Naam student: Demi Catharina den Ouden
Studentnummer: 3485609
Stageplaats: Albert Schweitzer ziekenhuis
Docent praktijkleren: Suzanne Guffens
Werkvelddeskundige: Dorien Mans en Ilja
Zendman-Bakker
Datum: 5 juli 2023
Pleidooien
Inhoud
Zorgverlener ............................................................................................................................................ 2
Communicator ......................................................................................................................................... 4
Samenwerkingspartner ........................................................................................................................... 5
Reflectieve ebp-professional ................................................................................................................... 7
Gezondheidsbevorderaar ........................................................................................................................ 9
Organisator ............................................................................................................................................ 10
Professional-kwaliteitsbevorderaar ...................................................................................................... 11
,Zorgverlener
Met onderstaande onderbouwing laat ik zien dat ik de rol van zorgverlener beheers op PL4-niveau.
Met mijn handelen toon ik aan dat ik op basis van klinisch redeneren de behoefte aan zorg vast kan
stellen, indiceren en verlenen in een complexe situatie volgens het verpleegkundig proces middels
evidence based practice (EBP). Het verpleegkundig proces is een cyclisch proces waarin de
zorgverlener systematisch de zorg plant, uitvoert en evalueert (Waar et al, 2015). Klinisch redeneren
is belangrijk als verpleegkundig-operatieassistent, omdat de gemaakte besluiten doordacht moeten
zijn waardoor kwaliteit van zorg geleverd kan worden aan de zorgvrager (Waar et al., 2015). Sackett
et al. (2000) definieert EBP als (vertaald): ‘’het zorgvuldig, expliciet en oordeelkundig gebruiken van
het beste bewijsmateriaal die op dit moment beschikbaar is, met als doel om samen met de
zorgvrager beslissingen te nemen om zo de kwaliteit van zorg te verbeteren''. Dit toon ik aan in
bewijsstuk 1 en 6 waarin ik middels klinisch redeneren, werkinstructies, theorie, literatuur en EBP,
kennis toepas op het methodisch werken. Dit doe ik door mijn observaties en interpretaties te
koppelen aan theorie en protocollen waarbij de zorgvrager de eigen regie behoudt en er sprake is
van zelfmanagement. Zo ben ik bewust van de indicatie waarvoor de zorgvrager op de operatiekamer
is en wat de eventuele complicaties hierbij zijn; bij het afklemmen van de ACC, ACE en ACI geen TCD-
signaal meer waardoor de doorbloeding naar de hersenen niet (voldoende) overgenomen wordt
door andere vaten. Hierdoor kan blijvende hersenschade optreden. Op het moment van afklemmen
stond ik klaar met een shunt ter voorkoming van dit scenario. Bij binnenkomst op de operatiekamer
observeer ik de (non)verbale communicatie van de zorgvrager waarmee ik de behoefte aan zorg
vaststel. Hierop baseer ik mijn handelen middels gezamenlijke-besluitvorming door interventies in te
zetten als het schuifje van het raam sluiten. Dit resulteerde bij de zorgvrager in een gevoel van eigen
regie, veiligheid en angstvermindering waarin het persoonsgericht handelen terugkomt.
Gedurende het verlenen van zorg stimuleer ik het zelfmanagement van de zorgvrager middels
gezamenlijke-besluitvorming. Volgens Vilans (z.d.) wordt zelfmanagement gedefinieerd als ‘’ het
zodanig omgaan met de chronische aandoening (verschijnselen (symptomen), behandeling,
lichamelijke, emotionele (psychische) en sociale gevolgen en bijbehorende aanpassingen in leefstijl)
dat de aandoening optimaal wordt ingepast in het leven’’. In bewijsstuk 2 beslis ik met de zorgvrager
middels gezamenlijke-besluitvorming dat het schuifje van het raam dichtgeschoven wordt en bied ik
de steun waar zij op dat moment behoefte aan heeft. Hierdoor kon zij zichzelf kalmeren en de
situatie controleren waarmee de operatie kon starten.
Met bewijsstuk 3 en 4 toon ik aan dat ik verpleegtechnische (voorbehouden) handelingen uit kan
voeren en indiceren op basis van functionele zelfstandigheid zoals beschreven in de wet BIG. Onder
voorbehouden handelingen wordt een handeling die onverantwoorde risico’s voor de zorgvrager met
zich meebrengt mits uitgevoerd door ondeskundigen verstaan (Waar et al, 2015). Op de
operatiekamer worden voorbehouden handeling zoals katheteriseren uitgevoerd. Ik voer deze
handelingen uit op het moment dat ik hier bevoegd en bekwaam voor ben ter instandhouding en
waarborging van de kwaliteit van zorg. Je bent bekwaam wanneer je over de juiste kennis,
vaardigheden en professionele houding beschikt (Kennisplein Zorg voor Beter, 2022). Gedurende het
uitvoeren van deze (voorbehouden) handeling, handel ik volgens de werkinstructie
blaaskatheteriseren.
, Bibliografie
Kennisplein Zorg voor Beter. (2022, 1 februari). Bekwaam en bevoegd. Zorg voor Beter.
Geraadpleegd op 11 februari 2023, van
https://www.zorgvoorbeter.nl/medicatieveiligheid/bekwaam-en-bevoegd
Sackett, D.L., Straus, S.E., Richardson, W.C., Rosenberg, W., & Haynes, R.M. (2000). Evidence-based
medicine: How to practice and teach EBM. New York: Churchill Livingstone.
Vilans. (z.d.). Wat betekent zelfmanagement? Geraadpleegd op 15 februari 2023, van
https://kennisbundel.vilans.nl/zelfmanagement-wat-is-zm.html
Waar, H. I., Luiten, C. W., Maassen, S. M., Speksnijder, H. T., Sesink, E. M., De Graaf - Waar, H. I., &
Kerstens, J. A. M. (2015). Theoretisch Kader Voor de Verpleegkundige Beroepsuitoefening.
Bohn Stafleu van Loghum.