Hoofdstuk 1 Handelingsgericht werken in de praktijk, ontwikkelingen en
achtergronden
1.2 Handelingsgericht werken: definitie en principes
‘Handelingsgericht werken is een werkwijze om het onderwijs aan en de begeleiding van alle
leerlingen in het onderwijs te verbeteren. Het concretiseert een visie op doeltreffende
leerlingbegeleiding in het perspectief van effectief adaptief onderwijs. Bij handelingsgericht werken is
sprake van een planmatige manier van werken, waarbij de onderwijsprofessional 7 principes toepast.’
Zeven principes vormen de essentie van handelingsgericht werken, waarin effectief omgaan met
verschillen cruciaal is:
- Ons handelen is doelgericht.
- De onderwijsbehoefte van leerlingen staan centraal.
- De leraar doet ertoe.
- Het gaat om afstemming en wisselwerking in de onderwijssituatie.
- Positieve aspecten zijn van groot belang.
- We werken constructief samen.
- De werkwijze is systematisch en transparant.
1.2.1 Ons handelen is doelgericht
Als leerlingen weten aan welke doelen er gewerkt wordt, kunnen ze zich gemakkelijker
medeverantwoordelijk voelen. Het communiceren van deze doelen is dus van groot belang. De
doelen kunnen verdeeld worden in korte- en langetermijndoelen en kunnen geformuleerd worden op
schoolniveau, groepsniveau en individueel niveau. Er is een nauwe relatie tussen opbrengstgericht en
handelingsgericht werken. (voorbeeld: hardloopwedstrijd)
Doelen kunnen we evalueren en dit geeft ons directe feedback op ons handelen.
1.2.2 De onderwijsbehoeften van leerlingen staan centraal
De leraar ziet dingen, hoort dingen, kent de leerlingen, maakt een inschatting van de situatie en zal
op grond van deze inschatting zijn reactie bepalen. De leraar sluit telkens aan bij de
onderwijsbehoefte van de leerling. Niet wat de leerling ‘heeft’ of ‘is’, maar wat de leerling ‘nodig
heeft’ is bij handelingsgericht werken leidend voor het handen.
Argumenten om onderwijsbehoeften leidend te laten zijn:
- Door een stoornis voor de leerling te plaatsen, lijkt het alsof we er geen invloed op kunnen
uitoefenen. Door te denken in ‘defecten’ in plaats van ‘onderwijsbehoeften’, verleggen we de
locus of control. Door uit te gaan van wat een leerling nodig heeft, denken we automatisch
handelingsgerichter.
- De samenwerking tussen school en ouders. Wat doen de school en ouders om af te stemmen
op de onderwijsbehoefte, zodat de leerling op vergelijkbare manier begeleid wordt?
- De onderwijsbehoefte kan gezien worden als een kapstok waar we alle informatie, kennis en
ervaringen aan op kunnen hangen. De inbreng van alle betrokkenen komt hier bijeen.
- Het biedt een gemeenschappelijke taal, waarmee ouders, professionals en de leerling elkaar
kunnen begrijpen. Het gaat uit van uniciteit van leerlingen.
- Onderwijsbehoeften stellen de leraar in staat deze te clusteren op groepsniveau. Leerlingen
met vergelijkbare onderwijsbehoeften kunnen worden samengevoegd of geclusterd.
Ook op groepsniveau kunnen onderwijsbehoeften gedefinieerd worden. Doorgaans hebben
leerlingen 3 basisbehoeften gemeen met elkaar:
, - Erbij willen horen
- Invloed willen hebben of mee mogen denken
- Behoefte aan relaties of persoonlijk contact, met zowel volwassenen als medeleerlingen.
1.2.3 De leraar doet ertoe
De leraar kan een positieve bijdrage leveren aan de leerprestaties, taakwerkhouding en de sociale en
emotionele ontwikkeling van de leerling. Het meest effectief zijn:
- Feedback op de aanpak van een taak
- Aanwijzingen over de te verwachten resultaten door van tevoren afgesproken sociale tekens
en versterkers
1.2.4 Het gaat om afstemming en wisselwerking, we gaan uit van transactie in de
onderwijsleersituatie.
