Samenvatting psychiatrie een inleiding
Hoofdstuk 8. Verslaving en afhankelijkheid
8.1 Inleiding
Onze maatschappij wordt overspoeld met psychoactieve stoffen die de stemming veranderen en de waarneming
vertekenen. Jonge mensen beginnen deze stoffen te gebruiken onder invloed van groepsgenoten of omdat ouders
of andere autoriteitsfiguren het verbieden.
8.2 Aan middelen gerelateerde stoornissen
De DSM-IV deelt aan middelen gerelateerde stoornissen in twee grote categorieën in: - stoornissen door een
middel teweeggebracht : worden door het gebruik van psychoactieve stoffen geïnduceerd. Voorbeelden zijn ;
intoxicatie, stemmingsstoornissen, delirium, dementie, angststoornissen, seksuele disfunctie en
slaapstoornissen. Sommige psychoactieve stoffen dienen indiceren slechts één van deze stoornissen, anderen zelf
meerdere of bijna allemaal. Specifieke kenmerken van intoxicatie zijn afhankelijk van het gebruikte middel, de
dosis en de biologisch bepaalde kwetsbaarheid. Tekenen van intoxicatie ; verwarring, strijdlustigheid, belemmerd
beoordelingsvermogen, concentratieverlies en belemmering van motorische en ruimtelijke vaardigheden.
- verslavingsstoornissen ; zijn patronen van inadequaat gebruik van psychoactieve stoffen en daaruit vloeiend
(sociaal) gedrag verslaving en afhankelijkheid.
Onderscheid tussen fysiologische en psychologische afhankelijkheid.
- fysiologische afhankelijkheid: het lichaam is als gevolg van regelmatig gebruik van een psychoactieve stof
zodanig veranderd dat het er afhankelijk van is geworden.
- psychologische afhankelijkheid: het dwangmatige gebruik van een middel om in de psychologische
behoefte te voorzien ; bijvoorbeeld om met stress te kunnen omgaan.
8.3 Verslaving en afhankelijkheid
Volgens de DSM-IV is verslaving een patroon van herhaald gebruik dat schadelijke gevolgen heeft
(bijvoorbeeld het niet nakomen van belangrijke verantwoordelijkheden, zichzelf in situaties brengen waarin het
gebruik van middelen gevaar voor het lichaam met zich meebrengt, problemen met autoriteit, financiële
problemen of sociale of interpersoonlijke problemen.
Indien mensen herhaaldelijk van school of werk verzuimen omdat ze dronken zijn of een kater hebben, voldoet
hun gedrag aan de definitie van drugsmisbruik (ook alcohol valt onder drugs, hoewel het legaal is). Voor de
DSM is de bepalende factor of er sprake is van "misbruik" als het middelengebruik herhaaldelijk schadelijke
gevolgen heeft.
Drugsmisbruik kan lange tijd doorgaan en zich tot afhankelijkheid ontwikkelen. Herhaaldelijk gebruik van een
staf kan de fysiologische reacties van het lichaam veranderen waardoor tolerantie of lichamelijke
onthoudingsverschijnselen ontstaan. Tolerantie is een toestand van lichamelijk gewenning aan een middel.
Steeds hogere dosis zijn nodig. Onthoudingssyndroom is een groep symptomen die zich voordoet wanneer
een afhankelijk persoon na zwaar langdurig gebruik van een bepaalde stof hier plotseling mee stop.
Onthoudingsverschijnselen zijn afhankelijk van het gebruikte middel. Het aantal alcoholverslaafden neemt
toe. Met name het "binge-drinking" van adolescenten en studenten in Nederland. (zie groene kader blz. 198)
Mensen kunnen tegelijkertijd meer dan één psychoactieve stof gebruiken of daarvan afhankelijk worden
(polydrugggebruik). Deze mensen lopen een groter risico op overdosis.
De overgang naar afhankelijkheid van een middel verschilt per persoon, maar er zijn wel een aantal algemene
stadia :
1. experimenteren
2. regelmatig gebruik (waarden veranderen, problemen stapelen zich op)
3. verslaving of afhankelijkheid (geen weerstand meer aan het middel kunnen bieden)
8.4 Verslavende middelen
Drie groepen drugs;
- dempende middelen of depressiva (alcohol, opiaten)
- stimulantia (amfetaminen en cocaïne)
- hallucinogene middelen
8.4.1 dempende middelen
, Een dempend middel of depressivium is een stof die de activiteit van het centrale zenuwstelsel vertraagt en
daarmee de emoties van spanning en angst vermindert, bewegingen vertraagt of cognitieve processen afremt.
- alcohol : bevat ethanol. Wordt bij de dempende middelen ingedeeld omdat het biochemische effecten heeft
die lijken op die van benzodiazepinen. Alcoholverslaving wordt alcoholisme
genoemd (een lichamelijke afhankelijkheid van of verslaving aan alcohol die wordt gekenmerkt
door een verminderde controle over het gebruik van de stof. Volgens het ziekte-model is alcoholisme een
chronische permanente aandoening. De persoonlijke en sociale kosten van alcoholisme zijn hoger dan die van
alle illegale drugs bij elkaar.
