GESCHIEDENIS
Statutenleer & Comitas
Ø Stadsstaatjes met eigen privaatrecht dat naast het oude romeinse recht gold.
Ø Uitgangspunt interne rechtsregel, bepalen ruimtelijk toepassingsgebied, indeling rechtsregels in klassen
Zoals onrechtmatige daad, contracten etc.
Ø Statuta personalia; gekoppeld aan de persoon
Statuta realia; gekoppeld aan grondgebied
Statuta mixtra; gekoppeld aan de plaats van handelen
Ø Hollandse statutisten: keken naar de vraag waarom
• Voet zorgde voor meer aandacht voor de grondslag van het conflictenrecht maar ook naar de vraag waarom, en kwam met de Comitas-leer.
• Comitas (welwillendheid) dwingt er toe om af en toe buitenlands recht toe te passen. Het is geen basis is welwillendheid.
• Ulrik Huber werkte de comitas gedachte verder uit
Ø Ulrik Huber: werkte comitas gedachte verder uit. In beginsel territoriale werking van wetgeving, maar comitas zorgt voor een uitzondering.
• Bij Huber werd de comitas een volkenrechtelijke verplichting, bindend volkenrecht.
• Regels van Huber zijn terecht gekomen in art. 6, 7, 8 Wet algemene bepalingen.
Ø Nadeel statutistische methode: bij iedere regel uit het BW moet je het ruimtelijk toepassingsgebied bepalen. Bij je eigen recht wil dat nog wel lukken,
maar bij vreemd reht is het lastig.
Von Savigny
Ø Uitgangspunt: abstracte internationale rechtsverhouding
Ø Uitgangspunt: nauwste verbondenheid. Kijken waar rechtsverhouding zijn zetel heeft.
Ø Statutisten zochten het ruimtelijk toepassingsgebied, von savigny keek naar abstracte rechtsverhouding en haar zwaartepunt.
Ø Verwerpt comitas en gedachte dat grondslag is gelegen in afbakening van soevereine rechten van staten.
Grondslag: recht borrelt op uit het volk, dat is 1 volk: volkenrechtelijke gemeinschaft.
Ø Conflictenrecht wordt van afbakeningsrecht à verwijzingsrecht met aanknopingsfactoren
Met als hoogste doel beslissingsharmonie
Ø Kenmerken conflictenrecht
- Indirect: geen directe oplossing, verwijst naar een rechtstelsel
- Neutraal: geen voorkeur voor het eigen recht
- Abstract: aanknopingsfactor is bepalend, dus los van concrete omstandigheden. Daarnaast speelt inhoud buitenlands/eigen recht geen rol bij de vraag
welk recht moet worden toegepast, dus regelblindheid.
Ø Eenzijdige (statutistische) conflictregels werden meerzijdige verwijzingsregels
Ø Voordeel savginiaanse metode: je knoopt een aanknopingsfactor aan een onderwerp, waarmee je het thuisbrengt in het meest passende recht.
BEGINSELEN & VERWIJZINGSREGELS
Structuur verwijzingsregels
1) Verwijzingscategorie (onderwerp)
2) Een regel met aanknopingsfactor (norm)
3) Toepasselijk recht (gevolg)
Ø Ambtshalve toepassing – 10:2 BW.
Rechter neigen naar redeneren naar toepassing van eigen recht (homeward trend), dit mag echter niet. IPR regels en aangewezen recht moeten
ambtshalve worden toegepast.
Algemene leerstukken
Ø Kwalificatie: moeten wij bij de toepassing van ons eigen conflictenrecht rekening houden met het conflictenrecht van het als toepasselijk
aangewezen recht, en dus herkwalificeren? Nee. In NL kennen we lex fori (recht van de rechter); wij passen het Nederlands begrippenapparaat toe
als we moeten kijken wat de rechtsverhouding is. Tot welke verijzingscategorie wordt een bepaalde rechtsverhouding geregekend? Welk recht
bepaalt nu wat er allemaal tot een verwijzingscategorie behoort? Dit doen we aan de hand van ons eigen conflictenrecht. Wij kwalificeren dus
primair (i) het is een overereenkomst, maar ook (ii) secundair welke onderwerpen er onder vallen. Kijken dus niet naar buitenlands conflictenrecht (=
geen beslissingsharmonie) à hinkende rechtsverhoudingen, relatieve rechtsposities, rechtsonzekerheid.
