100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na betaling Zowel online als in PDF Je zit nergens aan vast
logo-home
Samenvatting Gerontologie H.1 t/m 7 €5,49   In winkelwagen

Samenvatting

Samenvatting Gerontologie H.1 t/m 7

19 beoordelingen
 355 keer bekeken  81 keer verkocht

Volledige samenvatting van het boek Ontwikkelingsgerontologie door Maryke Tieleman. Inclusief handige begrippenlijst, belangrijke afbeeldingen en de zelfstudieoprachten.

Voorbeeld 4 van de 34  pagina's

  • Ja
  • 5 oktober 2017
  • 34
  • 2017/2018
  • Samenvatting
book image

Titel boek:

Auteur(s):

  • Uitgave:
  • ISBN:
  • Druk:
Alle documenten voor dit vak (1)

19  beoordelingen

review-writer-avatar

Door: ingepazie • 1 jaar geleden

review-writer-avatar

Door: cayahieltjes23 • 1 jaar geleden

review-writer-avatar

Door: lisette3105 • 3 jaar geleden

review-writer-avatar

Door: trevajessy • 4 jaar geleden

review-writer-avatar

Door: lauradekker1 • 4 jaar geleden

review-writer-avatar

Door: mien1999 • 4 jaar geleden

review-writer-avatar

Door: maritovermars • 4 jaar geleden

Bekijk meer beoordelingen  
avatar-seller
Bluebird22
Leerdoelen
• Omschrijven welke cultuur- en tijdspecifieke elementen van invloed kunnen zijn op de benadering van de oudere mens;
• Analyseren, op basis van een casus van een oudere cliënt, wat er met hem aan de hand zou kunnen zijn;
• Aantonen wat, ondanks de beperkingen, de mogelijkheden zijn van de oudere cliënt;
• Benoemen hoe perceptie verandert gedurende de levensloop van de mens;
• Voorbeelden geven op welke wijze ziektes zich uiten in het gedrag van de oudere cliënt;
• Uitleggen wat de biologische oorzaak is van problemen op oudere leeftijd;
• Toepassen van kennis over verouderen op een casus over een oudere cliënt.

Kernbegrippen
• Plasticiteit;
• Leren en geheugen;
• Veranderingen in perceptie;
• Veranderingen in motoriek;
• Pathologische veroudering;
• ‘Coping’ en veroudering.

,SAMENVATTING Ontwikkelingsgerontologie

H.1 Gerontologie versus Ontwikkeling
Gerontologie: wetenschap en onderzoek van de veroudering van mens, dier en plant.
Drempelleeftijd: een leeftijdsmoment waarop duidelijke fysieke en psychologische veranderingen zichtbaar of hoorbaar
zullen worden, bijv. 65 of 70 jaar in de westerse samenleving.
1. Primaire / universele veroudering: lichamelijke veranderingen t.g.v het ouder worden, zoals rimpels.
2. Secundaire / probabilistische veroudering: veranderingen die vaker bij ouderen voorkomen dan bij jongeren, zoals
artrose, slijtage van de gewrichten.
3. Tertiaire veroudering: een opvallend snelle fysieke aftakeling die aan het sterven voorafgaat.
Distale verouderingseffecten (in het verleden, ver weg): bijv. kinderverlammingen die leiden tot een gebrek aan mobiliteit.
Proximale effecten (dichtbij): bijv. een recent gebroken enkel.

De gerontologie betreft een zeer breed gebied. Waaronder fysiologische, sociale, medische, economische en psychologische
processen. Vooral de 2e levenshelft van de mens staat hierbij centraal, vanaf het 30ste jaar.
Veroudering kan op diverse manier in beschouwing worden genomen:
- Intra- individueel: binnen het individu, bijv. het verloop van intellectuele mogelijkheden.
- Inter-individueel: toenemende verschillen tussen individuen van gelijke leeftijd, bijv. sociaalculturele achtergrond en
geslacht.
- Inter- generationeel: bijv. het beeld van jongeren t.o.v ouderen.

Omdat gerontologie zo’n breed deelgebied bestrijkt, worden daarbinnen deelspecialisaties onderscheiden:
 Biologische gerontologie: onderzoek naar normale verschijnselen die zich in een organisme voordoen op het gebied
van cellen met de jaren.
 Medische gerontologie: pathologische ziekteleerverschijnselen tijdens het ouder worden.
 Sociale gerontologie: vragen op het gebied van culturen en godsdiensten.
 Psychogerontologie: o.a mentale mogelijkheden, zingeving en zelfbeschikking. Zo kun je het ouder worden
beschouwen als het verwerkelijken van je potentieel, waarbij ontwikkeling in het hele leven plaatsvindt.

