaat
RJ 360 – IAS 7 – Het kasstroomoverzicht
Het kasstroomoverzicht is een overzicht van de geldmiddelen die in de verslagperiode beschikbaar
zijn gekomen en van het gebruik dat van deze geldmiddelen is gemaakt. Een kasstroomoverzicht
geeft inzicht in ingaande en uitgaande geldstromen ingedeeld naar verschillende
activiteitencategorieën en heeft hiermee een toegevoegde waarde, omdat hierin informatie wordt
verstrekt die niet op andere wijze uit de jaarrekening blijkt.
De functie van het kasstroomoverzicht volgens de RJ is:
• Bijdrage leveren aan het inzicht in de financiering van de activiteiten van de rechtspersoon;
• Bijdrage aan het inzicht in liquiditeit, solvabiliteit en kwaliteit van het behaalde resultaat;
• Inzicht geven in het vermogen van de rechtspersoon om geldstromen te genereren.
IFRS stelt dat wanneer een kasstroomoverzicht samen met de overige componenten van de
jaarrekening wordt gebruikt, het informatie verschaft die gebruikers in staat stelt zich een oordeel te
vormen over de wijzigingen in netto-activa van een onderneming, haar financiële structuur (met
inbegrip van de liquiditeit en solvabiliteit) en haar vermogen om invloed uit te oefenen op de bedragen
en timing van kasstromen, om zich te kunnen aanpassen aan gewijzigde omstandigheden en
mogelijkheden. Tevens is informatie over kasstromen nuttig bij de beoordeling van het vermogen van
de onderneming om geldmiddelen te genereren en biedt het gebruikers de mogelijkheid om modellen
te ontwikkelen om de contante waarde van de toekomstige kasstromen van verschillende
ondernemingen te beoordelen en te vergelijken. Daarnaast staat dergelijke informatie garant voor een
betere vergelijkbaarheid van de verslaggeving over de operationele prestaties van verschillende
ondernemingen, aangezien de gevolgen van verschillende verwerkingswijzen voor dezelfde
transacties en gebeurtenissen worden geëlimineerd.
Reikwijdte
Grote en middelgrote rechtspersonen zijn verplicht een kasstroomoverzicht op te stellen. Dit is echter
niet verplicht als het kapitaal van een rechtspersoon direct of indirect wordt verschaft door een andere
rechtspersoon die een gelijkwaardig kasstroomoverzicht opstelt. De reden voor deze vrijstelling is dat
voor een dergelijke rechtspersoon doorgaans geldt dat de financiering en het kasmiddelenbeheer
geïntegreerd is in het groepsbeleid. De rechtspersoon moet dan wel in de toelichting aangeven waar
die geconsolideerde jaarrekening te verkrijgen is.
IFRS verplicht alle ondernemingen tot het opstellen van een kasstroomoverzicht en maakt geen
onderscheid naar de grootte van de rechtspersoon.
Bijzondere bedrijfstakken
In de Richtlijnen bestaan voor de volgende bijzondere bedrijfstakken specifiek daarop afgestemde
regels en/of modellen ten aanzien van het kasstroomoverzicht: banken, verzekeringsmaatschappijen,
pensioenfondsen, premiepensioeninstellingen, beleggingsentiteiten, toegelaten instellingen
volkshuisvesting en onderwijsinstellingen.
Plaats in de jaarrekening
Zowel onder de Richtlijnen als IFRS wordt het kasstroomoverzicht als een integraal onderdeel van de
jaarrekening beschouw. Ten aanzien van de plaats in de jaarrekening bestaat echter een subtiel
verschil. In IAS wordt een definitie gegeven van een volledige jaarrekening, waarbij het
kasstroomoverzicht afzonderlijk wordt genoemd als één van de primaire overzichten. In de Richtlijnen
wordt onder een jaarrekening verstaan “de balans en de winst-en-verliesrekening met de toelichting”,
overeenkomstig artikel 2:361 lid 1 BW, waarbij de RJ vermeldt dat een kasstroomoverzicht ook
onderdeel uitmaakt van de jaarrekening.