Ø Voorvraag: welk recht bepaalt bijv. of er wel een geldig huwelijk is? Afhankelijke of zelfstandige aanknoping? à art. 10:4 BW. Zelfstandige
aanknoping, geen rekening houden met buitenland privaatrecht (= geen beslissingsharmonie)
Ø Nationaliteit: ieder land bepaalt zelf of iemand nationaliteit van een land heeft. Dit is problematisch, denk aan verwaterde nationaliteit, dubbele
nationaliteit, staatslozen, vluchtelingen, meervoudige rechtstelsels art. 10:15 BW
Ø Renvoi/afstemming – art. 10:5 BW. Geen herverwijzing/terugveriwjzing, geen rekening houden met buitenlansprivaatrecht. Dus wel de regel van
Von Savigny maar geen beslissingsharmonie. Argument tegen: pingpongsargument, wij verwijzen naar DL en DL verwijst weer terug, en is het
duitse recht hoger dan nederlandse? Argument voor: waarom deens recht toepassen als zij zelf niet willen dat het wordt toegepast.
Ø Näherberechtigung en retorsie: aanknopingsovermacht en compensatie. Naherberechtigung doet zich voor wanneer een vreemd erechtsorde het
eigen conflictenrecht ten koste van het nederlandse conflictenrecht toepast op het in dat land gelegen vermogen. Waardoor het in het buitenland
gelegen vermogen door ander recht wordt beheerst dan het in NL gelegen vermogen. Op het gebied van huwelijksvermogensrecht,
partnerschapsvermogensrecht en erfrecht is een compensatieregel gemaakt à art. 10: 47/147 BW.
Soortvan tussenvorm waarmee we noodgedwongen rekenin gmoeten houden met buitenlands IPR
Ø Openbare orde – 10:6 BW à met terughoudendheid toepassen
• Buitengrens (inhoud): Absolute werking. Als de inhoud al in strijd is met onze beginselen, dan blijft het altijd buiten toepassing.
• Binnengrens (gevolgen): Relatieve werking. Vreemd recht dat op grond van inhoud aanvaardbaar is, maar niettemin buiten toepassing blijft wanneer
in het concrete geval de toepassing zou leiden tot een gevolg dat naar Nederlandse opvattingen niet mag worden geduld
• Leemte vul je op met eigen nederlands recht! [Marokkaanse echtscheiding]
• Erkenning buitenlands vonnis die niet onder verdrag/verordening valt; mag niet in strijd zijn met openbare orde [Hof 31 aug 2021]
Karakter van punitive damages pas niet bij Nederlands recht, voor dat deel blijft het buiten toepassing
Ø Voorrangsregels. Doel: publieke belangen of bepaalde groepen te beschermen, bv art. 9 Rome I, art. 16 Rome II
• [Bredius] [Krimschatten]
Ø Uitzonderingen nauwste verbondenheid: begunstiging, bescherming, rechtskeuzebevoegdheid
, BEVOEGDHEIDSRECHT
Bronnen
1) Verordeningen, verdragen, Rv. 2) Burgerlijke handelszaken: Brussel I bis (NB: Brussel I bis niet enige voor bevoegdheidsregels) Rv
Brussel I bis
1) Toepassingsgebied
• Materieel – art. 1: burgerlijke en handelszaken
• Formeel – art. 4: woonplaats verweerder op grondgebied lidstaat
Natuurlijke persoon – art. 62 niet verordeningsautonoom
Rechtspersoon – art. 63 verordeningsautonoom
- Uitzonderingen op woonplaats verweerder lidstaat:
Consumenten ovk – art. 18 = woonplaats consument
Arbeids ovk – art. 21 sub b = plaats arbeid/vestiging werkgever
Exclusieve bevoegdheid – art. 24 = onroerend goed, vennootschappen, openbare registers, registratie IE, executiegeschil
Forumkeuze – art. 25
• Temporeel – art. 66: vordering ingesteld op of na 10 januari 2015
Ø Valt de zaak buiten toepassingsgebied? Dan naar andere verordening, verdrag of Rv
Ø Valt de zaak binnen toepassingsgebied, maar NL rechter bijv. niet bevoegd, dan niet naar en andere regeling en nooit naar Rv. Dan blijf je binnen
