Hoorcollege 1: Psychologisch denken:
H1 en H2 van Inleiding van Psychologie 29/9
Hoofdstuk 1. Geest, gedrag en wetenschap:
Wat is psychologie?
Wie ben ik, wat ben ik?
In de evolutie steeds specifieker geworden: Wie ben ik?
God kijkt niet naar hoe je eruit ziet, maar wat er in je hart zit.
Psychologie Het is een wetenschap (gebaseerd op feiten, objectief) van gedrag en geestelijke
processen van het individu.
Onderscheid tussen 2 psychologie:
Experimentele psychologie (fundamentele psychologie): Het verwerven van nieuwe kennis.
Onderzoek doen naar elementaire psychologische processen.
Toegepaste psychologie: Het leren toepassen van psychologische kennis. Het leren van het toepassen
van experimentele psychologie.
6 Invalshoeken van de psychologie:
Ontwikkelings-gericht perspectief Verklaren we gedrag en geestelijke processen op basis
van opvoeding van het kind, ontwikkelingsfase van het kind, sociale omgeving. Sociale
invloed van je directe omgeving. De nature en nurture komen samen in de
ontwikkelingsperspectief. Een groot idee dat bepalend is voor het ontwikkelingsperspectief:
mensen denken en handelen verschillend op verschillende momenten in hun leven.
Lichamelijk is dat dus groei, puberteit. Psychologisch is de ontwikkeling waarneembaar in het
verwerven van taal, logisch denken en het aannemen van verschillende rollen op
verschillende momenten in het leven.
Cognitieve perspectief Verklaren we gedrag en geestelijke processen op basis van op wat
in het koppie gebeurt, wat er in het koppie afspeelt. De manier waarop je informatie
verwerkt. Denken, leren geheugen, interpretatie, verklaringen. Hoe jij denkt, wat heb jij
geleerd? De geest als een computerachtige ‘machine’. Hoe emotie en motivatie gedachten
en perceptie beïnvloeden.
Biologische perspectief Verklaren we gedrag en geestelijke processen, op basis van wat er
in het lichaam gebeurt. Wat heb je geërfd? De evolutie. Hormonen, zenuwstelsel, bloed,
brein, dingen die van buiten af in je lichaam komen. Voeding, drugs. Dit geeft een grote
nadruk op nature.
Whole person perspectief Verklaren we gedrag en geestelijke processen op basis van wat
als iemand gewoon iets wil. Op basis van motivatie. Gewoon wat mensen willen.
Opgedeeld in verschillende perspectieven:
Persoonlijkheidsleer, Psychodynamisch (richt zich op onbewuste verlangen, onbewuste
hoeken komen en psychische stoornissen), Humanistische (wat mensen van nature
verlangen heeft om te groeien, en te leren. De motivatie heeft om te leren en te groeien.
Aangeboren motivaties.)
, Cultureel perspectief Verklaren we gedrag en geestelijke processen op basis van gewoon
cultuur, wat erin de cultuur gebeurt. Culture invloeden en processen. Wat doet iemand op
basis van cultureel bepaald? Invloed van een heel brede omgeving, de stad waar je woont,
het land waar je woont. Ze zijn in dit perspectief dus erg benieuwd hoe deze sociale
processen per cultuur verschillend zijn. Vroeger was dit perspectief er nog niet. De wortel
van de psychologie zit in Europa en Noord-Amerika, en daar leefden de meesten psychologen
onder dezelfde cultuur leefden. Uiteindelijk hebben cross cultureel psychologen ervoor
gezorgd, dat zij de psychologie opnieuw gingen beoordelen door middel van andere culturen
en etnische normen.
Behavioristisch Verklaren we gedrag en geestelijke processen op basis van de fysieke
omgeving. Wat gebeurt er in de fysieke omgeving. Dit geeft een groot nadruk op nurture.
Leren, beheersing van gedrag door de omgeving, prikkels en responsen maar niet op mentale
processen.
Al deze 6 invalshoeken vormen samen het spectrum van de moderne psychologie .
Belangrijke namen H1:
Griekse filosofen Socrates, Plato, en Aristoteles.
Deze speculeerden over bewustzijn en gekte, en stelde dat emoties het denken kunnen
verstoren, en dat waarnemingen slechts een interpretatie zijn van de ons omringende wereld.
Franse Filosoof René Descrates
Stelde het eerste radicaal nieuwe idee voor dat uiteindelijk leidde tot de moderne
psychologie: een scheiding tussen de spirituele geest en het fysieke lichaam. (1.2.1) Hij
hoorde bij het biologische perspectief.
