Beschrijvende Omvang, aard, spreiding en
criminologie/criminografie ontwikkeling van de criminaliteit.
Cijfermatige informatie over de
praktijk van het strafrechtelijke
systeem (politie, OM, etc.).
Etiologie Oorzaken van crimineel
gedrag/criminaliteit.
Gelegen in de persoon van de
dader en/of zijn maatschappelijke
achtergrond en situatie.
Criminaliteitspreventie De praktijk en uitwerking van
maatregelen ter voorkoming van
misdrijven buiten de
strafrechtspleging.
Penologie De effectiviteit van gerechtelijke
straffen en maatregelen.
Victimologie Kenmerken van slachtoffers, de
gevolgen van misdrijven voor
slachtoffers en de praktijk, en
uitwerking van slachtofferrechten
en slachtofferhulp.
Niet-commune criminaliteit Kenmerken en bestrijding van
internationale misdrijven,
terrorisme, georganiseerde
misdaad en
witteboordencriminaliteit.
HOOFDSTUK 2
2.1 INLEIDING
Politiecijfers zijn gedetailleerde gegevens die door de politie en justitie
worden geregistreerd over alle ter kennis van de politie gekomen
misdrijven en overtredingen. De gerechtelijke statistieken gaan over
de afhandeling van misdrijven en overtredingen door het strafrechtelijke
systeem. Belangrijk om hierbij te onthouden is dat deze statistiek geen
volledig beeld geven van de criminaliteit in een land. De meeste
misdrijven komen nooit ter kennis van de politie of worden door de politie
niet opgehelderd. Daarnaast leiden lang niet alle zaken die door het OM
worden ingeschreven tot een veroordeling. Slechts een kleine selectie van
alle gepleegde misdrijven komt dus terecht in de statistiek der
veroordelingen.
17
, De politie maakt een onderscheid tussen haalwerk en brengwerk. Tot het
haalwerk behoren misdrijven die de politie zelf constateert door
controles uit te voeren, zoals verkeersmisdrijven en drugs- en
milieumisdrijven. De politie heeft dit grotendeels zelf in de hand. Als de
politie meer controles uitvoert, zal het aantal geregistreerde delicten
toenemen. De cijfers die hieruit voortvloeien zijn eerder een
graadmeester voor de opsporingsbereidheid van de politie, dan over de
trend van de criminaliteit. De meeste misdrijven behoren tot het
zogenoemde brengwerk, dat wil zeggen dat particulieren of bedrijven
aangifte doen bij de politie van een misdrijf waarvan zij het slachtoffer
zijn geworden. Ook hierbij worden niet alle delicten door slachtoffers
gemeld. Burgers hebben, op enkele uitzonderingen na, namelijk geen
aangifteplicht. Bij moord en verkrachting is dit wel het geval. Het deel
van de tegen individuele burgers of bedrijven gepleegde delicten dat bij
de politie bekend wordt, is afhankelijk van de aangiftebereidheid van de
slachtoffers. Vooral kleinere delicten, zoals fietsendiefstal en delicten die
in de privésfeer zijn gepleegd, worden vaker niet dan wel bij de politie
gemeld.
Sommige slachtoffers zien af van het doen van aangifte omdat zij zich
generen met hun slachtofferschap naar buiten te treden (bijvoorbeeld bij
seksuele delicten of bij oplichting) of omdat zij bang zijn voor represailles
van de zijde van de daders (bijvoorbeeld bij afpersing of andere vormen
van georganiseerde misdaad). In het geval van fraude door eigen
medewerkers en/of fraude met computerbestanden willen bedrijven hun
goede naam liever niet op het spel zetten door aangifte te doen bij de
politie, vanwege het risico van negatieve publiciteit over de falende
beveiliging. Verreweg de belangrijkste reden om van aangifte af te zien is
dat men er, gezien de geringe kansen dat de dader ooit zal worden
gevonden, eenvoudigweg de zin niet van inziet. Dit geldt zowel voor
particulieren als voor bedrijven. Bij vermogensdelicten is in westerse
landen de eis van de verzekering een belangrijke reden om aangifte te
doen.
Indien er aangifte bij de politie is gedaan, is dat nog geen garantie dat de
politie hier ook daadwerkelijk iets mee doet. Soms valt voor de politie
moeilijk te bepalen of er inderdaad sprake is van een misdrijf,
bijvoorbeeld bij een melding van een verdwenen portemonnee. Ook past
de politie vanwege tijdgebrek een selectie toe waardoor er bijvoorbeeld
met vermogensdelicten of lichte geweldsmisdrijven niets of weinig wordt
gedaan.
Er kan dus geconcludeerd worden dat de politiecijfers slechts het topje
van de ijsberg laten zien. Een aanzienlijk aantal misdrijven blijft
18