Psycho-politieke instrumenten: het gebruik van variabele
verlichting of geurverspreiding om op subtiele wijze het gedrag van
burgers in uitgaansgebieden te beïnvloeden.
Problematisch aan de toenemende toepassing van al deze
beveiligingsinstrumenten zou zijn dat de vrijheid van burgers er
verregaand door wordt aangetast, terwijl de noodzaak ertoe mede
vanwege de dalende criminaliteitscijfers twijfelachtig zou zijn.
De beste kansen op successen op de korte termijn bieden secundaire en
tertiaire situationele preventie. Plaatsen waar veel criminaliteit wordt
gepleegd kunnen door middel van bouwkundige en technische
maatregelen een verbetering van het toezicht door politie en/of
particuliere beveiliging veiliger worden gemaakt. Bepaalde vormen van
criminaliteit kunnen ook op landelijke schaal worden teruggedrongen
indien elementaire preventiemaatregelen algemeen worden toegepast.
Ook slachtoffergerichte preventiemaatregelen laten goede resultaten
zien. De ervaringen met dadergerichte preventie zijn minder eenduidig.
De hulpverlening aan risicojongeren blijken over het algemeen niet vaak
effectief te zijn. Intensieve leer- en werkervaringsprojecten hebben
betere resultaten. Het meest kosteneffectief lijken projecten die zijn
gericht op de opvoedingsondersteuning van ouders.
Volgens de econoom Heckman geldt voor beleid dat gericht is op het
wegnemen van sociale problemen een algemene wet: namelijk dat de
interventies kosteneffectiever zijn naarmate ze eerder in de levensloop
ingrijpen. Voor dezelfde kosten krijgt men meer opbrengsten naar mate
eerder wordt ingegrepen in de problematiek.
6.8 CRIMINALITEITSPREVENTIE IN NEDERLAND
Preventiemaatregelen zouden – volgens het beleidsplan ‘Samenleving en
criminaliteit – in het bijzonder moeten zijn gericht op drie doelstellingen:
1. Het versterken van de binding van de opgroeiende generatie aan de
maatschappij;
2. Het zodanig inrichten van de stedelijke omgeving dat hierdoor de
gelegenheden tot het plegen van delicten zou worden beperkt;
3. Het aanstellen van meer functionarissen met een toezichthoudende
taak in de publieke ruimte.
HOOFDSTUK 7
7.1 INLEIDING
7.1.1. DE PENOLOGIE
85
, De studie van de doelstellingen en effectiviteit van formele straffen wordt
van oudsher aangeduid als de penologie. De penologie bestudeert de
doelstellingen van wettelijke straffen, de toepassing ervan in de praktijk
en de uitwerking ervan op de gestraften zelf of op andere groepen zoals
potentiële plegers van delicten. De moderne penologie omvat niet
uitsluitend de door de rechter opgelegde straffen en maatregelen, maar
alle strafrechtelijke sancties. Hieronder vallen ook de afdoeningen door
het OM en de politie buiten de rechter om.
7.1.2. STRAFFEN IN HET (STRAF)RECHT
In ons rechtssysteem maken we onderscheid tussen het burgerlijk recht,
het staats- en bestuursrecht, het strafrecht en het tuchtrecht. De
verschillende rechtsgebieden hebben elk hun eigen sanctiesysteem.
Criminele straffen worden echter alleen in het strafrecht uitgedeeld. Het
verschil tussen criminele straffen en andere sancties ligt vooral daarin,
dat de eerste in veel sterkere mate dan alle andere sancties fundamentele
rechten en vrijheden van de burgers inperken. Criminele straffen moeten
in principe voordat het misdrijf is gepleegd bij de wet zijn vastgesteld,
voordat zij kunnen worden opgelegd. Dit fundamentele beginsel (nulla
poena sine lege) is het eerste artikel van het Wetboek van Strafrecht.
Kenmerkend voor de criminele straf is verder dat zij in vergelijking tot de
civielrechtelijke en bestuursrechtelijke sanctie dichter staat bij de ethiek,
dat wil zeggen dat het meestal gaat om reacties op overtredingen van
reeds lang en diep in het menselijke bewustzijn verankerde normen en
waarden. Het strafrecht in een democratische rechtsorde gaat daarbij uit
van een ‘ethisch minimum’, dat wil zeggen dat het in principe geen
normen oplegt die niet algemeen worden aanvaard. Het strafrecht moet,
met andere woorden, niet proberen de bevolking nieuwe normen bij te
brengen, maar slechts algemeen aanvaarde kernnormen handhaven.
7.2 DOELSTELLINGEN VAN STRAFFEN EN STRAFRECHTTHEORIEËN
7.2.1. ABSOLUTE THEORIEËN: VERGELDING
De moeder van alle strafrechttheorieën is ongetwijfeld de vergeldings-
of gerechtigheidstheorie. Volgens deze theorie ligt de zin van de straf
uitsluitend in de vergelding; de dader wordt gestraft, omdat hij iets heeft
misdaan. Zijn misstap moet door leedtoevoeging teniet worden gedaan
opdat de gerechtigheid wordt gediend. De dader schond het recht door
zijn autonome beslissing een misdrijf te plegen en moet dit nu door
middel van het ondergaan van de straf herstellen. Het
vergeldingsbeginsel impliceert echter tevens dat de pleger van een
misdrijf niet onevenredig zwaar mag worden gestraft, en heeft dus ook
een matigende werking op de straftoemeting. Het misdrijf moet worden
86
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper LM257. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €3,49. Je zit daarna nergens aan vast.