Flourishing: optimale geestelijke gezondheid, richtinggevend voor een optimale ontwikkeling.
Vs. Languishing: stagnatie en blijven steken in de psychosociale ontwikkeling.

Pluriformiteit van oudere mensen staat centraal: mensen hebben voor hun veroudering verschillende levensstijlen
ontwikkeld m.b.t vrije tijd, communicatie, wonen, eten, seksualiteit etc.
Het is een belangrijk doel om die stijlen en competenties te stimuleren, te faciliteren en in stand te houden.

Autonomie = essentieel. Mensen die om hulp vragen kunnen nog steeds autonoom zijn. Vraaggestuurde hulp of zorg houdt
rekening met deze autonomie waarbij eigen verantwoordelijkheid en zelfstandigheid de insteek zijn. Zo kunnen mensen
binnen hun mogelijkheden zoveel mogelijk de regie over hun leven behouden.
Ontwikkelingsregulatie: het bijstellen van doelen om zichzelf en het leven te beoordelen en daarbij het in stand houden van
je zelfwaardering.
Selectieve optimalisatie: een proces waarbij je zoveel mogelijk gebruikmaakt van de mogelijkheden tot ontwikkeling en
levensvreugde en zo min mogelijk last hebt van de biologische beperkingen.

Een andere manier van ontwikkelingsregulatie is het opheffen v.h verschil tussen de eigen doelen en de werkelijkheid d.m.v
de begrippen assimilatie en accommodatie van Piaget.
Assimilatie: het betekenis geven aan de werkelijkheid door haar in te passen in de eigen denkschema’s of cognitieve
structuren. Het inpassen van gebeurtenissen, gevoelens en gedachten in de eigen kaders. De ontstane accommodaties
worden gebruikt om nieuwe gebeurtenissen in te rangschikken.
Bijv. ‘Ik ben een typisch mms- meisje en begrijp daarom niets van techniek’. Dit wordt gezegd door een vrouw van 86. Het type school –
mms, ongeveer havo-niveau – waarover zij het heeft, bestaat al niet meer sinds de invoering van de Mammoetwet.
Accommodatie: de denkschema’s worden aangepast aan een veranderende werkelijkheid. De accommodaties worden
geaccommodeerd om de nieuwe werkelijkheid te begrijpen, of er worden zelfs nieuwe accommodaties gemaakt.
Bijv. ‘Ik ben blij dat ik een Ipad heb, want nu hoef ik geen zware boeken meer mee te nemen in de trein’ .
Beide processen zijn van essentieel belang, maar het vermogen tot accommoderen neemt met de jaren af.
Dit wordt bijv. zichtbaar als een ouder iemand op een station met geautomatiseerde kaartverkoop op zoek gaat naar het loket: het schema
(de accommodatie) treinreizen, kaartje kopen bij loket, is niet aangepast aan de huidige situatie (kaart per internet, OV- kaart etc).
Het assimileren is intact, maar omdat de accommodatie niet meer van deze tijd is, is het gedrag van ouderen dat ook niet
meer volledig.

,1.2 Visies op veroudering
Ouder worden wordt beschouwd als een proces dat gedurende het hele leven plaatsvindt. Als je uitgaat van het
procesdenken i.p.v het productdenken, kun je het ouder worden ook zien als een nieuwe kans om te leren en inzichten te
delen met generatiegenoten en andere generaties.
Een belangrijk onderling verschil tussen ouderen heeft te maken met het hebben van een positief zelfbeeld. De opvoeding
en het milieu hebben daarop een grote invloed gehad. Mensen die in hun jeugd veel steun kregen, hebben eerder een
positief zelfbeeld. De interindividuele verschillen zijn dus groot.

