Samenvatting Inleiding in het Nederlandse recht (Verheugt, 18e druk)
Inhoudsopgave
H1 Recht in het algemeen 1.1 1.2 1.3 1.4 1.5 1.6 1.7
H2 Recht en staat 2.1 2.2 2.3 2.4 2.5
H3 De wetgeving 3.1 3.2 3.3 3.4 3.5
H4 De rechtspraak 4.1 4.2 4.3 4.4 4.5 4.6 4.7 4.8 4.9 4.10
H5 Bestuursrecht 5.1 5.2 5.3 5.4 5.5 5.6 5.7 5.8
H6 Burgerlijk recht 6.1 6.2 6.3 6.4 6.5
H7 Goederenrecht 7.1 7.2 7.3 7.4
H8 Overeenkomstenrecht 8.1 8.2 8.3 8.4 8.5
H9 Verbintenissen uit de wet 9.1 9.2 9.3 9.4 9.5 9.6 9.7
H10 Burgerlijk procesrecht 10.1 10.2 10.3 10.4 10.5 10.6 10.7 10.8 10.9
H11 Ondernemingsrecht 11.1 11.2 11.3 11.4 11.5 11.6 11.7 11.8
H12 Arbeidsrecht en sociaal … 12.1 12.2 12.3 12.4 12.5 12.6 12.7 12.8
H13 Strafrecht 13.1 13.2 13.3 13.4 13.5 13.6 13.7 13.8
H14 Strafprocesrecht 14.1 14.2 14.3 14.4 14.5 14.6 14.7
H15 Internationaal recht 15.1 15.2 15.3 15.4 15.5 15.6
(Rode delen zijn niet in de samenvatting opgenomen).
,H1 Recht in het algemeen
1 Inleiding
Doel rechtsregels menselijke gedragingen ordenen en uniformeren, doordat ze voor iedereen gelijkelijk
van kracht zijn.
Doelmatigheid bij rechtsregels: bijv. bij verkeersvoorschriften (verkeer van rechts heeft voorrang).
Gerechtigheid bij rechtsregels: bijv. bij strafrechtelijke regels (verbod van diefstal).
2 functies van het recht:
● het gedrag van mensen ordenen en uniformeren door het stellen van regels
● zorgen voor handhaving van de regels door geschilbeslechting
2 De rechtsbronnen
Positief recht / objectief recht het geheel van geldende rechtsregels.
Regels die niet tot het positieve / objectieve recht behoren:
● fatsoenregels
● voorschriften uit de moraal
● voorschriften uit de godsdienst
● rechtsregels die nog niet zijn ingevoerd
● rechtsregels die zijn afgeschaft
Subjectief recht de bevoegdheid die iemand in een concreet geval aan een regel van objectief recht ontleent.
- iedere meerderjarige Nederlander ontleent aan art. 4 van de Grondwet een eigen bevoegdheid om
zijn stem te mogen uitbrengen
- een verkoper ontleent aan art. 26 van boek 7 uit het Burgerlijk Wetboek (‘de koper is verplicht de prijs
te betalen’) het recht op betaling van de koopprijs door de koper
Er zijn dus 2 betekenissen van recht:
Het geheel van geldende rechtsregels Algemene regel Objectief recht Engels: law
Een aan het objectieve recht ontleende, Individuele bevoegdheid Subjectief recht Engels: right
individuele bevoegdheid
Rechtsbronnen de bronnen waaruit het geldend recht voortvloeit. Bij rechtsbronnen gaat het om de vorm
waarin rechtsregels zich voordoen en niet om de inhoud van de regels.
Rechtsbronnen:
● de wet
● de jurisprudentie (de rechtspraak)
● de gewoonte
● verdragen en sommige besluiten van volkenrechtelijke organisaties
Wet elke algemeen geldende geschreven rechtsregel die afkomstig is van een tot wetgeving bevoegd
overheidsorgaan.
,Wanneer rechters geconfronteerd worden met wetten waarin minder duidelijke regels staan of wanneer een
wettelijke regel ontbreekt legt de rechter de regel uit door het maken van een nadere regel of formuleert hij
zelf een nieuwe regel. Als andere rechters deze regel in latere geschillen ook toepassen, is er sprake van
jurisprudentie (rechtersrecht). Deze heeft dezelfde rechtskracht als het wettelijk recht.
3 Nationaal en internationaal recht
Soevereiniteit bevoegdheid van elk land de eigen rechtsorde vast te stellen en te onderhouden.
Nationaal recht heeft alleen binnen een nationale staat rechtskracht. Naast het nationale recht geldt binnen
staten ook het internationaal recht.
Volkenrecht het deel van het internationaal recht dat rechtsregels bevat over het verkeer tussen staten
onderling en het verkeer tussen staten en volkenrechtelijke organisaties. Het bestaat voornamelijk uit
verdragen, besluiten van volkenrechtelijke organisaties en regels van gewoonterecht.
Verdrag een schriftelijke, bindende regeling tussen staten onderling of tussen staten en volkenrechtelijke
organisaties.