de regeling en is de rechter dus onbevoegd
2) Bevoegdheidsgrond
• Forumkeuze 3/4. Hoofdregel – art. 4: woonplaats verweerder
• Exclusieve bevoegdheid – art. 24 3/4. Alternatieve bevoegdheid – art. 7 sub 2: plaats onrechtmatige daad
(Je mag dus kiezen, bestaan naast elkaar)
ONRECHTMATIGE DAAD
Rechtmacht à Brussel I bis, art. 6 sub e Rv
Toepasselijk recht à Rome II, (NB productaansprakelijkheid/verkeersongevallen), art. 10:159 BW
Erkenning en tenuitvoerlegging à
RECHTSMACHT - Brussel I bis
1) Toepassingsgebied
• Materieel – art. 1: burgerlijke en handelszaken
• Temporeel – art. 66: vordering ingesteld op of na 10 januari 2015
• Formeel – art. 4: woonplaats verweerder op grondgebied lidstaat
Natuurlijke persoon – art. 62 niet verordeningsautonoom, rechtspersoon – art. 63 verordeningsautonoom
- Uitzonderingen op woonplaats verweerder lidstaat:
Consumenten ovk – art. 18 = woonplaats consument
Arbeids ovk – art. 21 sub b = plaats arbeid/vestiging werkgever
Exclusieve bevoegdheid – art. 24 = onroerend goed, vennootschappen, openbare registers, registratie IE, executiegeschil
Forumkeuze – art. 25
2) Bevoegdheidsgrond:
1. Forumkeuze – art. 25 en 26 3/4. Hoofdregel – art. 4: woonplaats verweerder
2. Exclusieve bevoegdheid – art. 24 3/4. Alternatieve bevoegdheid – art. 7 sub 2: plaats OD (je mag dus kiezen, bestaan naast elkaar)
Ø Forumkeuze – art. 25 en 26
Ø Alternatieve bevoegdheid - art. 7 sub 2. NB: eerst kijken of er een forumkeuze is gemaakt
- Berust op een nauw verband tussen plaats waar schade zich voordoet = nabijheidsvereiste. Daarnaast voorzienbaarheidsvereiste, het is een
uitzondering dus nabijheid mag niet leiden tot niet voorzienbaarheid. Moet wel gaan om persoon die woonplaats heeft in lidstaat.
• Hoe moet rechter vaststellen of er sprake is van een onrechtmatige daad?
- Uitgangspunt = processuele autonomie eiser [Effer/Kantner] & zie ook [Universal Music]
• Ovk of onrechtmatige daad?
[Tacconi] afgebroken onderhandeling. Vrijwilig aangegane verbintenis kan iedere verbintenis zijn. Ovk? Dan 7 sub 2 n.v.t.
[Ambrosi] stilzwijgend vrijwilligee verbintenis aangegaan? Bestaan van een stilzwijgende contractuele verhouding moet worden aangetoond door
verschillende factoren. Letten op; jarenlange handelsbetrekking, goede trouw, regelmatigheid transacties etc.
• NB: [CDC/Akzo Nobel] overdragen schuldvordering uit onrechtmatige daad doet niet af aan bevoegdheid ex art. 7 sub 2
Ø Exclusieve bevoegdheid – art. 24:
Enkelvoudige & meervoudige locus
Ø Enkelvoudige locus: plaats waar schadebrengede feit zich heeft voorgedaan
[Ski ongeval] [Opi-Omi][de Muur] [Allez] [Tour de France]
Ø Meervoudige locus: onrechtmatige handeling en intreding schade op verschillende locaties
• [Kalimijnen] plaats waar schadebrengde feit zich heeft voorgedaan, of zich kan voordoen, doelt op:
1. Zowel de plaats waar de schade is ingetrden à Erfolgsort
2. Als op de plaats van de gebeurtenis die met de schade in oorzakelijk verband staat à Handlungsort
3. Dus; keuze vrijheid eiser. Verweerder kan naar keuze van eiser voor het gerecht van de ene dan wel de andere plaats worden opgeroepen
Ø Posities van eiser/verweerder [Folien Fisher]: Ook bij een positieve of negatieve verklaring voor recht inzake onrechtmatige daad moet de rechter
zijn internationale bevoegdheid beoordelen aan de hand van art. 7 sub 2 Brussel Ibis-Vo. Vordering tot verkrijging van een verklaring voor recht
valt ook onder het begrip ‘onrechtmatige daad’ in de zin van art. 7 sub 2 Brussel Ibis-Vo.