Vergelijkende cijfers (= verplicht)
Het kasstroomoverzicht dient vergelijkende cijfers over het voorgaande jaar te bevatten. IAS zelf bevat
geen dergelijk voorschrift, echter vergelijkende informatie over de voorgaande verslagperiode is onder
IFRS verplicht voor alle cijfermatige informatie in de jaarrekening.
,Geconsolideerde en/of enkelvoudige informatie
Indien een geconsolideerde jaarrekening wordt opgesteld, wordt het kasstroomoverzicht op
geconsolideerde basis opgenomen. Een kasstroomoverzicht op enkelvoudige basis hoeft alleen te
worden opgesteld als een geconsolideerde jaarrekening ontbreekt.
Onder IFRS bestaat geen soortgelijke bepaling. Dit betekent dat wanneer een enkelvoudige
jaarrekening wordt opgesteld onder IFRS, altijd een kasstroomoverzicht op enkelvoudige basis dient
te worden opgenomen, ook wanneer in de geconsolideerde jaarrekening reeds een
kasstroomoverzicht op geconsolideerde basis is opgenomen.
Verschillen Dutch GAAP – IFRS
IFRS vereist dat elke onderneming een kasstroomoverzicht opstelt en maakt, in tegenstelling tot de
Nederlandse regelgeving, geen onderscheid naar de grootte van een rechtspersoon. Uitzonderingen
in de Richtlijnen voor kleine rechtspersonen, zuivere tussenholdings of 100%-groepsmaatschappijen
waarvoor de moeder een gelijkwaardig kasstroomoverzicht opstelt, ontbreken onder IFRS.
Daarnaast kennen de Richtlijnen voor verschillende bijzondere bedrijfstakken specifieke regels en/of
modellen, terwijl IFRS alleen voor enkele typen ondernemingen een aantal specifieke regels kent. Ten
slotte hoeft onder de Nederlandse regelgeving alleen een kasstroomoverzicht op enkelvoudige basis
te worden opgesteld als een kasstroomoverzicht op geconsolideerde basis ontbreekt. IAS kent een
dergelijke bepaling niet.
Het kasstroomoverzicht is een overzicht dat informatie geeft over de veranderingen in geldmiddelen
gedurende een verslagperiode; en waarin de kasstromen zijn ingedeeld naar operationele activiteiten,
investeringsactiviteiten en financieringsactiviteiten.
Het kasstroomoverzicht geeft inzicht in de financiering, liquiditeit, solvabiliteit en kwaliteit van het
resultaat; en het vermogen geldstromen te genereren.
RJ: verplichte opstelling van kasstroomoverzicht door grote en middelgrote rechtspersonen. Vrijstelling
voor onder andere 100%-groepsmaatschappijen en onder bepaalde voorwaarden.
IFRS: verplichte opstelling van kasstroomoverzicht door alle ondernemingen.
Specifieke regels en/of modellen voor bepaalde bijzondere bedrijfstakken (RJ). Enkele specifieke
regels (IFRS).
Kasstroomoverzicht is een onderdeel van de primaire overzichten. Vergelijkende cijfers zijn verplicht.
Geconsolideerde informatie indien van toepassing en enkelvoudige informatie alleen indien geen
geconsolideerde jaarrekening wordt opgesteld (RJ). Geconsolideerde en enkelvoudige informatie
indien van toepassing (IFRS).
Middelenbegrip
Onder IFRS worden kasstromen gedefinieerd als in- en uitstromen van liquide middelen en
geldmiddelen. Deze geldmiddelen bestaan uit:
• Liquide middelen omvatten contanten en direct opvraagbare deposito’s.
• Kasequivalenten zijn kortlopende, uiterst liquide beleggingen die onmiddellijk kunnen worden
omgezet in liquide middelen waarvan het bedrag bekend is en die geen materieel risico van
waardeverandering in zich dragen.
De op korte termijn zeer liquide activa zijn die beleggingen die, zonder beperkingen en zonder
materieel risico van waardeverminderingen als gevolg van de transactie, kunnen worden omgezet in
geldmiddelen. Het begrip ‘liquide middelen’ in de balans is dus enger dan het begrip ‘geldmiddelen’ in
het kasstroomoverzicht.
,Betaalde dividenden worden bij voorkeur tot de kasstroom uit financieringsactiviteiten gerekend,
maar deze kunnen als alternatief worden opgenomen onder de kasstroom uit operationele activiteiten.
