,Dit is een samenvatting van de tiende editie van het boek Openbaar Bestuur, beleid organisatie en
politiek. Geschreven door C.F. van den Berg, M.A. van der Steen en L.G. Tummers. Deze samenvatting
bevat alle belangrijke aspecten die het boek je vertelt. In principe zou je deze samenvatting kunnen
lezen in plaats van het boek en dezelfde informatie eruit kunnen halen. In het boek staan ook meer
voorbeelden om bepaalde begrippen te verduidelijken.
2
,Lijst van afkortingen
Afkortingen Definitie
Awb Algemene wet bestuursrecht
MVO Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen
CPB Central Planbureau
WRR Wetenschappelijke Raad voor het
Regeringsbeleid
SCP Sociaal en Cultureel Planbureau
WOB Wet openbaarheid van bestuur
ARK Algemene Rekenkamer
PSM Public Service Motivation
WIA Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen
WAO Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering
DATA Debt, Aids, Trade in Afrika
AW Ambtenarenwet
3
, Begrippenlijst
Begrip Definitie
‘NIMBY’-gedrag Afkorting van Not In My Back Yard. Als mensen bezwaar maken
tegen iets dat omwille van het algemeen belang wordt
voorgesteld, bijvoorbeeld een windmolen of een spoorlijn,
omdat zij daar in hun directe leefomgeving hinder van
ondervinden.
Actoren Een verzamelnaam voor bewust handelende eenheden (zoals
mensen, organisaties, bestuursorganen, bedrijven, landen,
samenwerkingsverbanden).
Agendavorming Het proces waardoor bepaalde maatschappelijke problemen de
aandacht van het publiek en/of de beleidsbepalers krijgen.
Ambtelijke loyaliteit De notie dat ambtenaren trouw zijn aan hun politieke superieur
van het moment en zijn/haar politieke agenda.
Ambtelijke neutraliteit De notie dat ambtenaren onpartijdig zijn en niet hun eigen
politieke opvattingen een rol laten spelen bij het uitvoeren van
hun taken.
Anti-intellectualisme Principiële vorm van wantrouwen jegens expertise en degenen
die expertise bezitten, omdat zij deel uitmaken van de
gevestigde orde.
Arbeidsproductiviteit De productie van één arbeider per tijdseenheid.
Beamtenherrschaft Het verschijnsel dat ambtenaren feitelijk de dienst uitmaken in
het politiek-bestuurlijke systeem, in plaats van politici.
Beleid De poging van een bestuursorgaan om een maatschappelijke
toestand doelgericht te beïnvloeden.
Beleidsbepaling Besluitvorming over de inhoud van een beleid.
Beleidsevaluatie Het beoordelen van de totstandkoming, de inhoud en de
resultaten van een beleid.
Beleidsmakelaar Een actor die actief probeert om een beleidsraam te openen
door problemen, oplossingen en partijen gericht bij elkaar te
brengen.
Beleidsmakers De mensen, werkzaam in organisaties, die het beleid maken.
Beleidsomgeving De omgeving waarop beleid betrekking heeft.
Beleidsproces Het geheel aan activiteiten om beleid te ontwikkelen.
Beleidsprocessen Het geheel aan samenhangende activiteiten waarin
beleidsmakers proberen een beleid tot stand te brengen.
Beleidsraam Een moment waarop probleem, oplossing en partijen elkaar
vinden en er een mogelijkheid is om beleid tot stand te
brengen.
Beleidstheorie Het causaal redeneerpatroon dat expliciteert welke
interventies tot welke uitkomsten in de omgeving zouden
moeten leiden.
Beleidsuitvoering Het omzetten van beleidsvoornemens in concrete acties.
Beleidsvervreemding Is een algemene cognitieve staat van psychologische
ontkoppeling met het beleid, in dit geval van de publieke
dienstverlener die het beleid uitvoert.
Beleidsvoorbereiding Het verzamelen en analyseren van informatie en het
formuleren van adviezen met het oog op het te voeren beleid.
4
