In deze samenvatting staat alles beschreven dat voor de toets geleerd moet worden. Het is een vrij lange samenvatting omdat ik alles zo goed mogelijk wilde uitleggen en ook omdat de te samenvatten stof bijna 500 bladzijdes waren. Met deze samenvatting zul je al heel goed voorbereid zijn op het tent...
Samenvatting
Goederenrecht 2/ Faillissementsrecht
HBO-Rechten Jaar 2
,Hoofdstuk 2.2-2.6
Beperkte rechten
Vruchtgebruik (art. 3:201 BW) = het recht om goederen die aan een ander toebehoren te gebruiken
en daarvan de vruchten (natuurlijke of burgerlijke) te genieten. Dit is zonder tegenprestatie. De
vestiging van vruchtgebruik wordt bepaald door art. 3:202 BW. Verjaring wordt geregeld in art. 3:99
BW.
Pand (art. 3:227BW) = wanneer er een geldbedrag wordt uitgeleend aan de ander en de schuldeiser
een niet-registergoed van de schuldenaar aanwijst dat hij krijgt indien er niet wordt voldaan aan de
terug betaling. Biedt zekerheid aan een schuldeiser.
Hypotheek (art 3:227 BW) = dezelfde situatie als bij pand alleen dan is het op een registergoed
gevestigd (huis). Biedt zekerheid aan een schuldeiser.
Erfdienstbaarheid (art 5:70 BW) = een last waarmee een onroerende zaak – het dienende erf – is
bezwaard ten behoeve van een andere onroerende zaak – het heersende erf. Ontstaat door verjaring
of vestiging. Vestiging hiervan vindt plaats doormiddel van een notariële akte.
Erfpacht (art 5:85) = een zakelijk recht dat de erfpachter de bevoegdheid geeft de onroerende zaak
van een ander te houden en te gebruiken. In tegenstelling tot vruchtgebruik moet hier een canon
(geldbedrag) worden betaald aan de eigenaar van de (meestal) grond.
Opstal (art. 5:101BW) = doormiddel van het recht van opstal kan iemand bijvoorbeeld eigenaar zijn
van een gebouw dat op de grond van iemand anders staat.
Appartement (5:106 BW) = een rechthebbende op een gebouw of stuk grond is bevoegd zijn recht te
splitsen in appartementsrechten.
Je hebt ook nog genotsrechten (rechten die de rechthebbende gebruiksgenot verschaffen van de
zaak of het recht waarop ze rusten) en zekerheidsrechten (rechten die de rechthebbende zekerheid
bieden ter voldoening van een vordering die hij op een schuldenaar heeft, van de beperkte rechten
zijn dit het recht van hypotheek en het recht van pand).
,Hoofdstuk 5 – Overdracht
Overdracht is het overgaan van een goed van de ene op de andere rechthebbende. Goederen
kunnen onder algemene titel en onder bijzondere titel.
Vereisten voor een overdracht (art. 3:83 BW) zijn:
- Een levering (aanbod en aanvaarding, betaling en levering)
- Geldige titel (bijvoorbeeld koopovereenkomst)
- Beschikkingsbevoegdheid (de eigenaar, bevoegd om te vervreemden en te bezwaren)
Levering registergoederen
Art 3:89 BW regelt de levering van registergoederen.
1. Een tussen partijen opgemaakte notariële akte
2. Inschrijving van die notariële akte in de openbare registers
Levering roerende zaken, niet-registergoederen
Art 3:90 lid 1 BW: levering van deze goederen geschiedt door aan de verkrijger het bezit der zaak te
verschaffen. Dit geschiedt dus door de zaak in de feitelijke macht van de verkrijger te brengen. De
vervreemder dient ervoor te zorgen dat de verkrijger dezelfde macht over de zaak kan uitoefenen als
hij zelf had 3:114 BW.
Bezitsverschaffing is ook mogelijk zonder feitelijke handeling, dit wordt geregeld in art 3:115 BW, dit
kan op 3 manieren:
1. Levering CP – de vervreemder was bezitter en wordt houder voor de verkrijger
2. Levering met de korte hand (levering brevi manu) – de verkrijger was houder en wordt
bezitter
3. Levering met de lange hand (levering longa manu) – een derde hield de zaak voor de
vervreemder en gaat de zaak voor de verkrijger houden.
Levering vorderingsrecht aan toonder en order art 3:93 BW
Aan toonder = Dit is een recht op een bepaalde prestatie. Op het toonderpapier is de naam van de
rechthebbende niet aangegeven, wel is vermeld wie de schuldenaar is (cadeaubon, boekenbon,
bankbiljetten). De levering hiervan vindt plaats door bezitsverschaffing van het toonderpapier als
ware het een roerende zaak, niet-registergoed (art. 3:91 jo 3:92 BW).
Aan order = Op orderpapieren staat wel de naam van degene die recht heeft op de prestatie
(cheques, obligaties en pandbrieven). De levering hiervan geschiedt bijna helemaal op dezelfde wijze
alleen is hiervoor ook een endossement vereist (het plaatsen en ondertekenen van de orderclausule
op de achterkant van het orderpapier).
Alle vorderingsrechten, anders dan aan toonder of order zijn vorderingsrechten op naam = rechten
die tegen een of meer bepaalde personen zijn uit te oefenen. Dit wordt ook wel cessie genoemd
(cederen = overdragen). Artikel 3:94 lid 1 BW regelt dit. Degene die de vordering vervreemdt noem je
de cedent, de verkrijger van de vordering de cessionaris en de schuldenaar van de vordering de
cessus. Worden geleverd doormiddel van een cessieakte alsmede een mededeling aan de
schuldenaar.
Art. 3:95 BW betreft de levering van overige goederen. Levering geschiedt voormiddel van een
daartoe bestemde akte.
Vernietigbaarheid
, Voor een overdracht is dus een geldige titel nodig, een titel kan ook achteraf ongeldig worden
verklaard, dit regelt art. 6:228 BW. Een overeenkomst die tot stand is gekomen onder invloed van
dwaling en bij een juiste veronderstelling van zaken niet zou zijn gesloten, is in de volgende gevallen
vernietigbaar:
- De dwaling is veroorzaakt doordat de wederpartij verkeerde informatie heeft verstrekt
- De dwaling is veroorzaakt doordat de wederpartij bepaalde informatie niet heeft verstrekt
- Beide partijen zijn uitgegaan van dezelfde onjuiste informatie
Naast dwaling bestaan er ook andere vernietigingsgronden, art 3:44 lid 1 BW :
- Bedreiging (lid 2 )
- Bedrog (lid 3)
- Misbruik van omstandigheden (lid 4)
Overdracht kan plaatsvinden onder een voorwaardelijke titel:
- Er is sprake van een opschortende voorwaarde wanneer een verbintenis pas in werking
treedt met het plaatsvinden van een bepaalde gebeurtenis
- Een ontbindende voorwaarde zorgt ervoor dat de verbintenis vervalt op het moment dat de
gebeurtenis plaatsvindt.
Beschikkingsbevoegdheid: het recht van de vervreemder om het goed te vervreemden of te
bezwaren. Rechthebbende is in beginsel beschikkingsbevoegd.
Handelingsbekwaamheid: iemand moet bevoegd zijn tot het zelfstandig verrichten van
rechtshandelingen (bijvoorbeeld een minderjarige mag dit niet, of iemand die onder curatele staat).
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper FayIsca. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €4,49. Je zit daarna nergens aan vast.