Rijping: blijvende fysieke of psychologische verandering als gevolg van biologische
groeiprocessen.
Rijping impliceert verandering en vooruitgang op 2 niveaus: van klein naar groot (groei) en
van eenvoudig naar complex (differentiatie).
Ontwikkeling wordt opgevat als een reeks progressieve veranderingen die tot hogere
niveaus van differentiatie en functioneren leiden.
De ontwikkelingspsychologie houdt zich met 2 fundamentele kwesties bezig:
1. Welke psychologische toestanden doorlopen individuen tijdens hun ontwikkeling?
2. Welke mechanismen zijn verantwoordelijk voor de overgang van de ene toestand
naar de volgende?
Met andere woorden: we willen ontwikkelingsprocessen beschrijven en verklaren.
Vanzelfsprekend wordt daarbij de aandacht gevestigd op verschillen en overeenkomsten
tussen individuen.
1.2 Kinder- en jeugdjaren: een afbakening
We onderscheiden:
1. Babyperiode (0-12 maanden);
2. Peuterperiode (1-4 jaar);
3. Kleuterperiode (4-6 jaar);
4. Schoolperiode (6-12 jaar);
5. Adolescentie (12-18 jaar).
Ook de tweedeling kinderjaren/jeugdjaren treft men vaak aan. Met ‘kinderen’ wordt dan de
leeftijdsgroep van 0-12 jaar bedoeld, met ‘jeugdigen’ of ‘jongeren’ die van 12-18 jaar.
1. Babyperiode (0-12 maanden)
We spreken van een baby/zuigeling zolang het kind nog niet loopt. Grofweg komt de
babyperiode dan overeen met het eerste levensjaar. In dat eerste levensjaar is het groei- en
ontwikkelingstempo heel hoog. Vooral op motorisch gebied zijn de vorderingen spectaculair.
Een van de belangrijke ontwikkelingen in het eerste levensjaar is het ontstaan van de eerste
gehechtheidsrelatie; zoals we later zullen zien een eerste mijlpaal in de
persoonlijkheidsontwikkeling. Baby’s brengen de meeste tijd in het gezin door, maar
werkende ouders maken ook gebruik van kinderopvang. Baby’s verblijven dan een deel van
de week in een crèche of bij de oppas.
2. Peuterperiode (1-4 jaar)
Zo afhankelijk als de baby van zijn omgeving is, zo ondernemend en zelfbewust is de peuter.
Talloze nieuwe vaardigheden zorgen voor een geweldige toename van
verkenningsmogelijkheden en leerervaringen. De belangrijkste daarvan is wel de
, spraakontwikkeling die de basis vormt van de snel toenemende sociale en communicatieve
vaardigheden. Hoewel ook de peuter zich meestal in de nabijheid van de vaste verzorger
bevindt en liever naast dan met andere kinderen speelt, bezoeken veel twee- en driejarigen
in Nederland enkele dagdelen een peuterspeelzaal. Een eigenschap van peuters die we nog
veel tegen zullen komen is egocentrisme. Peuters denken en handelen sterk vanuit hun
eigen belevingswereld en kunnen zich nauwelijks in anderen verplaatsen.
3. Kleuterperiode (4-6 jaar)
De kleuter is meer dan de peuter op andere kinderen gericht en beschikt meestal over een
rijke fantasie. De kleuterperiode omvat de eerste 2 jaren van het basisonderwijs. De
kleutertijd heeft echter heel specifieke kenmerken en onderscheidt zich nog altijd duidelijk
van de lagere-schoolperiode die op 6jarige leeftijd wordt ingeluid. In Nederland gaan vrijwel
alle 4jarigen naar de basisschool, maar de leerplicht begint pas met 5 jaar. De omgeving van
de kleuter breidt zich ook uit doordat er via de school meer contact met leeftijdgenootjes is,
maar ook komen kleuters - mits de woonomgeving zich daartoe leent - meer in contact met
buurtkinderen. Buitenspelen wordt aantrekkelijk, al zal dit veelal nog onder het toeziend oog
van de ouders gebeuren.
4. Schoolperiode (6-12 jaar)
We zullen in de meeste gevallen van schoolkinderen spreken, maar omdat kleuters en
adolescenten ook naar school gaan, is het niet zo’n goede term. Een belangrijk argument om
deze periode uit de kindertijd expliciet aan school te koppelen, is het feit dat onderwijs in
deze fase een belangrijke plaats inneemt. Naast school- en buurtcontacten komen veel
schoolkinderen via sport- of hobbyacitiviteiten met andere kinderen in aanraking.
5. Adolescentie (12-18 jaar)
Het begin van de adolescentie wordt ingeluid door de puberteit, waarmee de periode van
geslachtsrijping bedoeld wordt. Na de adolescentieperiode spreekt men meestal van jong
volwassenen. De term adolescentie is in het gewone spraakgebruik weinig gangbaar.
Meestal spreekt men van ‘jeugdigen’ of ‘jongeren’, waarmee altijd wordt verwezen naar de
periode tussen kinderjaren en volwassenheid. De periode van 12-18 jaar is in Nederland
herkenbaar als de tijd waarin het overgrote deel van de jeugdige bevolking voortgezet
onderwijs volgt. Hoewel men doorgaans het begin van de puberteit als startpunt van de
adolescentie neemt, is dit tijdstip voor elk individu anders. Voor sommige kinderen –
meestal meisjes – zal de puberteit al vóór het 12e jaar beginnen. De psychologische
veranderingen die kenmerkend zijn voor de adolescentiefase, volgen echter pas ná het 12e
levensjaar. Tijdens de adolescentieperiode is de relatie met leeftijdgenoten minstens zo
belangrijk als de band met de ouders.
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper meliss. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €4,48. Je zit daarna nergens aan vast.