Leerlingen ontwikkelen zich in een bepaalde omgeving. Deze omgeving beïnvloedt de leerling en de
leerling beïnvloedt de omgeving. Leerlingen ontwikkelen zich binnen verschillende systemen. Elk
systeem heeft zijn eigen invloed. Het gaat om afstemming tussen de leerling en omgeving, maar de
leraar moet ook bewust zijn van de wisselwerking tussen de leerling en hemzelf.
1.2.5 Positieve aspecten zijn van groot belang
Defecthameren: Juist dat wat leerlingen zo moeilijk vinden of juist niet kunnen, moeten ze extra vaak
doen om dat dan toch maar onder de knie te krijgen.
Handelingsgericht werken zoekt naar kansen, kwaliteiten en mogelijkheden van de leerling: Wat gaat
wel goed? Wanneer gaat het wel goed? Hoe kunnen we dat gebruiken en deze talenten binnen de
school een plek geven? Het vraagt om een positieve pedagogische grondhouding van de professional.
1.2.6 We werken constructief samen
Voor leerlingen is het belangrijk dat ze zich gehoord en begrepen voelen. Fielding houdt een krachtig
pleidooi voor radicaal democratisch onderwijs, waarin gedeelde zeggenschap en samenwerking
kernbegrippen zijn. Hij beschrijft vijf rollen voor de leerling:
- Databron
- Gesprekspartner
- Onderzoekspartner
- Kennisontwikkelaar
- Medevormgever
Ook binnen handelingsgericht werken zie we de aandacht voor de leerling als medevormgever terug.
Het is belangrijk de leerling nauw bij het onderwijs te betrekken. De leraar moet in dialoog met zijn
leerling zijn en situaties creëren, waarin constructieve samenwerking met hem vorm kan krijgen.
Kerntaak van de leraar is te zorgen voor een sterk gevoel van gedeeld eigenaarschap.
1.2.7 De werkwijze is systematisch en transparant
Systematisch werken helpt om planmatig, cyclisch en systematisch het onderwijsaanbod vorm te
geven, dit te evalueren en zo nodig bij te stellen. Transparantie staat haaks op verborgen agenda’s en
faciliteert alle genoemde principes.
1.3 De ontwikkeling van handelingsgerichte diagnostiek naar handelingsgericht werken
,Allereerst werd handelingsgerichte diagnostiek beschreven. Vervolgens werd een handreiking
handelingsgericht werken voor IB’ers gepubliceerd. Tot slot werden de 1-Zorgroute en
handelingsgericht werken voor schoolteams uitgewerkt.
1.3.1 Handelingsgerichte diagnostiek
Dit praktijkmodel voor diagnostiek is circa 20 jaar geleden ontwikkeld. Het voorziet in een strak
gestructureerde procedure voor diagnostiek, waarin een vijftal fasen systematisch doorlopen worden
en waarbij de ouders als mede-diagnostici betrokken worden. Doel is handelingsgericht advies geven.
De bedenkers wilden het diagnostisch proces systematiseren. Bovendien was er toegenomen
aandacht voor de handelingsgerichtheid in de diagnostiek. Daarnaast hadden de bedenkers van het
praktijkmodel oog voor de problemen die zich binnen het onderwijs voordeden nadat er diagnostisch
onderzoek verricht was.
Handelingsgerichte diagnostiek hanteert vier principes:
- Diagnostiek dient gericht te zijn op advisering.
- Diagnostiek dient te verlopen volgens systematische procedures.
- Er wordt uitgegaan van een interactionistisch referentiekader.
- Ouders en leraar dienen nauw bij het diagnostisch proces betrokken te zijn.
De leerlingenzorg binnen school moet bij voorkeur multidisciplinair zijn. De IB’er moet beschikken
over begeleidingsvaardigheden.
Het model handelingsgerichte diagnostiek kent een vijftal te doorlopen fasen:
- 1: Intakefase
o Doel is informatie te verzamelen met het oog op de te kiezen strategie.
- 2: Strategiefase
o Geïnventariseerd wordt: wat weet ik al en wat wil ik nog weten? Het is zaak zoveel
mogelijk relevante informatie te verzamelen en te ordenen in clusters.
- 3: Onderzoeksfase
o Nader onderzoek of nadere analyse vindt plaats. De hypothese wordt als het ware
getoetst.
- 4: Indicatiefase
o De diagnosticus stelt een verklarende diagnose op, die in de onderzoekfase al
getoetst is en voldoende waarschijnlijk gevonden wordt.