Idiocratische verschillen : verschillen op individueel niveau
Als we verschillende typen op het individu betrekken, blijkt dat veel mensen hierin mengvormen laten zien, afhankelijk van
de context waarin zij zich bevinden. Neugarten onderscheidde de volgende typen:
 Het gedesorganiseerde type: ervaart wanhoop en ziet niet de ontwikkelingskansen door de focus op het verval en de
achteruitgang tijdens het verouderen. “Ik ben nu boven de 70, dus het heeft totaal geen zin dat ik me nu nog ga
verdiepen in nieuwe soorten muziek”.
 Het passief-afhankelijke type: is bang voor de toekomst en ziektes en durft daarom weinig risico’s te nemen, en mist
daarom soms ontwikkelingskansen. “Ik zou naar mijn familie in Canada kunnen gaan, maar dat doe ik niet: stel je voor
dat ik luchtziek zou worden onderweg en dat er geen arts aan boord is”.
 Het afwerende type: sport fanatiek en onderneemt activiteiten. Dit type past bij het verschijnsel Healthy Ageing. Sport
op zich is goed, maar dit type ontkent dat het ook verouderd en dat het ouder worden ook van waarde is.
“Mijn leeftijdgenoten klagen over hun gezondheid, maar ik heb nergens last van”.
 Het geïntegreerde type: accepteert het ouder worden. Behoudt de eigenwaarde en is meest representatief voor een
gezonde oudere. “Ik hou ontzettend van rockmuziek, maar besef dat ik niet de hele avond kan staan te springen. Ik
zoek dus bij een optreden een plekje achteraan waar ik zo nodig even kan gaan zitten”.

Denkmodellen rond het ouder worden.:
1. Het deficietmodel: ouder worden betekent vooral stelselmatig alles verliezen, vooral de goede gezondheid en
uiteindelijk ook je eigen leven. Levensopdracht: het leren omgaan met verliezen.
2. Het rust- roestmodel: men moet actief blijven. Je mag vooral niet stilzitten als je met pensioen bent en je mag ook
niet toegeven aan verlieservaringen. Levensopdracht: op alle domeinen actief blijven.
3. Het competentiemodel: het ouder worden gaat wel degelijk gepaard met een aantal verlieservaringen, die ook
verwerkt moeten kunnen worden. Desondanks kan men op allerlei domeinen actief blijven en is er meer tijd
(kwalitatief) om in nieuwe rollen in te groeien, zoals die van grootouderschap en maatschappelijke inzet.
Bovendien zijn er kansen voor persoonlijke groei.

1.4 Product- en procesmodellen: DSM versus ICF
Equifinaliteit: meerdere ontregelingen kunnen leiden tot 1 beeld. Bijv. dementie kan veroorzaakt worden door de ziekte van
Alzheimer, een disfuntionerende schildklier, een depressie of een medicijnvergiftiging.
Multifinaliteit: 1 oorzaak kan tot verschillende beelden leiden. bijv. langdurige ontregelingen in het waken en slapen kunnen
leiden tot meerdere ziektebeelden, zoals depressie, aandachtsstoornissen (ADD) en ADHD.

Het systeem International Classification of Functioning, Disability and Health (ICF) is een referentieclassificatie van de
WHO (World Health Organization). Het is zo opgebouwd dat zowel gezonde als ongezonde mensen ermee kunnen worden
omschreven. Er wordt omschreven hoe mensen omgaan met hun gezondheidstoestand, vanuit 3 perspectieven:
1. lichamelijk 2. individueel 3. maatschappelijk.
Het goede van deze systematiek, in vergelijking met het DSM- systeem, is dat gezond en ongezond functioneren in 1 systeem
worden ondergebracht. Bovendien wordt in kaart gebracht dat ook omgevingsfactoren iemand van relatief gezond
functioneren naar ongezond functioneren kunnen brengen.
Het ICF-systeem is van belang voor het meten en begrijpen van gezondheidsuitkomsten.

De ICF bestaat uit 2 delen.
Deel 1 - het functioneren en functioneringsproblemen, met elk 2 componenten:
1. functies en anatomische eigenschappen
2. activiteiten en participatie

Deel 2 - factoren die van invloed zijn op het functioneren in sociale en maatschappelijk zin, met ook daarin weer 2
componenten:
1. externe factoren
2. persoonlijke factoren.

, Elke component kan zowel in positieve als in negatieve zin bijdragen. Het bijzondere van dit systeem is dat het een
beschrijving leverd en niet een verklaring suggereert (zoals de DSM).
Het laat hierbij net zo veel ruimte voor medische als psychologische en sociale en maatschappelijke factoren. Het denken
vanuit de mens als een biologische machine, los van de context, ook wel het medische model genoemd, is hierbij losgelaten.