Ontvangen interest en ontvangen dividenden worden hetzij onder de kasstroom uit operationele,
hetzij onder de kasstroom uit investeringsactiviteiten gerangschikt.
Betaalde interest wordt hetzij onder de kasstroom uit operationele activiteiten, hetzij onder de
kasstroom uit financieringsactiviteiten gerangschikt.
Transacties met gesloten beurzen en samengestelde transacties worden niet in het
kasstroomoverzicht opgenomen, maar de aard en de samenstellende bestanddelen moeten in de
toelichting worden vermeld.
Verschillen Dutch GAAP – IFRS
Er bestaat een verschil tussen IFRS en de Richtlijnen ten aanzien van debetsaldi op bankrekeningen
(‘bank overdrafts’). IAS hanteert een genuanceerd standpunt. Ingevolge IAS worden schulden aan
banken in beginsel geacht onderdeel te zijn van de financieringsactiviteiten. Echter, wanneer
debetsaldi op bankrekeningen direct opeisbaar zijn en een integraal bestanddeel vormen van het
‘cash management’, worden deze bij wijze van uitzondering gerekend tot (en derhalve in mindering
gebracht op) de geldmiddelen in het kasstroomoverzicht. Kenmerkend hierbij is dat het rekeningsaldo
vaak schommelt tussen positief en negatief. Een kortlopend bankkrediet voldoet normaliter niet aan
deze voorwaarden, in welk geval de mutaties van dit bankkrediet onder de financieringskasstroom
worden opgenomen. Richtlijn maakt geen onderscheid tussen leningen verstrekt door banken en
debetsaldi op bankrekeningen. Debetsaldi op bankrekeningen worden niet gerekend tot (en derhalve
niet in mindering gebracht op) de geldmiddelen.
Onder IFRS kan het begrip ‘geldmiddelen’ in de balans afwijken van het begrip ‘geldmiddelen’ in het
kasstroomoverzicht. Deze situatie doet zich voor indien aan de voorwaarden wordt voldaan om
debetsaldi op bankrekeningen in het kasstroomoverzicht te salderen met de geldmiddelen.
Cryptocurrencies
Een cryptovaluta (bijvoorbeeld bitcoin, litecoin of ripple) heeft betrekking op een vorm van uitwisselen
van digitale munteenheden, die met software worden gecreëerd. Liquide middelen worden in de RJ-
Uiting omschreven als instrumenten in de vorm van papier of een munt (chartaal geld) of een tegoed
op een bank (giraal geld). Deze gelden worden uitgegeven door een overheid dan wel door onder
toezicht van de overheid staande instellingen. Naar het oordeel van de RJ voldoen cryptovaluta niet
aan de definitie van liquide middelen, omdat deze niet worden uitgegeven of ondersteund door een
overheid dan wel een onder toezicht van de overheid staande instelling.
Ook de IFRS heeft geconcludeerd dat cryptovaluta onder IFRS niet als liquide middelen classificeren,
aangezien deze (momenteel) niet de gebruikelijke karakteristieken van liquide middelen hebben (o.a.
geen algemeen aanvaard ruilmiddel en geen rekeneenheid). Daarnaast voldoen cryptovaluta
(momenteel) ook niet aan de definitie van kasequivalenten, mede gezien de aanzienlijke
prijsschommelingen.
Verschillen Dutch GAAP – IFRS
De definitie van op korte termijn zeer liquide activa wordt onder de Richtlijnen breder ingevuld dan die
van het begrip kasequivalenten onder IFRS. Onder de Richtlijnen kunnen soms ook beursgenoteerde
aandelen en obligaties die als vlottende effecten classificeren als onderdeel van de geldmiddelen
worden opgenomen. IAS stelt dat kasequivalenten worden aangehouden met als doel kortlopende
verplichtingen te voldoen en niet zozeer voor beleggings- of andere doeleinden. Alhoewel een
dergelijk specifiek voorschrift ontbreekt, zijn wij van mening dat op korte termijn zeer liquide activa die
niet worden aangehouden met als doel kortlopende verplichtingen te voldoen, ook onder de
Nederlandse regelgeving geen onderdeel behoren te zijn van de geldmiddelen.
