Lees boek aandachtig!
Wat is culturele antropologie?
•Antropologie=antropos=mens/ logie=leer
Cultuur=kolere
Culturele antropologie is ontstaan op het snijpunt van de industriele revolutie en het
kolonialisme
•Culturele antropologie=de leer van de mens als cultureel wezen
•Cultuur=niet aangeboren gedragingen/normen/waarden/voorstellingen over het leven
Aangeleerd
Veranderlijk
Situationeel bepaald
•Diversiteit= nadruk op cultuurverschil
•Intersubjectiviteit = nadruk op cultuurovereenkomsten
•Antropologische technieken : Veldwerk en participerende observatie (doelgericht
waarnemen, veldwerk, meedoen aan het ‘normale leven;)
•Going native
•Volledig ondergedompeld / participant in andere cultuur
•Frontstage (identiteit die mensen graag laten zien aan buitenwereld)
backstage (identiteit die mensen graag voor zichzelf houden)
•Thick description (uitgebreide beschrijving van de cultuur)
outreachend werken, sommige social workers doen ook veldwerk in de wijk of buurt. soort
van participerende observatie, contact maken met doelgroep
normatief sociaal werk, gaat er vanuit dat elk professioneel handelen behalve technische en
communicatieve kwaliteiten, ook een morele kant heeft. Social werker die vanuit superieuere
positie de clienten ‘beschaafder’ probeerde te maken.
1. Structureel-functionalisme
•Grondlegger; Emile Durkheim
•Gaat uit van de samenleving als complex systeem. Dit systeem is: solidair, harmonieus en
beoogt sociale cohesie. Gericht op voortbestaan van het systeem.
•Samenleving is een stabiel systeem, met allerlei instituten onderling verbonden, draagt bij
aan het functioneren van het geheel. Denk aan, gezinnen, scholen, zorginstellingen,
sportvereniging, supermarkt, etc.
•Instituten hebben verschillende functies;
•Kijk naar instituties als school, zorg; wat zijn hiervan de functies?
•Centraal staat de gedachte dat individuen zich aan moeten passen aan de samenleving.
2. Conflictsociologie
•Grondlegger: Karl Marx
•Conflictsociologie stelt dat elk sociaal systeem niet door consensus gekenmerkt wordt,
maar door conflict. Tussen kapitaal en arbeid, of tussen de gezaghebbende en onderdanen.
, •De samenleving bestaat uit op klasse, sekse en ras gebaseerde sociale ongelijkheden. Het
functioneren van de samenleving komt sommige categorieën mensen ten goede en pakt
voor andere groeperingen slecht uit.
•Sociaal handelen komt voort uit de strijd om posities, macht, bezit en (her)schept de
samenleving.
•Centraal staat; niet de individu moet veranderen, maar ontwikkelingen die leiden tot
ongelijke maatschappelijke structuren .
•Sekseconflictbenadering, feminisme, rassenconflictbenadering, sociale ongelijkheid,
mensenrechtenschending
3. Symbolisch interactionisme
•Grondleggers: Blumer en Goffman
•Symbolisch interactionisme; samenleving wordt opgevat als het resultaat van de interacties
tussen individuen. Er bestaan geen instituten, slechts mensen.
•In interactie, geven mensen aan vrijwel alles een bepaalde betekenis. Deze ‘betekenis’ is
‘de werkelijkheid’ die mensen ervaren. Dit verschilt per persoon en per situatie. Daardoor
veranderd de werkelijkheid.
•Menselijke interacties zijn vaak de oorzaak van het probleem en de oplossing.
•Focus ligt dus op interacties en samenwerking van individuen binnen kleinere
samenlevingsverbanden. Centraal staat de ‘Eigen kracht’ van mensen
•