Duitse wetenschapper Wilhelm Wundt.
Hij noemde zichzelf als allereerste een psycholoog. En hij dacht dat het mogelijk was de
menselijke geest op dezelfde manier te simplificeren als het periodiek systeem de scheikunde
had vereenvoudigd. Het periodieke systeem met scheikundige elementen inspireerde Wilhelm
Wundt. Hij onderzocht of het mogelijk was dat de menselijke geest ook op een andere wijze
kon worden opgebroken in elementen. Wundt werd ook als vader van get structuralisme
beschouwd, terwijl Titchener dit had verzonnen. Hoort bij het cognitieve perspectief.
Edward Bradford Titchener.
Hij bracht de zoektocht naar de elementen van het bewustzijn naar de VS. En waar hij het
structuralisme (de basisstructuren van de geest en de gedachten ontdekken) begon te
noemen. Hij had als doel de meeste elementaire ‘structuren’ of onderdelen van de geest aan
het licht te brengen.
Amerikaanse Psycholoog William James.
Had veel kritiek op het structuralisme. Hij vond dat de psychologie zich moest richten op de
functie van het bewust zijn niet alleen op de structuur ervan. Hierbij bedacht James het
functionalisme.
Volgens James waren de emoties niet alleen elementen van het bewustzijn. Hij stelde voor
dat de psychologie zou moeten verklaren op welke wijze mensen zich aanpassen aan de
werkelijke wereld. Door deze manier kwamen zij bij het ontdekken van de eerste toegepaste
psychologie. Hoort bij het cognitieve perspectief.
, Navolger John Dewey
Hij was de grondlegger van ‘het nieuwe leren’, waarbij er nadruk lag op leren door te doen, in
plaats van alleen naar colleges te luisteren en feiten uit het hoofd te leren. Uiteindelijk gingen
de aanhangers samen werken en kwam er het cognitieve perspectief uit. (Zie 1.2.2)
Amerikaanse John B.
Hij was een vroege leider van het behavioristische beweging, hij betoogde dat een werkelijke
objectieve psychologische wetenschap zich afsluitend met waarneembare gebeurtenissen zou
moeten bezighouden. Dus fysieke prikkel vanuit de omgeving en de waarneembare reacties
van het organisme daarop. Behaviorisme, wetenschap van het gedrag en van de meetbare
omstandigheden in de omgeving die dit gedrag beïnvloeden.
Amerikaan B.F Skinner
Andere behaviorist. Hij zei dat de geest zoiets subjectiefs was dat we bestaan ervan niet eens
konden bewijzen. (Kun je bewijzen wat je een geest hebt?) Volgens hem ging het bij
behaviorisme niet om iemands gedachten en emoties, maar het gedrag kon alleen
betrouwbaar worden gemeten.
Weense arts Sigmund Freud
Had kritiek op Wundt, en het structuralisme. Zij ontwikkelde weer een andere manier: de
persoonlijkheid en psychische stoornissen voornamelijk bestaan uit processen in de
onbewuste geest, en niet in het bewustzijn. We zijn ons onbewust van bepaalde geestelijke
processen. Zijn doel was elk aspect van de geest in één enkele grootse theorie te verklaren.
De ideeën noemen wij psychodynamische psychologie (nadruk legt op het begrijpen van het
menselijk functioneren in de onbewuste behoeften, verlangens, herinneringen). Het
systeem van Freud wordt psychoanalyse genoemd. De psychodynamische psychologie
behoorden bij het perspectief van de gehele persoon.
Karl Popper
Vond dat de psychoanalyse uitspraken en voorspellingen doet die niet toetsbaar zijn aan de
feitelijke werkelijkheid.
Carl Rogers, en Abraham Maslow.
Aanvoerders van het humanistische psychologie. Zij zagen mensen als een organismen met
een vrije wil. Op hun vrije wil kunnen zij keuzes maken en zo hun leven beïnvloeden. Onze
aangeboren behoefte om te groeien en ons potentieel zo goed mogelijk te verwezenlijken.
De oude Grieken
Hun bedachten de psychologie van karaktertrekken en temperament. Verschillen tussen
mensen ontstaan uit verschillen in stabiele kenmerken en neigingen die karaktertrekken en
temperamenten worden genoemd.
Mary Ainsworth en Jean Piaget.
Dit zijn aanvoerders van de ontwikkelingsperspectief. Zie hierboven voor uitleg.
Stanley Milgram, Philip Zimbardo
Dit zijn aanvoerders van de socioculturele perspectief. Zie hierboven voor uitleg