Richtlijn brengt debetsaldi op bankrekeningen niet in mindering op de geldmiddelen. Onder IFRS is dit
in het kasstroomoverzicht onder bepaalde voorwaarden wel mogelijk.
, Indeling van het kasstroomoverzicht
De Richtlijnen en IFRS delen de kasstromen in drie onderdelen in:
• Kasstromen uit operationele activiteiten;
• Kasstromen uit investeringsactiviteiten;
• Kasstromen uit financieringsactiviteiten.
Het voordeel van een indeling in activiteiten categorieën is dat hiermee een goed inzicht wordt
verkregen in de achterliggende bronnen die de ingaande en uitgaande kasstromen hebben
veroorzaakt. Een nadeel van het indelen in categorieën is het feit dat deze allocatie in voorkomende
gevallen afhankelijk kan zijn van de wijze van verwerking elders in de jaarrekening.
Voor een goed inzicht in het financiële beleid is van belang dat bij de weergave van de kasstromen de
bruto kasstromen worden opgenomen. Dit houdt in dat de ontvangsten en uitgaven afzonderlijk
worden vermeld en dus niet worden gesaldeerd. Voor iedere soort activiteit geld tin beginsel dat de
ontvangsten en de uitgaven per groep van transacties en gebeurtenissen afzonderlijk worden
weergegeven. Als uitzondering hierop biedt IAS 7 de mogelijkheid om kasstromen uit operationele,
investerings- of financieringsactiviteiten in de volgende situaties te salderen:
• als sprake is van kasontvangsten en -uitgaven voor rekening van klanten, indien de
kasstromen veeleer de activiteiten van de klant weerspiegelen en niet zozeer die van de
onderneming;
• als sprake is van kasontvangsten en -uitgaven voor posten waarvan de omloopsnelheid hoog
is, de bedragen groot zijn en de looptijden kort zijn.
Verschillen Dutch GAAP – IFRS
IAS 7 bevat enkele specifieke bepalingen ten aanzien van het salderen van ontvangsten en uitgaven
in het kasstroomoverzicht.
Operationele activiteiten
Operationele activiteiten bestaan uit transacties en gebeurtenissen die veelal direct leiden tot
opbrengsten en kosten in de winst-en-verliesrekening. Operationele activiteiten zijn de voornaamste
activiteiten van een onderneming die opbrengsten genereren. Voorbeelden:
• Ontvangsten voor verkoop van goederen en levering van diensten;
• Ontvangsten uit hoofde van royalty’s, commissies en dergelijke;
• Uitgaven voor de inkoop van goederen en diensten;
• Uitgaven ten behoeve van het productieproces;
• Uitgaven in verband met betalingen van operationele leasetermijnen;
• Ontvangsten en uitgaven uit hoofde van interest;
• Ontvangen uit hoofde van dividend; en
• Ontvangsten en uitgaven in verband met winstbelastingen.
Tussentelling ‘kasstroom uit bedrijfsoperaties’
De RJ beveelt aan in het overzicht van de kasstroom uit operationele activiteiten een tussentelling
‘kasstroom uit bedrijfsoperaties’ te maken, waarin alle operationele kasstromen worden opgenomen
behalve de kasstromen uit hoofde van interest, dividenden en winstbelastingen. In IAS 7 ontbreekt
een expliciete aanbeveling om een tussentelling te maken.
Keuze tussen directe en indirecte methode
De kasstroom uit operationele activiteiten kan volgens twee methoden worden vastgesteld: de directe
methode; en de indirecte methode. De toegepaste methode beïnvloedt enkel de weergave van
kasstromen uit operationele activiteiten. De directe methode en indirecte methode leiden uiteindelijk
tot dezelfde netto-kasstromen uit operationele activiteiten.
Directe methode
De directe methode houdt in dat de ontvangsten en uitgaven als zodanig worden gerapporteerd in het
kasstroomoverzicht. De ontvangsten en uitgaven kunnen hetzij rechtstreeks uit de administratie
worden afgeleid, hetzij worden afgeleid uit de administratie.
Het voordeel van de directe methode is dat het overzicht van de kasstroom uit operationele activiteiten
geen posten bevat die zelf geen kasstroom zijn. Een eerste nadeel van de directe methode betreft de