Verschillende type verdragen/verdragsbepalingen:
● verdragen tussen staten waarbij alleen de betreffende regeringen wederzijds verplichtingen aangaan
● verdragen met verplichtingen voor de wetgevers van de aangesloten staten tot het maken/aanpassen van wetgeving
● regelingen waarbij bevoegdheden tot wetgeving, bestuur en rechtspraak worden opgedragen aan een internationale
organisatie (bijv. het Verdrag betreffende de Europese Unie, het geheel van rechtsregels die afkomstig zijn van de
Europese Unie wordt het Europees Unierecht genoemd)
● verdragen die rechtsregels bevatten die in een staat zonder tussenkomst van de wetgever rechtstreeks in het
nationale recht kunnen gelden (bijv. het EVRM)
Monistisch systeem rechtsregels uit een verdrag kunnen deel uitmaken van het nationale
recht zonder dat eerst omzetting in nationaal recht nodig is (met het monisme kiest een land
voor een vrijwillige inperking van zijn soevereiniteit).
Voorrangsregel een regel of besluit van internationale herkomst heeft voorrang boven de nationale regel.
4 Materieel en formeel recht
Materieel recht regels die betrekking hebben op de rechten en plichten van personen in hun onderling verkeer.
Formeel recht / proces recht regels over de wijze van procederen voor de rechter.
Materieel recht Formeel recht
Strafrecht Materieel strafrecht Strafprocesrecht
Bestuursrecht Materieel bestuursrecht Bestuursprocesrecht
Privaatrecht Materieel privaatrecht Burgerlijk procesrecht
(Bij staatsrecht wordt geen onderscheid gemaakt tussen regels van materieel recht en regels van formeel recht).
,5 De rechtsgebieden
Staatsrecht
Bevat de regels die betrekking hebben op de organisatie van de Staat en zijn organen en op de bevoegdheden van
die organen. Ook omvat het de verhouding van de burgers tot de Staat en de mogelijkheden die de burgers hebben
om invloed uit te oefenen op het functioneren van de staatsorganen.
De Grondwet is het belangrijkste wettelijk fundament. Het eerste hoofdstuk van de Grondwet gaat over de
grondrechten (vrijheidsrechten, politieke grondrechten, sociale grondrechten). In de Grondwet worden de
belangrijkste staatsorganen genoemd en hun bevoegdheden worden omschreven.
Organieke wet een wet die een uitwerking bevat van een bepaling in de Grondwet.
Bestuursrecht / Administratief recht
Houdt zich bezig met de juridische bestuursactiviteit van de overheid. De rechtsverhouding tussen overheid en
burger staat centraal.
De belangrijkste wettelijke regeling is de Algemene wet Bestuursrecht (Awb).
Beschikking besluit van een bestuursorgaan dat rechtsgevolgen vaststelt voor één individu (of rechtspersoon).
In tegenstelling tot wettelijke regels zijn beschikkingen dus overheidsbesluiten die gelden voor één persoon
(verlenen vergunning, opleggen belastingaanslag, verstrekken visum, toekennen studiefinanciering). Bestuurs-
organen die bevoegd zijn tot het geven van beschikkingen: regering, minister, gedeputeerde staten, college van
B&W, commissaris van de Koning, bestuur van een waterschap etc.. Tegen een beschikking kan de burger beroep
aantekenen bij de rechter, deze rechtsbescherming vindt plaats bij de bestuursrechter in het bestuursprocesrecht.
Strafrecht
Materiële strafrecht: welke feiten strafbaar zijn, wie dader is en welke sancties er zijn.
- Grotendeels neergelegd in het Wetboek van Strafrecht (Sr) en een aantal andere wetten zoals de
Wegenverkeerswet, Opiumwet en Wet wapens en munitie.
Formele strafrecht/strafprocesrecht: voorschriften omtrent de gang van zaken bij opsporing van strafbare feiten,
het onderzoek ter terechtzitting en de tenuitvoerlegging van de straf.
- Grotendeels neergelegd in het Wetboek van Strafvordering (Sv).
Strafbaar feit een in de wet met straf bedreigde gedraging. Deze kunnen worden gepleegd door natuurlijke
personen (mensen van vlees en bloed) en door rechtspersonen (BV, vereniging).
Burgerlijk recht / Privaat recht / Civiel recht
De juridische betrekkingen tussen personen onderling staat centraal.
Het is geregeld in het Burgerlijk Wetboek (BW) en daarmee verwante wetten.
Materieel privaatrecht
- regels betreffende de persoon
- personen- en familierecht (regelt alle persoonlijke betrekkingen binnen en buiten het gezin:
nationaliteit, recht op naam, afstamming, huwelijk, voogdij etc.)
- rechtspersonenrecht (heeft betrekking op privaatrechtelijke rechtspersonen (BV’s, NV’s,
verenigingen, stichtingen) en publiekrechtelijke rechtspersonen
(de Staat, gemeenten, openbare universiteiten etc.))