Ziekte is afhankelijk van de dimensies activiteit en participatie (procesmodel). Dyslexie kan een stoornis zijn omdat je
daardoor buiten de maatschappelijke participatie en activiteiten valt. Maar je kunt daardoor ook talent ontwikkelen, zoals
strategisch denken en leidinggeven. Het ICF- model laat toe dat iemand met eenzelfde aandoening op het organische
functioneren in het ene geval een talent is terwijl iemand anders met een zelfde organische bijzonderheid passief is en
maatschappelijk niet deelneemt. In dit geval is er dan sprake van ziekte.
Zie figuur 1.1 procesdenken.




Het ICF-model is een procesmodel waarbij naar de mogelijkheden van de oudere in de omgeving gekeken wordt en de
handicap of stoornis afhankelijk zijn van het gehele systeem: mens, omgeving, activiteit en participatie. Benadrukt wordt dat
dit model de mens meer recht doet dan denken vanuit een productmodel, terwijl dit laatste in de psychologie nog vaak
gebruikelijk is. (DSM)



Hoofdstuk 2 Doorontwikkeling
De omgeving en de ontwikkeling zijn aan elkaar verbonden en tot elkaar veroordeeld. Omgeving en omstandigheden
kunnen het leven veranderen. Het begrip ontwikkelen heeft 2 concepten:
 aanleg (nature)  omgeving (nurture).
Co-creatie: aanleg en omgeving beïnvloeden. Zij vormen en transformeren elkaar.
Ontwikkeling is een proces waarin voortdurend interactie is tussen individu en omgeving, ervaringen, maar ook zaken als
voeding en zwaartekracht veranderen. Het organisme is de som van deze interacties.

2.2 het niveau van de cel
Door cellulaire veroudering wordt bijv. de huid meer en meer gegroefd  humane senescentie.
Dit verouderingsverschijnsel betreft alle cellen. Normaal gesproken kunnen cellen waarvan de celkern 2 exemplaren van elk
chromosoom bevat, maximaal rond de 50 keer delen. Het verminderde vermogen en uiteindelijke verlies van het vermogen
tot deling wordt senescentie genoemd.

Telomeren gelden voor alle cellen en hebben invloed op het aantal celdelingen dat mogelijk is in een bepaald orgaan.
Een telomeer is het uiteinde van een chromosoom. Telomeren worden na elke celdeling iets korter (schoenveters).
Je ziet hierin een zelforganiserend proces: op grond van een klein continu proces op kleine schaal -> microscopisch, is
uiteindelijk een discontinue verandering op grote schaal -> de macroscopie, zichtbaar, de schoen kan niet meer dicht, de cel
kan niet meer delen en het organisme sterft.

Ondanks verschillende levens, komt er op macroniveau een typisch patroon van burn- out tevoorschijn, of van algemene
lusteloosheid. Een ander belangrijk verschijnsel, met ongeveer dezelfde gevolgen als bij een burn- out, is een bore- out:
een vervelingsziekte die wordt veroorzaakt door te veel onder je niveau en te veel routinematig bezig te zijn.
De reden is onderbelasting in plaats van overbelasting (kan ontstaan in bejaardentehuizen).

Het is belangrijk om bij het bestuderen van ouderen oog te hebben voor de ontwikkeling van grootschalige patronen, die
dus niet rechtstreeks terug te leiden zijn op een enkelvoudige onderliggende realiteit.
Cascade breakdown- effect: een soort kettingreactie, waarbij stoornissen in het ene systeem leiden tot stoornissen in het
andere systeem Bijv. snelle schildklierwerking  snelle onregelmatige hartslag  hersendoorbloedingsprobleem.

Apoptose: geprogrammeerde celdood, zelfafbraak van beschadigde cellen in het belang van het organisme.
Senescentie: cellen die sneller verouderen (schade aan DNA) blijven vaak sterk verminderd ‘functioneren’ doordat ze veel
sneller verouderen.

Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!

Snel en makkelijk kopen

Snel en makkelijk kopen

Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.

Focus op de essentie

Focus op de essentie

Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!

Veelgestelde vragen

Wat krijg ik als ik dit document koop?

Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.

Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?

Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.

Van wie koop ik deze samenvatting?

Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper Bluebird22. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.

Zit ik meteen vast aan een abonnement?

Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €5,49. Je zit daarna nergens aan vast.

Is Stuvia te vertrouwen?

4,6 sterren op Google & Trustpilot (+1000 reviews)

Afgelopen 30 dagen zijn er 67474 samenvattingen verkocht

Opgericht in 2010, al 14 jaar dé plek om samenvattingen te kopen

Start met verkopen
€5,49  81x  verkocht
  • (19)
  Kopen