- 5: Adviesfase
o De diagnosticus bespreekt met ouders de handelingsaanbevelingen en maakt hieruit
samen met hen een keuze.
1.3.2 Handelingsgericht werken voor de interne begeleider
Aansluitend werd handelingsgericht werken binnen de basisscholen bekend. Vooral interne
begeleiders waren gemotiveerd om met de principes van handelingsgerichte diagnostiek aan de slag
te gaan om vanuit een ander perspectief naar de ondersteuning te kijken binnen de eigen school.
Ondersteuningsstructuren waren tot dan toe vooral van binnen naar buiten gericht. Als het niet goed
ging met een leerling, werd al snel buiten de groep naar extra hulp gekeken. Deze gedachtegang gaat
ervan uit dat de problemen vooral te lokaliseren zijn in de leerling zelf en dat de leeromgeving er niet
bij betrokken zou moeten worden.
, Bij het handelingsgericht werken door de interne begeleiders, staat men stil bij allerlei factoren die
stimulerend of belemmerend werken in de ontwikkeling of het leren van de leerling, door de
leerontwikkeling in kaart te brengen en deze informatie te vertalen naar een onderwijsbehoefte.
1.3.3 De 1-Zorgroute
De -Zorgroute beschrijft een gestructureerde en afgestemde werkwijze voor twee doelgroepen
leerlingen: alle leerlingen binnen de groep en leerlingen die extra begeleiding nodig hebben en
hiervoor een aanspraak doen op de interne begeleiding van de school, of externe ondersteuning.
Uitgangspunt is dat begeleiding binnen de groep, de ondersteuningsstructuur van de school en
bovenschoolse ondersteuningsstructuren in elkaar overvloeien. De term ‘1-Zorgroute’ spreekt de
verwachting uit dat deze routes niet alleen op elkaar aansluiten, maar ook dat er lijn zit in de op
elkaar aansluitende werkwijzen. In die lijn zijn de 7 principes van handelingsgericht werken leidend.
‘Zorg’ heeft niet alleen betrekking op leerlingen bij wie allerlei problemen en achterstanden worden
gesignaleerd, maar heeft zowel een curatieve als preventieve betekenis.
De HGW-cyclus voor de groep
Fase 1: Waarnemen en signaleren
- Stap 1: Verzamelen van leerlingengegevens in het groepsoverzicht.
- Stap 2: Signaleren van leerlingen die (tijdelijk) specifieke begeleiding nodig hebben.
Fase 2: Begrijpen & analyseren
- Stap 3: Benoemen van de onderwijsbehoeften van de leerlingen.
Fase 3: Plannen
- Stap 4: Clusteren van leerlingen met vergelijkbare onderwijsbehoeften.
- Stap 5: Opstellen van het groepsplan
Fase 4: Realiseren
- Stap 6: Uitvoeren van het groepsplan
- Stap 7: Evalueren van het groepsplan (vloeit over in fase 1, stap 1)
De 1-Zorgroute richt zich op kwalitatief, adaptief onderwijs voor alle leerlingen, waarmee uitval
voorkomen kan worden. De stappen in de cyclus helpen om een gemeenschappelijk werkkader te
ontwikkelen, zodat systematisch gereflecteerd kan worden op de behaalde resultaten en eventuele
vervolgstappen binnen de route besproken kunnen worden. Het helpt bovendien om gericht
externen in te schakelen. De ouders hebben een belangrijke plaats gekregen binnen dit proces.
Dor vroegtijdig informatie te verzamelen, zal er vroegtijdig gesignaleerd kunnen worden. Zorg wordt
op deze manier gedefinieerd als ‘risico’.
Binnen de 1-Zorgroute is een prominente plaats ingeruimd voor het werken met groepsoverzichten
en groepsplannen. Deze dienen als middel om te komen tot een afgestemd onderwijsaanbod en
afgestemde begeleiding en ondersteuning van de leerlingen binnen de groep.
Leerlingen die onvoldoende hebben geprofiteerd van het onderwijsaanbod en de aanpassingen die er
voor deze leerling zijn bedacht, kunnen worden aangemeld voor een leerlingenbespreking. Hierin
staan twee zaken centraal: de ondersteunings- of begeleidingsbehoefte van de leraar en de specifieke
onderwijsbehoefte van de leerling.