- regels betreffende het vermogen van een persoon
- vermogensrecht (geheel van regels over het vermogen van een persoon, een vermogen
is de optelsom van alle rechten en verplichtingen van een persoon die
op geld waardeerbaar zijn en in beginsel ook overdraagbaar zijn: eigen-
domsrechten van een fiets, huis of boek en rechten en plichten uit
overeenkomsten zoals koopovereenkomsten en huurovereenkomsten)
- handelsrecht (geen principieel onderscheid tussen het burgerlijk recht en het handels-
recht, de onderwerpen die nu nog apart in het Wetboek van Koophandel
staan, zullen binnenkort in het Burgerlijk Wetboek worden opgenomen)
,Arbeidsrecht en Sociaal Zekerheidsrecht
Arbeidsrecht: geheel van rechtsregels dat betrekking heeft op de arbeidsverhouding van personen die in
loondienst werkzaam zijn. Het gaat zowel om de private sector (werknemers) als de publieke
sector (ambtenaren). Onderwerpen: arbeidsovereenkomst, arbeidsomstandigheden, collectief
overleg, cao, staking, medezeggenschap
Collectief arbeidsrecht: onderdeel van het arbeidsrecht, regeling van de rechtspositie van groepen werkgevers en
werknemers in het sociaal overleg, werknemers en ambtenaren hebben het recht om zich in
vakverenigingen te organiseren en om bij een arbeidsconflict te staken.
Sociaal zekerheidsrecht: onderdeel van het arbeidsrecht, houdt zich bezig met het stelsel van sociale voorzieningen
(voorzieningen voor zieke, bejaarde, werkloze werknemers en andere hulpbehoevenden).
Bronnen van het arbeidsrecht zijn verdeeld naar onderwerp: arbeidsovereenkomst in het Burgerlijk Wetboek,
arbeidsomstandigheden in de Arbeidsomstandighedenwet, medezeggenschap in de Wet op de ondernemingsraden.
Rechtsgebied Wettelijke regeling(en)
Staatsrecht Grondwet
Bestuursrecht / Administratief recht Algemene wet Bestuursrecht (Awb)
Strafrecht Wetboek van Strafrecht (Sr) en een aantal andere wetten
Wetboek van Strafvordering (Sv)
Burgerlijk recht / Privaat recht / Civiel recht Burgerlijk Wetboek (BW) en daarmee verwante wetten
Arbeidsrecht / Sociaal zekerheidsrecht Burgerlijk Wetboek, Arbeidsomstandighedenwet, Wet op de
ondernemingsraden
6 Publiekrecht en privaatrecht
Publiekrecht: betreft regels over de inrichting van de Staat, de bevoegdheden van zijn organen en de uitvoering
van exclusief aan de overheid opgedragen taken (staatsrecht, bestuursrecht, strafrecht, volkenrecht).
Privaatrecht: betreft de onderlinge betrekkingen tussen personen.
Opvattingen over het onderscheid tussen publiekrecht en privaatrecht:
● publiekrecht: algemeen belang, privaatrecht: individueel belang
● publiekrecht: rechtsverhoudingen tussen Staat en individu, privaatrecht: rechtsverhoudingen tussen individuen
Bezwaar: de Staat treedt regelmatig op gelijke voet met een particulier op (bijv. wanneer een
ministerie computers koopt van een bedrijf), deze koopovereenkomst wordt door regels van
privaatrecht beheerst, omdat er geen reden is de overheid op een andere manier te behandelen
dan een particulier de term publiekrecht moet dus alleen worden gebruikt als de overheid
handelt ‘als overheid’.
Domein van het publiekrecht is verkleind en domein van het privaatrecht is vergroot door de toegenomen
privatisering overheidstaken worden overgeheveld naar privaatrechtelijke organisaties.
Publiekrecht in enge zin regels die betrekking hebben op de organisatie van de gemeenschap.
Publiekrecht in ruime zin regels die betrekking hebben op het gedrag van de aan het recht onderworpen
individuen.
Publiekrecht = verticale verhoudingen.
Privaatrecht = horizontale verhoudingen.
, Publiekrecht
Staatsrecht Bestuursrecht Strafrecht Volkenrecht
Materieel Formeel Materieel Formeel
Bestuurs- Bestuurs- Strafrecht Straf-
recht procesrecht procesrecht
Privaatrecht
Materieel Formeel
Privaatrecht Burgerlijk procesrecht
Personen- en Rechts- Vermogens-
familierecht personenrecht recht
7 Andere indelingen van het recht
Andere indelingen van het recht:
● specialismen / deelgebieden (het burgerlijk recht kent bijv. een groot aantal specialismen:
goederenrecht, verbintenissenrecht, erfrecht, huurrecht,
auteursrecht, beslagrecht en faillissementsrecht)
● samenhangende maatschappelijke facetten (agrarisch recht, economisch recht, jeugdrecht, luchtrecht,
zeerecht, milieurecht, vreemdelingenrecht, verkeersrecht,
bouwrecht, consumentenrecht, gezondheidsrecht)
● geschreven recht / ongeschreven recht (geschreven: recht dat in wetten en verdragen is vastgelegd,
ongeschreven: gewoonterecht, rechtspraak en jurisprudentie)
Precedentwerking wanneer rechters zich bij hun uitspraak richten naar eerdere rechterlijke uitspraken in
soortgelijke gevallen.