Risicofactoren alcoholisme : Geslacht (mannen meer dan 2 keer zoveel kans), leeftijd (meeste
alcoholverslavingen ontstaan in de jongvolwassenheid), antisociale persoonlijkheidsstoornis (antisociaal gedrag
tijdens adolescentie of volwassenheid vergroot het risico op alcoholisme), familiegeschiedenis (gezinsleden die
drinken kunnen als rolmodel werken - daarnaast : erfelijke kwetsbaarheid), sociaaldemografische factoren
( alcoholisme komt meer voor onder mensen die alleen wonen, mensen met lager inkomen en opleiding).
Psychologische effecten van alcohol : variëren van persoon tot persoon. Op fysiologisch niveau verhoogt
alcohol de gevoeligheid van de receptoren voor gamma-aminoboterzuur(GABA). GABA is een remmende
neurotransmitter, dus de algehele activiteit van het zenuwstelsel neemt af wanneer de werking van GABA wordt
versterkt. Daardoor ontstaan gevoelens van ontspanning. Mensen die veel alcohol gebruiken zijn meer geneigd
tot flirten of worden juist agressief. Chronisch alcoholmisbruik kan de cognitieve vermogens belemmeren,
bijvoorbeeld het geheugen of probleemoplossend vermogen. Dit kan uiteindelijk leiden tot het syndroom van
Korsakov of dementie.
Alcohol en lichamelijke gezondheid : Twee van de belangrijkste vormen van alcoholgerelateerde leverziekten ;
alcoholische hepatitis (mogelijk levensbedreigende ontsteking) en levercirrose (mogelijk dodelijke ziekte
waarbij gezonde levercellen door littekenweefsel worden vervangen). alcoholgeïnduceerd amnestisch
syndroom : vitamine B Korsakov. Kinderen van wie de moeder tijdens de zwangerschap drinkt kunnen
foetal alcoholsyndroom krijgen (vervormd gezicht, platte neus e.d.).
Is matig drinken goed voor de gezondheid? 1 a 2 drankjes per dag verkleint het risico op hartaanval of
beroerte. Mogelijk doordat het de vorming van bloedstolsels voorkomt.
- Barbituraten: zijn kalmerende middelen of sedativa. Deze geneesmiddelen hebben verschillende medische
toepassingen, zoals het verlichten van angst en spanning, het verdoven van pijn of het opwekken van slaap.
Gebruik van barbituraten leidt snel tot psychologische en fysiologische afhankelijkheid. Ook zijn
barbituraten een populaire "street-drug" : ze brengen een lichte staat van euforie of "kick" teweeg. Plotseling
stoppen met de drug kan leiden tot delirium, epileptische aanvallen of zelfs de dood.
-opiaten : zijn narcotica. Verlichten pijn en wekken slaap op.
Natuurlijke opiaten zijn ; morfine, heroïne, codeïne
Synthetische opiaten zijn ; symetrel, oxytoxin.
Opiaten brengen euforie teweeg. Plezierige effecten ontstaan doordat stoffen de genotscentra (the reward
system) in de hersenen direct stimuleren. Er is aangetoond dat de hersenen dezelfde chemische stoffen vormen
die opiaatachtige effecten hebben ; endorfinen genotscentra worden gestimuleerd.
analgesie: de belangrijkste medische toepassing (pijnbestrijding) De onthouding bij opiaten kan ernstig zijn.
Heroïne : een krachtig onderdrukkend middel dat een euforische roes kan veroorzaken. Zeer verslavend Morfine:
Pijnbestrijding. Kan ook zeer verslavend zijn
8.4.2 Stimulantia
psychoactieve stoffen die de activiteit van het zenuwstelsel verhogen
- amfetaminen; synthetische stimulantia. Speed, uppers, meth en dexies. Geven een euforische flash. Mensen
die langdurig "high" zijn geweest crashen soms en vallen in diepe slaap of depressie. Sommige mensen plegen
in deze toestand zelfmoord. Hoge dosis kunnen rusteloosheid, prikkelbaarheid, hallucinaties, wanen,
verminderde eetlust en slapeloosheid veroorzaken. De onthoudingsziekte wordt gekenmerkt door depressie en
vermoeidheid. Psychologische afhankelijkheid komt het meest voor bij mensen die amfetaminen gebruiken om
met stress en depressie om te kunnen gaan. Amfetamine psychose: lijkt op paranoïde schizofrenie.
- ecstasy ; een synthetische drug, een stof met chemische structuur die verwant is aan amfetamine. Veroorzaakt
lichte euforie en hallucinaties. Kan psychologische bijwerkingen hebben, waaronder depressie, angst,
slapeloosheid en zelfs psychose. Het middel kan ook ten koste gaan van cognitieve prestaties. Lichamelijke
bijwerkingen; versnelde hartslag, verhoogde bloeddruk, gespannen of klapperende kaken en een warm en/of
koud gevoel. Bij hoge dosis kan de drug dodelijk zijn.